I
I
a l^^^jT^vier generaties Hulst
Jan (43), Hans (41), Ton (39) en Cisca (34) werken alle vier in de
franchisewinkel AH 8731 in Nibbixwoud. Ze hebben het niet van een
vreemde, want hun opa begon ruim voor de Tweede Wereldoorlog
als melkboer op de hondenkar. Hun vader nam het bedrijfje over, zat
nog een tijdje op een zelfbedieningswagen en kocht in 1972 een klein
winkeltje met een lap grond eromheen in Nibbixwoud. Een jaar later
stond er een supermarkt van 400 vierkante meter. Jan, Hans, Ton en
Cisca kunnen zich nog goed herinneren dat de medewerkers altijd bij
het gezin aan tafel schoven voor de lunch, en dat hun moeder op
•1
k
om zonder
familie
r te werken’
I
‘Ik kan me
niet
Aha
i
koopavonden voor iedereen een warme maaltijd kookte.
Eind 1983 werd de supermarkt een Albert Heijn-franchisewinkel.
Vijf jaar later namen Jan en Hans de winkel van hun vader over, en in
1991 kwam ook broer Ton in de zaak. Zelfs de echtgenotes van de
drie broers hebben een baan in de winkel. En de vierde generatie?
Die is sinds kort ook op de winkelvloer gesignaleerd: Romy, de 14-
jarige dochter van Jan, vult er regelmatig de vakken om een centje bij
te verdienen.
Ken jij ook een blauwe familie? Laat het ons even weten via aha-magazine@ah.nl
TON (slager): ‘Ik heb twaalf jaar bij een concurrent gewerkt. Op
een gegeven moment ging de kwaliteit van het vlees daar achter
uit. Dat wou ik mijn klanten niet aandoen. Toen ben ik bij mijn
familie gaan werken. Geen moment spijt van gehad. Ik ga elke
dag fluitend naar mijn werk. We kunnen met z’n drieën verschrik
kelijk goed samenwerken. Maar je moet ook weleens iets van
een familielid aannemen. Niet te eigenwijs zijn en naar elkaar lui
steren.'
CISCA (vleeswaren en kaas): ‘Ik werk onder mijn broers. Ben
niks meer of minder dan de andere medewerkers. Laatst had ik
het er met een collega over of ik word
voorgetrokken. Niet dus. Ik krijg het
altijd eerder op mijn dak. Ook met
mijn schoonzussen kan ik prima
opschieten. Maar je gaat niet meer op
de koffie bij ze. We spreken elkaar al
zoveel. Ik kan me gewoon niet voor
stellen om zonder familie te werken.
Dat zou zo vreemd zijn!’
JAN (bedrijfsleider):
‘Vorigjaar hebben we de
winkel flink verbouwd.
De winkelvloer is nu
900 vierkante meter. In
principe runnen we de
zaak met z’n drieën:
Hans, Ton en ik. Maar ieder heeft zijn eigen verantwoordelijkheden.
Daar hebben we duidelijke afspraken over gemaakt, want dan kun je
elkaar daarop aanspreken. Het moet wel klikken met elkaar. Zo heb
ben de anderen er geen moeite mee dat ik voor de buitenwereld de
hoofdverantwoordelijkheid heb.’
HANS (verantwoordelijk op de winkelvloer): Tk vind het makkelijker
om met familie te werken, want wij kennen elkaar zo goed dat we
niet hoeven na te denken over hoe we iets zeggen. Soms ben je wel
wat harder tegen je eigen familie dan tegen medewerkers. Of ik wel
eens ruzie heb met mijn vrouw? Nooit, nergens over. Dat gelooft nie
mand maar het is echt zo. In de privé-sfeer moetje het niet aldoor
over het winkeltje hebben, want dan wordt je wereld wel heel kleinjfc
V