Mannen van de nacht 1 Aha 20 j. Bert Holterman (43) is erg enthousiast over zijn werk en zijn functie (coördinatorTeam Performance) bij het distributiecentrum in Zwolle. Wanneer we echter over de nacht diensten gaan praten slaat de stemming om. Hij zucht en kijkt op de klok. ‘Nog een half uur. Dan is het weer tijd om te snacken, een gehaktbal wordt het.' Bert moet om de drie weken een week 's nachts werken. De extra toeslag die hij daarvoor ontvangt, compen seert het leed voor hem niet. ‘Je merkt aan je lichaam, aan je gezondheid, dat je onregel matig werkt. Ik zie er slecht uit. Wallen onder de ogen en bleek. Ik denk dat je er nooit aan went. Na “een week nacht” volgt de slaap- zaterdag, die nogal eens wordt verstoord. Is de buurman aan het verbouwen dan heb je gewoon pech. En er bellen mensen, die niet verwachten dat je in bed ligt. Het vereni gingsleven, daar kun je moeilijk aan mee doen. En stel datje een feestje hebt of zo, of je wilt met vrienden weg. Dat kan lang niet altijd. Het 's nachts werken is voor mij veel te zwaar. Ik slaap niet overdag. Om acht uur 's morgens ga ik naar bed. Daar ga ik dan een paar uur wakker liggen. Mijn moeder zegt: “Drink warme melk. Dat helpt.” Nou ik heb het geprobeerd. Het helpt niet. Wanneer ik in de nachtdienst werk ben ik ook altijd veel geprikkelder en maak ik eerder ruzie thuis'. Kort samengevat: Bert Holterman is niet blij met de nachtdienst. Aan zijn hobby's, sporten, bier drinken en muziek luisteren, komt hij niet toe. ‘Het zijn verloren weken’, zegt Bert. Zwolle hoort met Zaandam,Tilburg en Pijnacker tot de regionale distributiecentra van Albert Heijn. Vanuit Zwolle worden on geveer 180 supermarkten bevoorraad. De bestellingen van de winkels moeten binnen 18 uur worden geleverd, wat een enorme werkdruk oplevert. En dus moet er ook 's nachts gewerkt worden. Eens per drie weken moeten de werknemers er bij toerbeurt aan geloven. Niet iedereen bij het DC Zwolle is zo negatief over de nachtdienst. De portier van de bewakingsdienst is heel vrolijk, groet en zegt dat we speciale schoenen aan moe ten. Dat is voor de veiligheid. Nadat we een pasje door een gleuf hebben gehaald, kunnen we naar binnen. We staan in een enorme hal. Vandaag zijn we te gast bij het team van teamleider Arie ‘houdbaar’Vink (47). Het is een rustige nacht. Uit de luidsprekers in de hal klinkt het nachtprogramma van Radio 538. Het geluid staat zo zacht dat je net niet kunt horen wat er wordt gezegd. Tussen de enorme stellages rijden mannen op hef trucks. Af en toe komen ze een collega tegen. Dan gaat er een hand omhoog. Door veel medewerkers wordt gesproken over een verandering in de teamstructuur. Het nadeel is dat de gebieden waarin men werkt groter zijn geworden en dat je elkaar niet meer zo vaak tegenkomt. In de pauze praten Edwin Biesterbos (32) is sinds kort team coördinator. Hij is in het team het aanspreek punt. ‘Zodat we de teamleider niet voor elk wissewasje hoeven aan te spreken.’ Hij drinkt koffie in het kantoortje. Aan de muur hangen bordjes met spreuken als ‘Samenwerken is... de neuzen bij elkaar steken' en ‘Samen collega’s met elkaar. De meesten praten over het werk. Er zijn er ook die kaarten. Verder wordt er ook veel gesproken over problemen aan het thuisfront. Arie legt uit hoe het distributieproces precies in elkaar steekt. Kort gezegd komt het er op neer dat de medewerkers er voor moeten zorgen de juiste artikelen op tijd bij de juiste winkels zijn. Arie kijkt naar schema's op de computers en ziet dat alles goed gaat. ‘Loop even naar “Vers” en kijk even of daar ook alles goed gaat', zegt hij tegen een mede- werker. De collega’s van Vers werken in een^Z1 koelcel. ‘Ik heb jaren in de supermarkt gestaan. In een distributiecentrum is de sfeer rauwer. De mentaliteit is anders. Mensen zijn heel direct en eerlijk. Bijna niemand vindt het leuk om 's nachts te werken. Het zal ook “never nooit” mijn favoriete dienst worden. Het thuisfront moet achter je staan. Dat is belangrijk. Speciaal voor mijn nachtdiensten hebben we thuis een rolluikje voor het slaap kamerraam laten plaatsen. Dan simuleer je dat het nacht is. Dat is goed voor je lichaam. Maar raar blijft het: warm eten als je opstaat.’ J K 1 ARIEVINK

Personeelsbladen | 2002 | | pagina 24