nmiihw Tante Miep I 15 Aha Wineke ‘Je maakt wat mee in de Jodenbree!’ de Boer (AH 1567, Amsterdam) Wat kan je als kaderlid van Blauw verwachten? Wimde Lang (SM AH 1104), Blauwe Consultant: ‘Het is heftig wat je als leidinggevende te horen krijgt, daar zal ik niet omheen draaien. Ik ben supermarktmanager in één van de pilo- twinkels. De knelpunten die in de inter views en bruinpapiersessies door mijn medewerkers werden benoemd, kan je ook omschrijven als een grote bak met ellende. Maar Blauw had ik voor geen goud willen missen, begrijp me niet verkeerd. Op veel vlakken in de score- kaart waren we een jaar geleden nog zo rood als een kreeft. En nu zie ik flinke stukken blauw in mijn winkel. De omzet, OPWU, klant- en medewerker- stevredenheid zitten in de lift. Als je vorig jaar een rondje door de winkel liep en je doet dat nu, zie je een wereld van verschil. Toch blijven er wensen op mijn verlanglijstje staan. Mijn ultieme doel is om al mijn mensen te bereiken en ze te raken met het blauwe gevoel. Het gaat tenslotte niet om cosmetische ingrepen, maar om houding en gedrag.’ Hoe hebben de pilotwinkels het ervan afgebracht? Ton Vervat, implementatiecoach: Tn de winkels die als eerste “blauw” zijn gemaakt, is een hoop verbeterd. Het winkelbeeld, bijvoorbeeld. Toch kan je een winkel niet in één klap ver anderen, het is een proces dat constant in beweging is. Door Blauw blijf je jezelf continu verbeteren.’ Wat vond je van de ‘Blauwe Consultantsdag’? Josja van Popta (adviseur Personeelszaken Regio Noord/Midden), Blauwe Consultant: ‘Vooral het oefenen van de interviews en de bruinpapierses- sie vond ik ontzettend leerzaam. Het was een soort rollenspel: om de beurt kropen we in de huid van een medewerker en de consultant. Ik denk dat het belangrijk is dat je je als Blauwe Consultant goed in de mede werkers kan verplaatsen. Het gaat tenslotte om hen.’ i Naast haar werk zaamheden bij Albert Heijn werkt Wineke als free lance journaliste voor onder andere de Volkskrant. Elke supermarkt heeft een ‘tante Miep’. Iemand die al j aren klant is, al de medewerkers kent en elke dag wel even in de winkel langs komt voor wat boodschappen. Miep, maar ze kan ook Gerda heten, of Nel, laat zich voorstaan op haar status als dagelijkse klant en kennis. Ze vindt stiekem dat ze wel een voorkeursbehan deling verdient. En niemand in de winkel die haar die niet zou willen geven. Onze tante Miep is klein en heeft tamelijk kort, grijs gekruld haar, ooit moet ze blond zijn geweest. Met een luide stem en een onver valst Amsterdams accent praat ze met alle medewerkers. ‘Lieveling’, schalt het wanneer ze binnenkomt. Want iedereen is haar ‘lieveling’. ‘Mop’ of‘meissie’ kan ook. Ik was nog niet bekend met het fenomeen ‘tante Miep’ toen ik net ingewerkt bij Albert Heijn alleen achter de kassa mocht zitten. Toen er een druk en luid pratend vrouwtje kwam afrekenen die mij ook nog aansprak met ‘lieverd’, wist ik even niet zo goed hoe hierop te reageren. Ik moest er wel een beetje om lachen. Maar toen ik haar daarna vroeg om 35 cent voor een draagtas, protesteerde ze. ‘Je hebt toch wel een tassie voor tante Miep?’ riep ze, op een gespeeld veront waardigde toon. Even was ik in verwar ring, en toen ze dat zag trok ze snel haar portemonnee. Na mijn kennismaking met tante Miep was ik echt ingewerkt.

Personeelsbladen | 2002 | | pagina 19