KtllIJMN Zomerklanten I F 4 23 Aha Wineke ‘Je maakt wat mee in de Jodenbree!’ de Boer (AH 1567, Amsterdam) Naast haar werk zaamheden bij Albert Heijn werkt Wineke als free lance journaliste voor onder andere de Volkskrant. s l Mopperen over het weer is Nederlanders eigen. Maar als de zon zich laat zien, grijpen we onze kans en installeren ons in het park of op een terras. Even wanen we ons in zuidelijker oorden en laten de boel de boel. Ook als je aan het werk bent in de supermarkt, heb je direct te maken met het warme weer buiten. Niet alleen stijgt on middellijk de verkoop van sla, stokbrood en karnemelk, ook zijn de klanten in een veel beter humeur. Vervelender zijn de tijdstippen waarop ze hun boodschappen komen doen, ’s Ochtends vroeg, vóór het dagje Zandvoort, of ’s avonds wanneer het na een aantal biertjes toch killer begint te worden op het terras en er nog gegeten moet worden, ’s Middags is er voor medewerkers weinig te doen. Onder het dak van de winkel profiteren we dan op onze manier van die lege uren. Er is wat meer tijd voor een praatje: je collega geeft je zijn geheime recept voor de perfecte pasta salade of je wisselt vakantie-ervaringen uit. Aan het einde van de dag besluit je samen dat een koele versnapering in het café om de hoek wel verdiend is. Al snel wordt het drankje na het werk iets waar je op rekent en voor je het weet ben je bevriend met iemand die je vóór de zomer niet eens kende. Niet alleen bomen en bloemen gedijen goed met dat warme weer, ook mensen bloeien open en groeien, bijna ongemerkt, naar elkaar toe. Niet iedereen zou het prettig vinden om tijdens het werk door familieleden in de gaten gehouden te worden. Maar bij de familie Van der Peet lijkt dat geen problemen op te leveren. Angèle: ‘Als ik de leiding heb, denk ik wel dat ik aan mijn kinde ren hogere eisen stel.’ Ralph (lachend): ‘Dan doe ik zeker alles perfect, want tegen mij heb je nog nooit iets gezegd.’ Desiree vindt het juist wel makkelijk als haar zus er ook is: ‘Ik werk er nog maar een paar maanden, als ik iets niet weet, loop ik even naar Chantal toe.’ Eveline, die bij de infobalie staat, vindt het soms wel lastig. ‘Als ze “mevrouw Van der Peet” omroe pen, weet ik niet altijd wie er wordt bedoeld. Trouwens, als ik iets moet vragen aan onze moe der, dan zeg ik gewoon “mam” tegen haar. Klanten kijken dan weleens raar op, maar dat kan me niks schelen!’ u

Personeelsbladen | 2002 | | pagina 23