4 Marcel Kokkeel, directeur Ahold Vastgoed: 'Natuurlijk had ik een winkel midden op het Museumplein willen bouwen, maar als dat niet gaat, dan bouwen we 'm eronder't 'In vastgoedland moet je een bijtertje zijn, vasthoudend. En je moet ook tegen je verlies kunnen' AHOLD FLITSEN JUNI 1997 'DE BESTE PLEK BESTAAT MET' In 1997 opent Albert Heijn 25 nieuwe supermarkten. En het bedrijf heeft nóg vierhonderd wensen voor nieuwe, betere en andere locaties. De jacht om de plek is een spel van netwerken, coalitievorming en vooral 'posities pakken'. Een hard spel soms, want er zijn weinig plekken te vergeven en waar Ahold vooraan staat, staan ook de concurrenten. Marcel Kokkeel is de jonge directeur van Ahold Vastgoed. Wie een snelle jongen verwacht, zit ernaast. Kokkeel, een Tukker van origine, staat model voor de nuchterheid waarmee Ahold zich op de vastgoedmarkt beweegt, jong, dynamisch, maar met twee benen op de grond. Flitsen sprak met Kokkeel over de spanning tussen mooi en functioneel, de opleving van de binnenstad en het vastgoedvak in de volgende eeuw. et voordeel van Food-plaza in Am- sterdam', zegt Kok- I flkeel, "is dat we het zelf hebben ontwikkeld. Dat zie je. Onze uitgangspunten zijn de retailbelangen. Dat moet ook. Wij kijken in eerste instantie naar: kunnen we hier een mo derne supermarkt maken of een mooie speciaalzaak. Waar we re gelmatig tegenaan lopen is dat een leuk idee het winkelen gaat dieteren. Een voorbeeld daarvan is het winkelcentrum dat in het Am sterdamse Oos telijk Havenge bied komt. Het geraamte van een oude, lang gerekte loods wordt daar ge bruikt als uit- gangspunt. Vanuit histo risch oogpunt zeg ik: leuk, maar als vast goedman van een supermarkt bedrijf zeg ik: hoe moeten we hier een goede winkel bouwen. Aan de andere kant worden er in dat gebied zoveel woningen gebouwd datje blij bent datje er toch bij zit. Dan maken we er maar het beste van.' We hebben inmiddels winkels met Shell samen, we hebben winkels onder de grond, op stations, we krijgen straks klei ne winkels bij de Rotterdamse metro; het wordt wel een bon te mix! 'De vastgoedmarkt verandert omdat de winkelmarkt veran dert. Omdat de klant ons op steeds meer plekken verwacht. Het standpunt van Albert Heijn is dat we die klant op moe ten zoeken. Hoe moeilijk dat soms ook is. Het gevolg is inderdaad dat we steeds meer verschil lende winkels krijgen, met al lemaal een ei gen karakter, een eigen as sortiment. Zo'n winkel van ETOS op het station heeft een beperkter, op de reiziger assortiment. Dat gaat ook gelden voor de AH- winkeltjes bij de metro in Rot terdam. En zo'n Food-plaza, daar komen heel diverse klan ten. In feite is het een buurt- winkel waar de bewoners van de binnenstad hun boodschap pen doen, lopend of op de fiets, want parkeerruimte is er nau welijks. Maar er zit ook een ho- reca-vergunning op. Je kunt er iets drinken, een broodje eten. Dat is ideaal voor de verpozen de klant. En de werkende klant kan er op weg naar huis, zo uit de tram, z'n dagelijks bood schappen meepakken.' Er is sowieso veel aandacht voor de binnensteden, met Amsterdam voorop. Heeft dat te maken met de trek naar de stad? 'Er is duidelijk sprake van een opleving van de binnenstad. Vandaar ook onze aandacht voor de centra van Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. Maai' ook kleinere regionale plaatsen zijn volop in de picture. Tien jaar geleden was die aandacht veel minder. Toen was de bewe ging meer 'de stad uit'. Het vergt trouwens nogal wat van je team. Want juist in de binnen steden liggen de panden niet voor het oprapen. Natuurlijk had ik een winkel midden op het Museumplein willen bou wen, maar als dat niet gaat, wat ik best begrijp, dan bouwen we 'm er desnoods onder. Zo'n plan komt niet voort uit borst klopperij van: kijk ons eens even innovatief zijn. Het komt voort uit schaarste. Die buurt is een dicht woongebied met veel koopkracht maar een onder maatse winkelbezetting. We hebben daar een paar kleine winkels, terwijl de klant steeds meer grootschaligheid ver wacht.' Maar is het dan niet veel prakti scher om die winkels in de peri ferie van de steden te bouwen? 'Ahold is daar tegen. Wat ik al zei: we zoeken de klant op. Wij gaan uit van het idee dat je je dagelijkse boodschappen dicht bij huis moet kunnen doen. Die winkels moet je in de wijk hou den. Je ziet dat ook in de Ne derlandse stedenbouw. Als wij ergens een wijk plannen, wor den op de kaart eerst de scho len en de voorzieningen gete kend. Daaromheen bouwen we de huizen.' Is het er nou leuker op gewor den in vastgoedland? 'De diversiteit maakt het leu ker. En door de schaarste van het aanbod moet je creatiever zijn dan voorheen. Je loopt bij voorbeeld langs een kerk die er slecht onderhouden uitziet en dan valt het kwartje. Het is een andere manier van denken. Je schept je eigen markt. Door snelheid en initiatief kun je je tegenwoordig onderscheiden in een concurrerende markt en dat is ook wat we doen. Daarom zijn we vijf jaar geleden met projectontwikkeling begonnen, zodat we zelf het initiatief kun nen nemen. Vervolgens zoeken we wel onze partners op om ge zamenlijk een project te realise ren. Ahold heeft het voordeel dat we een goede partij zijn. Kijk, we kopen en huren niet al leen vastgoed, we verkopen in feite ook onze formules. En die zijn sterk. Ze praten graag met ons. Ik prijs me geluk kig dat ik lei ding geef aan een team dat de kunst verstaat om in de huid te kruipen van onze opdrachtgevers; mensen met een geweldige drive. Vast goed is een dynamische wereld met een heel eigen sfeer. Je moet er van houden. Ja, je moet een bijtertje zijn, vasthoudend. En je moet ook tegen je verlies kunnen. Als je jaren achtereen op een plek hebt geaasd en er komt op het laatste moment een kink in de kabel, man, dat is een geweldige pil. Maar ver volgens moet je snel aan de gang om via een andere weg alsnog een kans te creëren.' Werp 'ns een blik vooruit. Hoe gaat de vastgoedwereld zich ontwikkelen? 'Het is moeilijk om verder te kijken dan tien jaar vooruit. Dan wordt het speculatief, Wat ik voorzie is dat de schaalvergro ting doorgaat. Het one stop shopping con cept is nog lang niet uitontwik keld. Aan de andere kant zal ook die drang naar mini-re tail op aparte locaties door zetten. Albert Heijn heeft vierhon derd wensen bij ons liggen voor nieuwe of betere locaties. Er valt nog genoeg te groeien. Vijf tig tot zestig procent van de Amsterdamse winkels is te klein. Speciaalzaken groeit per jaar met zeventig winkels. In het vastgoed ben je altijd op zoek naar een betere plek, maar de beste plek bestaat niet. We zitten nu in Food-plaza, maai er is altijd nog het Paleis op de Dam.'

Personeelsbladen | 1997 | | pagina 4