'WE STAAN ER ACHTER, MAAR WAAROM DIE ONDUIDELIJKHEID?' NIEUWS MUUiHIflllMMn 'Mensen vroegen zich af waarom het nodig was' 'Ik stelde onmiddellijk de vraag: werk dan?' 11 ALS IE HET Mil VRAAGT Hoe (an^dH^ek 't no<jr voordak je hier een heekje) [ftfaVdnd van kan neWh; Mnkje Marvelo's reorganisatie: ONDUIDELIJK BELONINGEN MOETEN GEKOPPELD WORDEN AAN PRESTATIE AHOLD FLITSEN APRIL 1997 ONDER VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE CENTRALE ONDERNEMINGSRAAD AHOLD In oktober vorig jaar zette Marvelo, Ahold's fabriek voor koffie en thee, wijn en broodbeleg, een stevige reorganisatie in. Doelen: een structurele kostenbe sparing die vanaf medio 1998 een feit zou moeten zijn en een betere aansluiting bij de wensen van de klant. De operatie werd Match 2000 genoemd. Belang rijkste veranderingen: veel ondersteunende taken wer den ondergebracht bij de drie productgroepen, en de invoering van zelfsturende groepen. Ook verdwenen sommige functies en werden 24 mensen herplaatst. Jan Velt, planner Marvelo: 'Bij de 'Wijn' schrokken we niet zo van de reorganisatieplannen', zegt planner Jan Velt. Daar waren we al een halfjaar bezig met de nieuwe organisatie. Andere afde lingen waren nog niet zover. Bij velen kwam het nieuws als een verrassing. Waarom reorganise ren: Ahold maakt toch zoveel winst? En toch moesten er bij ons mensen uit. Van enkelen ver dween inderdaad de functie. Voor mij persoonlijk vallen de gevolgen van de reorganisatie wel mee. Al leen mijn werkplek is veranderd. Vroeger zat ik in een kantoor, nu kijk ik uit op de machines. Ik werk nu productgerichter. En ik heb in derdaad meer contact met mijn collega's. Op zich begrijp ik wel waarom de reorganisatie in gang is gezet. Als een bedrijf niet in beweging blijft, gaat het uiteindelijk ten onder. Maar het lijkt in eerste instantie datje méér moet gaan doen met minder. En dat legt toch een druk op de mensen. Zelfsturende teams kunnen het antwoord zijn. We zijn die nu aan het opzetten. Hoe ze er uiteindelijk zullen uitzien? Ik weet het niet. En het manage mentteam weet het óók niet. Het is een proces waar we met z'n al len inzitten. Zo leer ik nu een col lega van de afdeling Noten hoe hij moet plannen. Hij en de produc tiechef moeten daar uiteindelijk verantwoordelijk voor worden. Het idee achter die zelfsturende teams is dat je elkaar binnen de groep (unit) moet kunnen vervan gen. Ik sta er best huiverig tegen over of dat kan. Bij plannen komt een hoop kennis en ervaring kij ken. Maar we zullen zien.' Jan Velt OR-voorzitter Gerhard Visschedijk kijkt met twee petten naar het verloop van de reorganisatie. Zijn functie als magazijnbeheerder ver dwijnt ook. 'Ik maak aan den lijve mee wat een reorganisatie met je doet', zegt hij. 'En als OR-man probeer je van een afstand naar het proces te kijken en te advise ren. Zo zagen we met name voor de 24 mensen die een andere functie zouden krijgen, of zelfs gedetacheerd zouden worden, de bui al hangen. Voor hen hebben we een rouwprocestraining be dongen.' Visschedijk legt uit: 'Dat is namelijk waar je doorheen gaat als je je baan kwijt raakt.' Visschedijk wil één ding duidelijk hebben: 'Match 2000, daar staat de OR achter. En de bestuurder heeft zich ingespannen om infor matie te geven wanneer daarom werd gevraagd. Ook', zegt hij, 'krijgen de medewerkers veel ruimte om zich te heroriënteren. Het ontbreekt echter aan concrete begeleidingsvoorstellen. Waarom heeft niemand ons verteld dat we bij Mobiliteitstraining AH terecht konden?' Onduidelijkheid. Dat is een steekwoord in Visschedijks be oordeling van het proces tot nu toe. Het (midden-) kader is laat bij het proces betrokken. En de mo gelijkheden en wenselijkheden zijn, wat Visschedijk betreft, nog niet voldoende door het MT ge communiceerd. 'Mensen willen gewoon weten: waar zal ik zijn over een jaar, en welk salaris heb ik dan?' Regelmatig poneert de Centrale Ondernemingsraad een stelling op deze pagina. Ahold-medewer- kers uit alle hoeken van het bedrijf worden gevraagd hierop te reageren. Deze maand: SIETSE KLEIN, VOORZITTER OR TER HUURNE: 'Prestatie moet naar mijn mening beloond worden. Het moet er toe bijdragen dat je je taak zo goed mogelijk vervult. Je wordt op je kwaliteiten beoordeeld, watje wel of niet kunt. Eerst moeten bewijzen of je een nieuwe taak of een uitbreiding van je taak aankunt, straalt geen overtuiging uit en werkt bovendien maar voor korte tijd. Voor een goede continuïteit van het werk moe ten prestatie en beloning in evenwicht zijn. Dat kan er ook voor zorgen dat mensen niet te vroeg afhaken.' ERIK POLDERVAART, PLOEGCHEF DC ZAANDAM, AFDELING RC: 'Als je het bekijkt vanuit de werkwijze met zelfsturende taakgroepen, zoals wij die hier hebben, denk ik dat be loning aan prestatie gekoppeld moet worden. Een beloning kan zijn dat een medewer ker binnen de groep een bepaalde taak mag uitvoeren omdat hij heeft laten zien een bepaalde vorm van verantwoordelijkheid waard te zijn. Of wanneer iemand een cursus heeft gevolgd kan hij beloond worden met het uitvoeren van een taak die daar mee sa menhangt. Natuurlijk mag ook een deel van de winst over een bepaalde periode ter be schikking van een taakgroep worden gesteld, om dit vrij te besteden, een avondje uit ofzo. Ook stel ik mij voor dat een ploeg tijd kan winnen door harder te werken en zo tijd kan sparen die weer gebruikt kan worden voor bijvoorbeeld werkoverleg.' Marcel Honijk, voormalig chemisch analist Marvelo 'Na de uitleg over de reorganisatie in oktober vorig jaar, bleef het nog een poosje onduidelijk wiens functie nou werkelijk zou verdwij nen. Eind november heb ik zelf om een gesprek gevraagd; ik ver wachtte geen slecht nieuws, maar wilde wel graag duidelijkheid voor mezelf. Het nieuws kwam als een donderslag bij heldere hemel: ik ben de enige chemisch analist/ warenwetdeskundige bij het be drijf en die functie zou worden opgeheven. Ik stelde onmiddellijk de vraag: en dat werk dan? Per 1 januari werd mijn functie al opgeheven en was ik 'productieas sistent Pasta' geworden. Een tijde lijke functie, in afwachting van een plek die nu nog door iemand anders bezet wordt. Ik heb de af gelopen maanden meegewerkt aan de overdracht van een deel van mijn oude taken aan collega's op de productieafdelingen. Na tuurlijk: mijn werk gaat me aan het hart, dus tegen zo'n verzoek zeg ik geen 'nee'. Maar bij zo'n overdacht wordt nog eens onder streept dat voor sommige taken een vakmatige kennis en achter grond nodig is. Hoe overtuig ik daar het management van? Ken nelijk willen ze in de praktijk erva ren in hoeverre mijn functie nodig is binnen het bedrijf. Helemaal overbodig is-ie kennelijk niet. Mij wordt gevraagd bepaalde vroege re taken weer voor mijn rekening te nemen. Dat voelt onwezenlijk. Sinds 1 januari ben ik immers geen chemisch analist meer, bij Marve lo. Of ik vind dat er, altijd, zorg vuldig met functies en mensen wordt omgesprongen, in het ka der van de reorganisatie? Tsja, wat mij betreft had dat, op z'n zachtst gezegd, béter gekund.' Marcel Honijk

Personeelsbladen | 1997 | | pagina 11