IIETS TE VERTELLEN OR DE OR' 'Geen jabroers of dwarsliggers' 'We hebben een stevige, volwassen relatie' ,clrferb pe M Oud-bestuurder Albert Heijn finger in de pap 'Ik heb altijd mijn stinkende best gedaan om de OR vroegtijdig bij plannen te betrekken.' ipetters veel meer een meespeler dan een controlerend orgaan.' wingsraadi hereon eell De oud-bestuurder m. Gerrit Heijn was een autoritai- l! baas. Hij had altijd gelijk. Als sij zijn mond open deed zat ieder een vol ontzag te luisteren. Alleen vakbondsleden in de OR trok- 3>n wel eens aan de bel. Soms wil len we wel eens apart, zonder raas Gerrit, vergaderen. Maar dat eerd ons niet in dank afgenomen, oat vond hij achterbaks. Daar avam dan ook snel een eind aan. liet OR-werk was ook niet zonder levaar. Veel leden gaven er voortij- Aig de brui aan uit angst voor hun arrière. Niet ten onrechte. Het is ebeurd dat OR-leden die in de OR- ïgadering kritiek uitten een dag iter door hun baas op het matje nerden geroepen. Het kostte dan tuk veel moeite om kandidaten nor de OR te vinden. Meestal lioesten de mensen door de direc- ie dringend verzocht worden.' iffi eerste OR had weinig krediet Jij de kiezers. Henk van Petten: rVe werden niet serieus genomen, elensen waren niet geïnteresseerd, ij werd geen enkel onderwerp ingedragen door de achterban, seels ook uit wantrouwen. Dat was een van belang rijkste redenen dat de OR zo slecht functioneerde.' Om de vergaderingen meer inhoud te ge ven gaf Gerrit Heijn van te voren onder werpen op aan de OR. "Dan hoor ik wel hoe jullie erover denken." Op die manier is bijvoor beeld het reglement voor de ideeënbus tot stand gekomen. Een van de schaarse wapenfeiten van de eerste OR. Henk van Petten stelde de regels eigen handig op. 'Voor een goed idee kreeg je voorheen een schijntje, een rijksdaalder of zo als aanmoe digingspremie. Volgens het nieu we reglement kregen de indieners van een idee een bepaald deel van de winst die het bedrijf daarmee behaalde. Toen ging het in ene om bedragen van tweeduizend gul den. Dat reglement is nog steeds van kracht. Daar ben ik wel trots op, ja.' Van Petten hield het na drie jaar OR voor gezien. 'Vooraf was de indruk gewekt dat je als OR-lid een vinger in de pap zou krijgen. Maar daar is me niets van gebleken. Naderhand is dat na tuurlijk wel beter geworden, maar ik liet het OR-werk voortaan graag aan anderen over.' Voormalig Ahold-president Albert Heijn heeft ruim 25 jaar ervaring met de OR. Hij was bestuurder van 1962 tot 1989 en als zodanig ge sprekspartner van de OR AH en de Centrale Onderne mingsraad (COR). 'De OR was nou eenmaal wettelijk verplicht. Dan moet je proberen om eruit te halen wat erin zit. We Henk van Petten De bestuurder Jan Andreae heeft al vanaf 1980 als bestuurder te maken met ondernemingsraden. Hij was onder meer gesprekspart ner van de OR Marvelo en de OR Operations. Sinds hij pre sident van Albert Heijn is, overlegt hij met de Groepson- dernemingsraad. 'Medezeggenschap heeft altijd een serieuze plaats ingenomen bij Al- bert Heijn. Dat zit in de open cul tuur van het bedrijf. Maar er is na- lijn we momenteel trouwens aan get onderzoeken.' Bij de OR Sales .1 Services hebben ze dezelfde er- aringen. Ger Lammers: 'Iedereen raat elkaar naar de mond. Het is sen soort van papegaaiencircuit, iieel funest voor het bedrijf. Tij- itens het veranderingsproces is er jlogal wat misgegaan in de filia- pn. De directie wist dat niet. Via en enquête hebben we aange- joond dat er problemen waren. sJervolgens is er ook wat aan ge l}aan. De OR is een uitstekend ka- Ijaal om signalen op te vangen.' .n de afgelopen veertig jaar is de rnvloed van de OR steeds groter [^worden. Die ontwikkeling gaat ^orlopig door. In Den Haag ïordt gewerkt aan nieuwe wets- yijzigingen die de OR nog dit jaar peer bevoegdheden zullen geven, ^aarnaast blijven de OR'en zelf tlruk bezig met de verdere profes sionalisering van hun organisatie, jfolgens BOR-hoofd Frans Petra zal [Ie nadruk in het OR-werk de ko kende jaren meer op de kwaliteit van de arbeid komen te liggen. De komst van zelfsturende groe pen bij Albert Heijn zal gevolgen hebben voor de OR'en. Petra: 'Met de zaken die zo'n groep zelf re gelt, moet je je als OR niet meer bemoeien. Wel bepaalt de OR, sa men met de managers, de kaders waarbinnen zelfsturing plaats vindt. Ik verwacht ook dat er ta ken van de vakbonden bij de OR komen te liggen. Het is best moge lijk dat een deel van de CAO straks door de OR wordt ingevuld. Er blijft zat werk voor de OR. De medezeggenschap heeft duidelijk toekomst.' Die conclusie wordt onderschre ven door de OR-voorzitters. Ger Lammers: 'Iedereen heeft belang bij de OR. Onze toegevoegde waar de blijft de signaalfunctie. Wel is daarvoor een betere wisselwer king met onze achterban nodig. Daar gaan we aan werken. Ik ver wacht dat de verhouding tussen bestuurder en OR harmonieuzer zal worden. Dat wil echter niet zeggen dat de spetters er niet meer vanaf zullen vliegen.' tuurlijk wel veel veranderd. Vraagstukken zijn nu ook van een andere orde dan zeventien jaar geleden. Toen kreeg de OR adviesaanvragen die tot in de de tails waren voorgekauwd. Daar kon dan 'ja' of'nee' tegen gezegd worden. Tegenwoordig komt er veel meer in samenwerking tot stand. Hoogtepunt was voor mij het convenant dat we met de GOR hebben afgesloten over de koers van Albert Heijn. Dat gaf ons de kans op weg te gaan zon der exact te hoeven aangeven waar we zouden uitkomen. Dat is ook onmogelijk in zo'n dyna misch proces. We hebben afge sproken dat we de koers regelma tig toetsen. Zo'n afspraak kun je alleen maar maken op basis van wederzijds vertrouwen. De OR is tegenwoordig veel meer een meespeler dan een controle- Ltgmwuunug rend orgaan. Die nieuwe rol wordt steeds duidelij ker. Voordeel is dat de OR vroegtijdig geïnformeerd is; nadeel is dat er minder gescoord kan worden. Het werk van de OR is in afnemende mate te verkopen aan de achter ban, terwijl de invloed juist toe neemt. Een lastig probleem. Er zal dan ook veel energie gestoken Jan Andreae, president Albert Heijn achterban. Botsingen met de GOR? Nou ja, zo nu en dan ontkom je daar niet aan. Maar dat hoort er ook bij. We hebben een stevige, volwassen relatie.' stonden er positief tegenover. Ik heb ook het gevoel dat we het spel daardoor redelijk snel onder de knie hadden. Natuurlijk was er een verschil in kennis. Ik heb wel eens gezegd: "Het is eigenlijk hart stikke oneerlijk: we stellen vragen aan de OR waarvoor ze de deskun digheid niet hebben en dan ver wachten we nog antwoord ook." Later is de invloed van de OR na tuurlijk flink toegenomen. Door ruimere bevoegdheden, maar ook door het feit dat mensen mondi ger zijn geworden en beter opge leid. Ik heb altijd gevonden dat een positief kritische OR gezond voor de onderneming is. Daar valt beter mee te werken dan met ja broers of dwarsliggers. Ik heb ook altijd mijn stinkende best gedaan om de OR vroegtijdig bij plannen te betrekken. Er is me wel verwe ten dat ik met plannen bij ze kwam waarvan de consequenties nog niet te overzien waren. Het al ternatief was dat ik met een ge heel uitgewerkt plan zou komen waar de OR niets meer aan zou kunnen veranderen. Dat leverde soms verhitte discussies op. Mijn opstelling ten opzichte van de OR is in de loop der jaren ver anderd. In het begin was ik gema tigd optimistisch. Later had ik iets van: "Goed dat er een OR is. Je kunt er veel mee." Dat is bijvoor beeld gebleken bij de integraties van Simon de Wit en Miro. Dat waren ingrijpende gebeurtenis sen. We moesten tegen de Simon- en Miro-mensen zeggen: "Als je Al- bert Heijn op de deur zet, wordt je omzet twee keer zo hoog". Ga er maar aan staan. Toch hebben we die klussen goed voor elkaar ge kregen. De rol van de OR'en is daarbij van onschatbare waarde geweest. Daar denk ik met groot plezier aan terug." 'Ergens is het wel goed dat er een OR is, maar ze moe ten hun gezicht meer laten zien. Ik heb de laatste tijd weinig van ze gemerkt. Voor de verkiezingen kwam de gene op wie ik gestemd heb nog wel eens langs. Nadat hij gekozen was, heb ik hem nauwelijks meer gezien. Komt misschien door de ploegendienst. Dat heeft de communicatie er niet eenvoudiger op gemaakt. Maar dat er een OR is waar je op kunt terugvallen, is een geruststellend idee. Dat gevoel heb ik zeker. Ik weet waar ze mee bezig zijn. De notulen lees ik altijd door. Zelf ben ik een keer kandidaat geweest. Ik ben niet ge kozen, nee. Daarna dacht ik: bekijk het maar.' Henk Last, medewerker Retourencentrum DC Zwolle

Personeelsbladen | 1997 | | pagina 15