'Achter de winkel lopen nog de smalle, metalen fabriekstrappen naar de kantine' AH's vreemde eend: KRALINGS OERWIT 'Ik weet niet wat ik gedaan had als het hier allemaal blauw was geworden' BLAUW VREEMDE EEND 'Een buitenlandse winkel', noemt Wim van Geffen zijn nieuwe onderkomen. Hij is de enige AH-man in het Den Toom-bolwerk. De man die de scepter zwaait, was voorheen supermarktmanager van AH's paradepaardje aan de Vermil- joenweg in Zaandam. De nieuw tjes van de Zaanse zaak heeft hij ingeruild voor de Rotter damse zakelijkheid, die vooral stoelt op een no nonsense-men- taliteit. 'De Rotterdammers zijn van 'doe maar gewoon', zegt Van Geffen. Den Toom is bin nen AH een vreemde eend, een bedrijf zonder poespas, een win kel die zijn eigen koers vaart met eigenzinnige mensen. De groenteman timmert er zijn ei gen kruidenrekje, de bakker kneedt er brood dat nergens an ders te koop is. Het bedrijf heeft iets van de oude Miro, iets van Claudia Streefkerk Rotterdam's Den Toom vaart eigen koers de grenswinkels van Ter Huur- ne en met z'n vele bedieningsaf delingen, eigen bakkerij en ei gen groentensnijderij ook iets Amerikaans. 'Ik kan er hier wel de bezem door gaan halen', zegt de nieuwe directeur, 'maar dan werkt het niet meer. Iedereen kent Den Toom zoals het is. Oranje en bruin, dat zijn de kleuren. Jaren zeventig, inder daad. Maar het hoeft geen chi que toestand te worden. Ga je verbouwen, vragen ze hier: 'dan zal het wel een stuk duurder worden, hè?' Oud-eigenaar Henk den Toom, telg uit een tuindersfamilie, die vijfentwintig jaar geleden de leegstaande lampenfabriek van Philips kocht, heeft ook nooit ri goureus verbouwd. Achter de schermen van de winkel lopen nog de smalle, metalen fabrieks trappen naai- de kantine, de kantoren en de kelders. Het distributiecentrum naast de winkel, wat je ook magazijn mag noemen, omdat van distri butie geen sprake is, oogt al even authentiek. 'Dat is de charme van dit bedrijf, vindt bedrijfsleider Cor de Graaf, die er al achttien jaar Den Toom op heeft zitten. 'En vergis je niet, het distributiecentrum is één van onze krachten. We laten een hele wagen cola komen voor een mooi prijsje. Die slaan we op. Zo kunnen we extra voor deel garanderen en hebben we bovendien altijd voldoende voorraad.' Bij de bakkerij schudt hij in het voorbijgaan een nieuwe collega de hand. 'We hebben weinig verloop', gaat hij verder. 'De mensen blij ven lang. Dat zegt iets over de betrokkenheid. Ze vinden het leuk bij ons. Waarom? Omdat ze veel zelfstandigheid hebben. Ze kunnen hun vakkennis en hun creativiteit kwijt. Dat sti muleren we. We hebben bijvoor- - AHOLD FLITSEN DIK EEN JAAR CELEDEN kocht Albert Heijn in Rotterdam het Koopcentrum Kralingen, ook bekend als familiebedrijf Den Toom. Een verzameling winkels met als middelpunt een wat verouderde, maar opvallend drukke supermarkt. Het personeel komt grotendeels uit Kralingen-Crooswijk, de klanten ook. Een verslag van een Rotterdams onderonsje in een oude lampenfabriek. beeld geen huismerken hier, maar wel typische Den Toom- producten.' Hij wijst op het Kralings Authentiek Oerwit, stevig brood dat in een houten mandje rijst. 'We bedenken al les zelf, we bepalen alles zelf. Je zit hartstikke direct op de mensen. Kijk, stukje worst? We laten veel proeven. Niet door al lerlei toeters en bellen erbij te halen, gewoon door onze eigen medewerkers. Bij ons loopt de firn in bedrijfskleding, zeg ik weieens. En je krijgt reactie te rug. Lekker, niet lekker. Rot- terdammers nemen nu eenmaal geen blad voor de mond.' 'Toen Albert Heijn als koper 1 kwam, vond ik dat eerst hele maal niet zo leuk', zegt Anne- mieke den Toom, dochter van oud-eigenaar Henk. Samen met i broer en zus werkt ze nog in het I bedrijf. Ook onder AH-vlag. 'Ik weet niet wat ik gedaan had als het hier allemaal blauw was ge worden. Dat had ik moeilijk ge vonden. Je bent toch verknocht aan die winkel, die kleuren en 1 je naam op de gevel.' Maar An- nemieke zag het afgelopen jaar niets veranderen. Albert Heijn kocht Den Toom niet in eerste j instantie om er een eigen win kel te beginnen. Het ging erom j marktaandeel te verkrijgen in een stukje Rotterdam waar AH nog geen voet aan de grond had. Dat er langzaam wel ge- j moderniseerd zal gaan worden, j is zeker. Van Geffen laat door schemeren volgend jaar met scanning te willen beginnen. Maar verder geldt: Den Toom i dat moet vooral Den Toom blij ven. Het is een stormachti ge herfstmiddag. De eerste van het jaar. Kralingen-Croos wijk, de wijk van voetbalclub Excelsior en de Erasmus Universiteit, ziet er wat troosteloos uit, ondanks de keur aan kleurrijke bewoners, die gehecht zijn aan Tiun' stuk je Rotterdam. Aan de rand woont de Kralingse chique in fraaie villa's, in het hart studenten en tweeverdieners naast Jan Modaal. Ergens in die wijk komen de bewoners sa men. Om boodschappen te doen in de overvolle winkel van Den Toom. Elke Kralinger kent de winkel, die middenin een woon wijk staat en dus middenin het leven. Groenteman Umit Cam- dere, al zestien jaar in dienst, is de bedenker van een tropisch aandoende boom, waarop kleine delica tessen worden gepresen teerd. 'Ik heb het samen met het doe-het-zelf centrum hier op het terrein in elkaar gezet. We hebben een opvallend ding in de winkel en ruimte gewonnen. Ja, die vrijheid krijg je hier. Als ze erin gelo ven, zeggen ze: leuk plan, doe maar.' Umit kwam als jochie binnen. Hij zat op technische school, studeerde voor lasser. 'Het leuke van dit bedrijf is dat ze geen gehei men hebben. Ik weet nog dat ze me na een jaar al de omzet in AGF lieten zien.' 'EEN PIZZA MET EEN GROOTHART' Bij de counter met pizza's is jos Grote Ganseij, afdelingschef Broodverkoop, bezig een nieuwe pizza te beleggen. De SINT-pizza, waarop met rode en groene paprikastukjes de letters zijn gevormd. 'Kant-en-klaar pizza liep moei lijk', zegt hij. Toen zijn we het zelf gaan doen. De bodems krijgen we aangele verd, het beleggen doen we zelf. Tja, en daar kun je je lekker in uitleven. We bedenken zo'n SINT-pizza, of een herfstpizza met verschillende paddenstoelen. En ik kan me voorstellen dat er met Valentijnsdag een pizza met een groot hart in de toonbank ligt.' 'DE KUNT HEEFT ALTIJD GELIJK' Monique Partodikromo zit direct na de ingang bij de Informatie-balie. De goedlachse Kralingse is, zegt ze, 'het visitekaartje' van de winkel. Ze kan daar haar er varing als caissière goed ge bruiken. 'Als caissière ben je de laatste indruk', zegt ze. 'ja, de mensen komen met klachten en vragen bij mij. Soms heel vervelend hoor. Als er een prijs in de folder niet klopt. Dat speel ik door aan de verantwoordelijke persoon. De klant heeft altijd gelijk. Krijgt ook altijd ant woord. Al stelt hij de gekste vragen. Zo had ik laatst ie mand die vroeg waar we toch die tegeltjes van onze wc's hadden gekocht.'

Personeelsbladen | 1996 | | pagina 4