t r DE MESSENSLIJPER 'Al die klappende mensen: dat maakt indruk' 8 Dam tot Dam-lopers weer aan het trainen SELECTIEWEDSTRIJD TIJDEN FANATIEK AHOLD FLITSEN JULI 1996 De messenslijper van Meester huist in een achteraf ka mertje, vlakbij de hal waar zo'n honderd sla gers het vlees voorbewer ken. Elke slager heeft zijn eigen setje messen, uit beenmessen, vliesmes sen, kantmessen. Aan het eind van de dag gaan de gebruikte messen in de wasmachine, de volgen de ochtend liggen ze op de slijpsteen bij 'Fred de Slijper'. 'Een mes dat elke dag geslepen wordt, gaat ongeveer acht weken mee.' HOE IS DE MESSENSLIJPER MESSENSLIJPER GEWORDEN? Ik ben zelf 21 jaar uitbeender geweest. Maar om medische re denen moest ik er mee stoppen. Ik had het geluk dat deze func tie net vrij kwam. Daardoor ben ik blijven hangen in het uit- beenderswereldje, wat een apart volkje is. Ik voel me daar bij thuis. Het enige wat ik mis, is het ravotten met het vlees.' WAT DOET DE MESSENSLIJ PER? 'Ik slijp dagelijks zo'n 160, 170 messen. Een jaar of vier ge leden ging dat nog op persoonlij ke voorkeur. Dan kon de uit- EHBO-K MATERIAL- beender zelf zeggen hoe hij zijn mes geslepen wilde hebben, met een breed pad of een smal pad. Dan stond ik per mes de hoek in te stellen waarmee geslepen moest worden. Nu is een stan daard bepaald van 23 graden. Zoals deze: de 'twaalf zwart krom'. Per mes doe ik er zo'n vijf minuten over. Nieuw pad aan maken en dan de bramen eraf halen, afwetten heet dat.' EEN EENZAAM BEROEP? 'Nee, ik heb veel aanloop. Veel uit- beenders komen tussendoor hun mes nog laten slijpen. Dan hebben ze bijvoorbeeld hun vei ligheidshandschoen geraakt of het laten vallen. Of het snijdt gewoon niet lekker. Dat kan. Ik ben ook maar een mens. Kijk, er zijn erbij die bijna elk uur te rugkomen, er zijn er ook die eens in de vijf dagen hun mes sen laten slijpen. Het is ook een kwestie van aanzetten met het staal. Dat is een kunst op zich. Als je die kunst goed beheerst, kun je een mes lang scherp houden.' HOEVEEL MESSEN GAAN ER DOORHEEN? 'Op jaarbasis... een stuk of duizend. We hebben negen verschillende soorten. De gele handvatten zijn messen van dikker staal, de zwarte zijn dunner. Dan heb je de kromme messen, die ervoor zorgen datje minder polsbeweging hoeft te maken bij het snijden en de rechte voor bijvoorbeeld het vliezen. Je hebt er uitbeenders bij die zweren bij één type. Die doen alles met één en hetzelfde mes. Ikzelf heb nogal grote han den, dus ik gebruikte messen met een flink handvat. Zo heb ik er ook een paar tussen zitten die alleen maar een kort geel mes gebruiken, de twaalf recht noemen we die.' WAT DOET DE MESSENSLIJ PER NOG MEER? 'Ik verzorg ook de messenuitgave. Dus, als een mes versleten is, komen er nieuwe. De oude gaan naar de spektafel, daar doen ze nog een tijdje dienst. Ik probeer ook op zoek te gaan naar betere, ster kere of handiger messen. Die laat ik dan door een paar man testen. Eens per week slijp ik de messen voor de whizzard, de machine die zwoerd van de hammen haalt. Daar heb je weer een heel andere slijper voor nodig. En de dag begint standaard met het leeghalen van de wasmachines. Die voor raad schone messen is mijn slijpklus voor de dag. Ja, ik ver maak me hier wel. Ik vermaak me eigenlijk altijd wel. Thuis heb ik ook altijd van alles te doen. Heb ik ook een eigen slijpsteentje. Dus in het uiter ste geval ga ik m'n privé-mes- sen slijpen of die van de buur man.' Al lijkt het nog ver weg, veel mensen zijn al fanatiek aan het trainen voor de twaalfde Dam tot Damloop op zondag 22 september. Zo heeft een enthousiast AH-team uit Bus- sum startplannen, evenals een groep Polen. Zij zijn dit jaar voor het eerst van de partij. Marcel Holtmaat van Ahold Po len trok ze over de streep. 'Dat was niet moeilijk. De Polen waren meteen enthousiast.' Gewapend met posters van de Dam tot Damloop en zijn eigen enthousiasme reisde Marcel dit voorjaar af naar Polen. 'Het leu ke van de Dam tot Damloop vind ik dat Ahold-medewerkers uit de hele wereld meedoen. Waarom dus geen Polen? In een vergadering heb ik de Dam tot Damloop naar voren gebracht. Ze waren er gelijk voor te por ren. Ze hebben memo's naar al le winkels gestuurd om zoveel mogelijk mensen enthousiast te maken. Hardlopen is in Polen namelijk tamelijk onbekend. Als ik in Polen een rondje hard loop, wordt ik heel wat nage staard.' Marcel traint zelf ook. 'Ik vind de Damloop een magni fieke happening. Dit jaar doe ik dan ook zeker weer mee.' De Polen pakken het degelijk aan. Marcel: 'Eind augustus houdt de Poolse organisatie een voorloop. Het is een soort kwali ficatiewedstrijd. De deelnemers strijden om de vierdaagse reis naar Nederland. Er wordt een team samengesteld van 6 a 8 lo pers. Zij logeren samen met het Portugese team in een hotel in Zaandam. Voor de Polen is de reis naar Nederland een droom wens. De meesten zijn altijd dichtbij huis op vakantie ge weest, vliegen is dan een bijzon dere ervaring.' toen de Damloop geblesseerd gelopen. Dat wil ik dit jaar voorkomen.' Het team van AH-filiaal 1404 uit Bussum aan de training. V.l.n.r. René Kleijer, Martijn van Geffen, Paul van Emmerik, Peter Schimmel en Menno v.d. Poll Dichterbij huis, bij AH-filiaal 1404 in Bussum, wordt ook ste vig getraind. Vorig jaar hebben we voor het eerst meegedaan. Al die klappende mensen als je de IJ-tunnel uitkomt, maakte zo'n geweldige indruk dat we meteen besloten nog eens mee te doen', aldus Martijn van Gef fen. 'Begin dit jaar zijn we met z'n vieren heel fanatiek begon nen met trainen. Drie keer per week liepen we een rondje van ongeveer zeven kilometer. In maart is het trainen wat afge zwakt vanwege het slechte weer. En we hadden er gewoon geen tijd voor. Nu zijn we weer conditie aan het opbouwen. Ik doe nog wel een beetje voorzich tig aan, want vorig jaar heb ik te fanatiek getraind. Ik heb 'Tijdens het trainen hebben we een hoop lol, maar we willen ook van elkaar winnen. Ik hou in een boekje de verschillende tijden van alle teamleden bij. Zo kunnen we kijken of we vooruitgang boeken. Na het trainen praten we nog even na hoe het lopen is gegaan en drin ken we gezellig wat. Nee, geen alcohol. We zijn gezond bezig. Drie a vier weken voor de Dam loop ga ik in principe ook niet meer uit en pas ik mijn eetge woontes aan. Dus meer vitami nes en geen vet. Want ik wil dit jaar een snellere tijd lopen dan vorig jaar.' Wil je de Dam tot Damloop niet missen?! Kijk dan op de wikkel van deze Flitsen en schrijf je in.

Personeelsbladen | 1996 | | pagina 8