EERST SERVICE, DAN KWALITEIT EN DAN PAS DE GOEDKOOPSTE ZIJN' 'Nice and friendly', dan komt de klant weer terug Een bezoek aan Giant Food Stores SERVICE 'Waar we naartoe gaan is het 'eat on the spot'-idee' OUDE WINKEL ONE STOP 'Ik kan je alles leren over werken in de supermarkt, maar niet hoe je beleefd moet zijn' Edwards-caissière Lisa Brown: BUITENLAND Het gaat Giant goed. De Amerikaanse Ahold-keten opende vorig jaar negen nieuwe winkels in de staten Pennsylvania en Maryland. 'Service', is het sleutelwoord, een be grip waarmee je in de VS, misschien wel meer dan ergens anders, kunt scoren. Flitsen bezocht twee winkels van Giant, een oude en een gloedje nieuwe. Een reportage uit Harrisburg. Pennsylvania, Amerika's plat teland, een uurtje vliegen van New York. Hoofdstad Harris burg is de thuishaven van drie Giant Food Stores. 29th street loopt in alle stilte door een wijk met typisch Amerikaanse hui zen. Houten veranda's met een schommelstoel. Bij de Giant- winkel even verderop lijkt het leven in een gemoedelijk tempo zijn gan getje te gaan. 'Klopt', zegt sto remanager Tom Sandt, 'Hier is het take it easy, rustig aan. Je roept niet alleen 'Hello, how are you?' langs je neus weg. Je kunt ook eens wat gerichter met iemand praten. Zo van: speelt je zoon nog steeds baseball? Echt, service is belangrijk, maar de relatie met de klant is het allerbelang rijkst.' We lopen door de kleine entreehal. Er zitten drie oude, grijze negerinnen op een bank je. 'Hai, y* Tom!' De storema nager is de vriendelijkheid zel ve. Het valt ons op dat overwe gend grijze permanentjes de winkel bevolken. 'De bus van het bejaardentehuis', verklaart Sandt. 'Komt hier een keer per week. Voor die mensen is een bezoek aan onze winkel echt een uitje. Ze nemen er de tijd voor.' Het assortiment is divers, om dat het pubhek divers is. Lo kaal ondernemerschap is in een maatschappij waarin service en de klant centraal staan, een hot item. De Giant-winkel heeft een 'etnische afdeling', voor de in dianen, de afro's en de spaans- taligen, de latino's. 'Waar we veel van verkopen is het merk Goya', zegt Sandt. 'Oüjven, olie, heel gewone artikelen. Goya is veel duurder dan dezelfde artikelen van een Ameri kaans merk, maar de Spaanstaligen zijn vreselijk merk-trouw. Daar spelen we natuurlijk op in.' En dan zijn er de everyday low prices. Bijna al le supermarkten, ook Giant's concurrenten, schermen met deze klantenlokker. Iedereen zegt de goedkoopste te zijn. Het lijkt het sterkste argument om de klant te overtuigen. 'Onzin', verweert Tom Sandt zich. Wat ik al zei, service is het belang rijkste. Dat is ook ons sterke punt. We zijn vriendelijk en de winkel ziet er verzorgd uit. Ie dereen die bij ons werkt, heeft gevoel voor de klant, het zijn people-orientated people. Ik be doel, dat moet je van jezelf heb ben. Ik kan jou alles leren over werken in de supermarkt, maar niet hoe je beleefd moet zijn en dat je eens moet lachen naar een klant, interesse moet to nen.' We lopen over de grote groente-afdeling. Sprinklers (sproeiers) houden de blad groente fris. 'We vinden kwali teit belangrijker dan de goed koopste zijn. We zijn goedkoop zonder concessies te doen aan de kwaliteit. Dat is het verschil met onze concurrent. Die schreeuwt van de daken dat-ie goedkoper is met zijn sla. Ga je kijken, ligt daar een ielig krop je.' Volgens een groot spandoek bo ven de kassagroep verkoopt de Giant-winkel 30.000 produkten onder één kap. In deze winkel lukt dat maar net. De 30.000 artikelen zijn geperst in lange, smalle straten. 'Dit is een oude winkel', verklaart Sandt. 'Er zijn plannen om dit jaar ingrij pend te gaan remodelen. Dat wordt tijd ook. Er wordt bij ons veel gepraat over one stop shopping, alles onder één dak. De klant wil steeds geva rieerder, snel ler, makkelij ker. Aan de mo derne eisen van deze tijd kun nen we in deze winkel nu niet voldoen. Dan moet je eens gaan kijken bij onze collega's drie mijl verderop. Het parade paardje van Giant. Daar kun je zien dat Giant progressief is. Zo'n mentaliteit van niet af wachten, maar vooruitdenken.' Drie mijl verder. De Giant-win kel is het trotse middelpunt van een groot winkelcentrum. Ook hier everyday low prices, 24 uur per dag open en tienduizenden produkten onder een dak. Deze winkel is hoog en ruim. Tegen de entreemuur staat de Wall of Value, een Amerikaans feno meen. Het is een metershoge display opgebouwd met de scherpste aanbiedingen. Een trip door de winkel, in het spoor van storemanager Bill Martin, leidt ons langs de populaire sa- ladebar. Ook kijken we even achter de schermen waar de slagers de T-bonesteaks ver werken en in het kleine maga zijn, waar een T-splitsing het mogelijk maakt de binnengeko men goederen via de kortste weg naar hun plek in de winkel te krijgen. Diepvries over rechts, frisdrank over links. We werken van de truck naar het schap', zegt Martin. 'Dat bete kent kleine voorraden. Vul len doen we 's nachts, dan zijn er minder klan ten. En overdag heb je dan keu rig nette stra ten. Geen heen en weer gerij met pallets, geen lege do zen.' En over het moderne one stop shopping 'Dit is hoe we het in ons hoofd hadden. Hier vind je alles. We hebben een eigen videotheek, we hebben een bankfiliaal, we hebben een afhaalchinees. Maar het gaat alweer verder. Waai- we naartoe gaan is het 'eat on the spot'-idee. Je koopt niet alleen je burrito bij ons, je eet hem ook ter plekke op.' Verkoopster achter de deli, vakken vullen, bestellen; noem het, en onze buiten landse collega's doen het ook. Niks nieuws onder de zon? Toch wel. Neem een kijk je over de grens. Bij Lisa Brown bijvoorbeeld. Zij werkt als caissière bij Edwards in Brooklyn. Pleased to meet you! AHOLD FLITSEN FEBRUARI 1996 'Smiling1, dat is, volgens Lisa Brown, het toverwoord voor een goede caissière. De scholiere werkt in haar vrije tijd partti me bij de Edwards-winkel in Brooklyn, New York. De ene keer rekent ze af, de andere keer pakt ze boodschappen in. 'Dat doen we hier', zegt ze. 'Ser vice hè. Dat is in Amerika een enorm belangrijk punt. En als caissière ben je nu eenmaal een sluitpost, de laatste indruk die een klant van de winkel heeft. Doe je het 'nice and friendly', dan komt hij de volgende keer weer. In onze opleiding wordt op dat soort dingen echt geha merd.' 'Ik weet dat in Nederland de caissières zitten. Dat mogen wij niet. Wij staan achter de kassa. Best zwaar hoor. Maar dat heeft ook weer met dat service idee te maken. Als ik ga zitten, denken de mensen dat ik lui ben.' Lisa werkt al drie jaar bij de Brooklyn-winkel. Ondanks haar high-school draait ze zo'n twintig uur per week. Ze kent dan ook een groot deel van het doorgaans vaste winkelpubliek. 'Eén is speciaal', zegt ze. 'Ben nie, een oude man. Hij komt hier, zoals veel oudere mensen, z'n 'foodstamps' inleveren. Dat zijn bonnen waarmee je eten kunt betalen als je geen pen sioen hebt en bijstand krijgt.' Het gesprek komt op de zegel tjescultuur waarmee de Neder landse caissière te maken heeft. Ze lacht: 'Denk maar niet dat wij die niet hebben. Eén van onze klantenbinders is de cou pon. Edwards biedt zijn klanten wekelijks zulke kortingsbonnen aan. Die moeten we innemen en verrekenen.' Blijft ze haar hele leven bij Ed wards? 'Nee, dat denk ik niet. Dat doet toch haast niemand meer. Bovendien: meer dan de Tom Sandt: 'We zijn goedkoop zonder concessies te doen aan de kwaliteit' helft van de mensen hier werkt op parttime-basis. Die blijven niet forever.' Edwards-caissière Lisa Brown: 'Ik weet dat in Nederland de caissières zitten. Wij staan ach ter de kassa. Best zwaar hoor. Maar het heeft met ons service-idee te maken.'

Personeelsbladen | 1996 | | pagina 5