'JONGENS, ER STAAT EEN FOUTE POT OP TAFEL.' T AHOLD FLITSEN MEI 1995 IN NEDERLAND NOEMEN ZE HEM DE SCOFFIEGOEROE en is hij opgenomen in de ridderorde van Oranje-Nassau. In Brazilië heet hij Pa- pa, de koffiepaus. Diep in zijn hart zou hij wel op een plantage willen wonen. Geb Ijskes, als hoofd Inkoop Koffie en Thee bij Marvelo inmiddels opgevolgd door Ward de Groote, gaat na 45 jaar in de koffie met pensioen. Melanges maken, ruiken, slurpen, onderhandelen, reizen en de markt analyseren. Binnenkort neemt hij definitief afscheid. Hij moet er nog even niet aan denken. Als je ziet hoe Geb IJskes die kleine, gebrande kof fiebonen door zijn vingers laat glijden, ze oppakt en be snuffelt, dan weet je: hier is een crack met veel liefde voor zijn vak aan het werk. 'Het is leuk om ermee te spelen,' zegt hij. 'Bij de ingang van onze proefka- mer ruik ik al of er een 'stinker' of een 'geile boon' tussen zit. Echte Hollandse uitdrukkin gen. Dan zeg ik: jongens, er staat een foute pot op tafel.' Hij noemt zichzelf een bevoorrecht mens, hoewel hij daarvoor geen reden kan geven. 'Misschien door mijn vak?' ASSISTENT Op zijn zestiende kwam Geb IJskes als jongste bediende bij Albert Heijn terecht. Na drie maanden was hij 'junior' op de inkoopadministratie. Zijn fasci natie voor koffie begon in 1955: hij werd bij de toenmalige inko per Koffie, Thee, Wijn en Ca cao, G.J. Hermanides als assi stent aangenomen. In 1964 kwam hij zelf op die stoel te zit ten. Gerrit Heijn (de zoon van stichter Albert Heijn), Herma nides en oud-collega Oosterhuis leerden IJskes het vak van kof- fiemelanges maken. 'Koffie is voor de familie Heijn altijd een belangrijk produkt geweest', weet IJskes. 'Het verdiende ook goed als je de bonen zelf brand de. En in de jaren vijftig dacht men: een koffieklant is een vol le klant. Komt hij voor koffie, dan koopt-ie alles bij je.' Koffie is leuk, zal Geb IJskes nog vele malen herhalen in het Door Monique Lindeboom interview. 'Als je niet te zwaar rookt, kan iedereen dit vak le ren. Echt leuk. Neem nou een pakje Perla Mild: daar zitten zeker tien verschillende soorten bonen in. Die melanges maak ik zelf, gebaseerd op de oude re cepten van Gerrit Heijn, hoewel er enorm veel veranderd is.' Prompt worden de melange schriftjes van Heijn uit 1923 er bij gehaald. Geb bewaart ze zorgvuldig met nog andere ver geelde, handgeschreven briefjes met vragen, opmerkingen en voorstellen van Gerrit Heijn in een hangmap met de titel: 'Stukken familie Heijn.' 'Heel af en toe kijk ik nog in die oude schriftjes, maar dan is het meer uit nostalgie. Gerrit Heijn was een lastige hoor! Je moest van hem net zo lang zoeken tot je de melange had gevonden die overeenkwam met de melange van een concurrent in dezelfde prijsklasse. Ik weet nog wel dat De Gruyter onze obsessie was. Het kan altijd beter, zei Gerrit Heijn dan. Het was echt fractie- werk. Ik stond de pakken van De Gruyter boon voor boon te analyseren. Vorm, nerf, gewas sen of ongewassen. Zo kwam ik ook achter de percentages. Het is ook nu nog steeds een vak dat je leert in de praktijk. Er bestaat geen opleiding voor.' HALLO PAPA Geb IJskes was de eerste koffie- inkoper bij Albert Heijn die daadwerkelijk de plantages fre quent ging bezoeken en ter plaatse deals afsloot. Voor die tijd betrokken we de koffie van de lokale handel, Amsterdam of Hamburg. We begonnen in de jaren zestig natuurlijk ook hard te groeien. In Brazilië legde ik contact met de planters via de exporteurs in de havenstad Santos. Die jongens zitten daar nog steeds, in drie straten, bij na pui aan pui. Iedereen kent me daar. Hallo Papa, roepen ze dan. Ik heb zoveel gereisd, ik hou alles bij in dagboeken. Te genwoordig doen we vooral za ken met Brazilië, Columbia, Guatemala, Costa Rica, Kenya, Indonesië.' De verhalen over zijn avontu ren zijn legio, maar net zo span nend is de markt zelf. Hij laat zijn zakagenda zien waarin hij elke dag de koffiekoersen van New York en Londen noteert. Minutenlang kan hij zijn hand geschreven overzichten bestu deren. 'De koffie is erg duur op dit moment,' merkt hij op. 'Sta tistische tekorten en geruchten worden aangegrepen om de prijzen te verhogen. Vaste prik zijn de vriesberichten in Brazi lië, elk jaar. Zodra in juni de eerste koude winden gaan waaien, schieten de prijzen al omhoog. Maar komt die vorst er dan echt, medio juli, dan prijs je jezelf ook gelukkig dat je op tijd hebt ingekocht. Eén dag vorst en de oogst is verloren. Afgaande op de geruchten ben ik persoonlijk weieens pools hoogte gaan nemen in Brazilië. Ik moest gewoon weten waar ik aan toe was.' KOFFIEHIiEN 'Koffie is een aparte wereld. Het heeft ook een zekere stijl, een traditie. Je spreekt van kof- fieheren en van wijnboeren. Dat vind ik tenminste. Zo spreek je over het vak. Het zijn heren. Je onderhandelt met mensen uit zeer uiteenlopende milieus, van planters tot hoge regeringsambtenaren, maar als het om de koffie gaat, spreken we één taal. Het is over het al gemeen ook een nette handel, je wordt niet zo beduveld. Maar dat is ook mijn instelling. Je moet aan elkaar kunnen verdie nen. Het is niet mijn stijl om ie mand uit te kleden. Dat krijg je onherroepelijk een keer op je bord. Bij de koffieproduktie zijn zo ontzettend veel mensen be trokken. Die hebben allemaal recht op een goed leven.' Geb verblijft graag op de plantages. De sfeer is er prachtig, zegt hij. 'Het landschap, zoals in Brazi lië, ik zou er wel willen wonen. Misschien ga ik nog eens terug, als gepensioneerde. Het wordt nog moeilijk om deze 45 jaar los te laten. Gelukkig heb ik nog een leuke nevenfunctie. Ik ben benoemd tot betaald voorzitter van de stichting Contactcen trum Levensmiddelen. En dan hoor je mensen zeggen: da's fijn voor je. Dat is ook wel zo, maar ik vind koffie mooier, en dat zal I ik blijven zeggen.' I

Personeelsbladen | 1995 | | pagina 4