Albert Heijn in
VERGROOTGLAS
SMALSKO
VIJFTBG JAAR GELEDEN beleefde Nederland een
winter. Albert Heijn had in die tijd ongeveer 250 filiah
en vliegwerk bleven de winkels draaien,
Flitsen sprak met v
TOOUWjURK
van hem gehoord na de oor]
Klanten in de rij bij AH-Bloemendaal om hun bonnen in te wisselen.
De hongerwinter is het
gevolg van de algehele
spoorwegstaking die op
17 september 1944
wordt afgekondigd door de Ne
derlandse regering in Londen.
Doel is de Duitsers te dwarsbo
men bij het vervoer van troepen
en materieel naar het front bij
Arnhem. Maar de geallieerden
verliezen de slag. De bevrijding
van Nederland boven de grote
rivieren laat nog zeven maan
den op zich wachten. De circa 80
winkels in het bevrijde Zuiden
zijn volledig afgesneden van het
hoofdkantoor in Zaandam. Die
moeten zichzelf zien te bevoorra
den. De aanvoer van voedsel en
brandstof komt door de staking
nagenoeg stil te liggen. Als straf
verbieden de Duitsers voedsel-
transporten per schip en blokke
ren ze grote voorraden bij gros
siers. Ook in het centrale maga
zijn van Albert Heijn in Zaan
dam worden voorraden geblok
keerd en weggevoerd. Tot over
maat van ramp wordt de winter
van '44/'45 één van de koudste
van de eeuw. De gevolgen zijn
rampzalig voor de 3,5 miljoen
inwoners van de steden in het
Westen. Honger, ziekte en kou.
Meer dan tweehonderdduizend
mensen lijden aan ernstige on
dervoeding; zeventienduizend
van hen overleven het niet.
De voedselvoorziening is voor de
beruchte winter ook al niet zo
riant. Vanaf het begin van de
oorlog is het ene na het andere
artikel in de rantsoenering ge
gaan. Maar in 1944 is er zonder
bon bijna helemaal niets meer te
krijgen. Elke week wordt in de
kranten bekendgemaakt voor
welke artikelen bonnen te krij
gen zijn. De bonnen moeten bij
de gemeenten worden gehaald
en bij de winkels worden inge
wisseld voor voedsel. Daar vor
men zich lange rijen wachten
den. Oud-directeur Jo Legerstee,
indertijd filiaalchef in Den
Haag: 'Als er weer nieuwe bon
nen uitgegeven waren gingen de
mensen er direct mee naar de
winkel. Je had een kistje met
gleuven, dat met een ketting
vastzat aan de toonbank. Daar
gingen die bonnen dan in. 's
Avonds werden ze op vellen ge
plakt.' Cees Keizer, oud-filiaal
chef in de Breestraat in Bever
wijk: 'De bonnen leverde ik elke
week in bij het distributiekan
toor en daarvoor kreeg ik toewij
zingen waarmee ik weer aan
nieuwe voorraad kon komen.
Geen bonnen, geen voorraad.
Dus je moest goed oppassen voor
diefstal en de vele valse bonnen
die in omloop waren. We contro
leerden ze regelmatig met een
vergrootglas.'
De gemiddelde rantsoenen zijn
Albert Heijn Beverwijk in 1943. In
Aan de stapels te zien zijn bussen
begin 1945 gedaald tot 500 calo
rieën per dag, terwijl een nor
maal mens 2000 calorieën nodig
heeft om in leven te blijven.
Door zwarthandel en voedsel-
tochten naar het platteland pro
beert men de tekorten nog
enigszins aan te vullen. Keizer:
'Tegenover het filiaal was een
soort veiling. Daar kwamen al
die mensen uit Amsterdam met
hun karretjes. De Duitsers ston
den vaak bij de pont van Velsen
en die pakten die karretjes dan
af. Dat was altijd vreselijk om te
zien. Dan gingen we wel eens
met wat eten naar ze toe. Vooral
voor de kinderen.'
Veel mensen hebben een perma
nent gevoel van honger en kau
wen op alles waarop te kauwen
valt. Electriciteit en gas zijn in
veel plaatsen niet meer te krij
gen, zodat er niet meer gekookt
kan worden. Bij gebrek aan het
origineel zijn er surrogaten van
alle mogelijke artikelen in de
handel. Soep, jus, koffie, thee,
cacao, eiwit, pudding, zeep etc.
Albert Heijn beschikt in die tijd
over een populair koffiesurro-
gaat: Smalsko, een afkorting
van 'Smaakt als koffie'. Het
wordt gemaakt van wortelen,
bonen, zaden en magere melk
poeder. Bij gebrek aan melkpoe
der wordt later gerst als grond
stof gebruikt, maar tegen die
tijd is de smaak van het publiek
al zodanig afgestompt dat nie
mand het verschil nog opmerkt.
Legerstee: 'Als men maar een
kop warme drank kon bereiden
of een waterige pudding van
tulpemeel kon koken. De smaak
was meestal niet te definiëren,
maar de mensen hadden ten
minste iets in hun maag.' Kei
zer: Vaak had ik 's ochtends
vroeg al een paar honderd men
sen voor mijn deur staan. Die
hoopten op voedsel. Maar er was
niets. Dan opende ik het raam
en zei: "Mensen, ik heb vanmor-
het midden chef Cees Keizer, voor hem op de stoel zijn vrouw.
VIM en pakken Smalsko nog volop verkrijgbaar
gen niets binnengekregen." Dan
gingen ze maar weer weg.'
De medewerkers van Albert
Heijn hebben in het algemeen
weinig reden tot klagen: ze krij
gen extra voeding. Vanaf het be
gin van de oorlog voorziet het
bedrijf de medewerkers van vis,
aardappelen, groenten, kaas,
koek, bonbons, melksuiker,
zeeppoeder en brandstof. De
werknemers van de AH-fabrie-
ken in Zaandam krijgen elke
dag een wanne maaltijd voor
een stuiver. Geen enkele AH-
medewerker heeft dan ook hon
ger geleden. Jaap van der Lin
den, oud-filiaalchef in Bloemen-
daal: We hadden het wel krap,
maar je kreeg als winkelchef
meer dan een ander. Ik verkocht
de snijkoek uit de koektrommel
van mijn vrouw. Woedend was
ze. Er kwam ook regelmatig een
Duitse legerkok in de winkel.
Die was gek op mijn zuster,
maar zij moest niets van hem
hebben. Hij stal wel eens vlees
van de officieren en dat bracht
hij dan bij mij. Nooit meer iets
Van AH-filiaal Bilthoven bleef n<
weinig meer over
A.W. Strietman, oud-filiaalche
in Breukelen: 'Je had als filiaal
chef altijd nog wel wat te eter
Het heeft ons eigenlijk aan niet
ontbroken. Je kon altijd wel wa
apart houden. Natuurlijk ware:
er veel mensen in Breukelen di
wel echt honger hadden. Er i
wel eens iemand met een trouw
jurk komen aanzetten om te rui
len voor een pak havermout. Z
kwamen met van alles. We ga
ven dan ook wel, maar voor d
normale prijs. Sommige dingei
kon je echt alleen op de bon uit
geven, zoals suiker en boter
Keizer: 'Bloembollen heb
hoeven eten. Daar zit j
'DE SCHAPPEN WAREN