LAGERE AOW
KAN PENSIOEN
AANTASTEN
HET PENSIOENFONDS AHOLD moet steeds meer geld aan ouder
domspensioenen uitkeren. Dit kan ertoe leiden dat de pensioenformule
moet worden gewijzigd en de pensioenuitkeringen omlaag gaan.
Directeur Brinkhuis luidt de noodklok:
Rekenvoorbeeld
Deelname vanaf 25e jaar
Signalen
Meeste medewerkers betalen geen
pensioenpremie
Op de tocht
De beleggingen van het pensioenfonds
Hogere leeftijd kost pensioenfonds miljoenen
AHOLD FLITSEN SEPTEMBER 1994
In het onlangs uitgekomen jaarver
slag van het Pensioenfonds Ahold
heft directeur Jan Brinkhuis de
waarschuwende vinger. Vorig jaar
bleef de stijging van de AOW-uitkerin-
gen achter bij de stijging van de lonen.
En aangezien de pensioenen de AOW-
uitkering aanvullen tot een bepaald
percentage van het laatstverdiende sa
laris, betekent dit dat het pensioen
fonds meer geld moet uitkeren. 'Zonder
nadere maatregelen komen de finan
ciële gevolgen van deze ontwikkeling
Ook onder het paarse kabinet blijft de AOW onder druk staan
Met een eenvoudig voorbeeld kan worden aangetoond hoe belangrijk de in
vloed van een achterblijvende AOW-ontwikkeling is. In dit voorbeeld wordt
ervan uitgegaan dat het sslaris met 1% stijgt en de franchise (dat is het deel
van het salaris waarover het Pensioenfonds geen uitkering verzorgt, omdat de
overheid geacht wordt dat reeds via de WAO te doen) ongewijzigd blijft.
Oorspronkelijk Na salaris
niveau verhoging met 1%
j Pensioengrondslag f40.000 f40.400
Franchise f30.000 f30.000
Pensioengevend inkomen f 10.000 f 10.400
In dit voorbeeld gaat het salaris dus met 1% omhoog, maar blijkt het pen
sioengevend inkomen - het deel van het salaris waarover Ahold de pensioen
opbouw verzorgt - met liefst 4% te stijgen. Omdat het Pensioenfonds Ahold
het zogenoemde laatste-salarissysteem toepast, werkt deze stijging ook door
op de rechten die over de voorafgaande dienstjaren (na leeftijd 25) zijn opge
bouwd.
voor rekening van het bedrijfsleven',
bevestigt Brinkhuis, die zijn woorden
illustreert met een kleine rekensom.
'Als de lonen met 1 procent stijgen en
de AOW blijft gelijk, dan kost dat
Ahold per jaar zo'n 12 miljoen gulden
extra. Als het bij die ene procent zou
blijven is het misschien nog wel op te
brengen. Maar als het meer wordt, zet
ik daar een groot vraagteken bij. Voor
je het weet vliegen de tientallen mil
joenen je om de oren. Dan zullen we
toch wat aan moeten doen. De tijd is
rijp dat we bij Ahold zeggen: dit kan
niet.'
De beste oplossing volgens Brinkhuis:
'De AOW moet op dezelfde manier om
hoog gaan als de lonen. Dat is destijds
ook de opzet geweest.' Maar de direc
teur is bang dat het verschil in de toe
komst alleen maar groter zal worden.
Uit politiek Den Haag komen steeds
meer signalen die erop duiden dat met
een structurele druk op de AOW-uitke-
ring rekening moet worden gehouden',
schrijft hij in het jaarverslag van het
Pensioenfonds. 'Dat de financiering
van de AOW een probleem zou worden,
is dertig jaar geleden al voorspeld. Je
ziet het nu gebeuren. Er is een wan
verhouding ontstaan tussen mensen
die werken en mensen die hun hand op
moeten houden. Steeds minder mensen
moeten het voor steeds meer mensen
opbrengen. En dat levert problemen
op.' Sombere woorden van Brinkhuis,
die in het jaarverslag al vaker waar
schuwde voor deze ontwikkeling. 'Het
zal er zeer waarschijnlijk toe leiden
dat in een groot aantal regelingen de
pensioenformule wordt bijgesteld.'
Ahold-medewerkers nemen vanaf hun
25e jaar deel aan het pensioenfonds.
Deze leeftijd is gekozen omdat het dan
nog veertig jaar duurt voor men 65 is.
Die veertig jaar is nodig om het maxi
mum aan pensioenrechten op te bou
wen. Medewerkers die op hun 65e
veertig jaar in het pensioenfonds zit
ten, krijgen een aanvulling op hun
AOW tot 70% van hun laatstverdiende
brutosalaris. Het verschil tussen het
nettosalaris en het netto-pensioeninko-
men is aanmerkelijk minder, omdat de
belastingdruk afneemt en bepaalde
premies niet meer ingehouden worden.
Mensen met minder dienstjaren krij
gen een evenredig lager pensioen.
Ahold-medewerkers van 25 jaar en ou
der betalen alleen pensioenpremie als
ze meer dan f 3.113,- bruto per periode
verdienen. Voor medewerkers die min
der verdienen betaalt Ahold de volledi
ge pensioenpremie. Voor medewerkers
die meer verdienen, betaalt Ahold de
premie over de eerste f 3.113,- in z'n
Met andere woorden: als de kloof tus
sen de AOW en de lonen nog groter
wordt, dan is de kans volgens Brink
huis groot dat de koppeling tussen
AOW en pensioenen moet worden los
gelaten om de aanvullende pensioenen
nog betaalbaar te houden. Dan wordt
er waarschijnlijk alleen nog pensioen
uitgekeerd over het deel dat uitgaat
boven het minimumloon. "Vooral de
mensen die een laag inkomen hadden
zullen dat merken. Sommige werkge
vers zeggen: "tot het minimumloon be
hoort de overheid de oudedagsvoorzie
ning te regelen en wij zorgen voor het
inkomensdeel dat daar bovenuit gaat".
Maar als de overheid het laat afweten
komen de pensioenen op de tocht. Zo
ver is het nog niet bij Ahold, maar die
kant dreigt het wel op te gaan.'
De gemiddelde leeftijd van de Neder
landers stijgt nog steeds. Dat betekent
onder meer dat gepensioneerden ge
middeld langer van hun pensioen kun
nen genieten met als gevolg dat de
pensioenfondsen over een langere pe-
Het Pensioenfonds Ahold keert niet al
leen pensioenen uit, maar krijgt jaar
lijks ook grote bedragen aan pensioen
premies binnen. Dat geld wordt belegd
in aandelen, obligaties en onroerend
goed. Die verdeling in drie groepen
wordt gemaakt om de risico's zoveel
mogelijk te spreiden. Daarbij wordt
een bepaalde verdeelsleutel gehan
teerd. Tot voor kort belegde het pen
sioenfonds maximaal 25% van de be
schikbare som in aandelen. Omdat
veelvuldig is aangetoond dat aandelen
geheel en over het bedrag daarboven
voor ruim de helft. De meeste deelne
mers aan het pensioenfonds verdienen
minder dan f 3.113,- per periode en
betalen dus geen pensioenpremie.
Slechts 27,7% van de deelnemers be
taalt een eigen bijdrage.
riode geld moeten uitkeren. Het Pen
sioenfonds Ahold heeft als gevolg daar
van vorig jaar een bedrag van 17 mil
joen gulden moeten vrijmaken om zijn
verplichtingen op het juiste niveau te
brengen.
op de lange duur meer opleveren, is
dat percentage onlangs opgeschroefd
tot 40%. Wat betreft onroerend goed
beperkt het pensioenfonds zich tegen
woordig tot de woningbouw. Directeur
Brinkhuis: 'In kantoren beleggen we
niet meer. Die markt ontwikkelt zich
slecht. Er is veel leegstand, ze zijn
moeilijk te verhuren. We richten ons
daarom alleen nog op woningen, hoe
wel goede locaties moeilijk te vinden
zijn.'