'GEEN BAANGARANTIE VOOR HET LEVEN' 4 Ahold-bestuurder Van Dun: Maakje breed inzetbaar Minder bonnen Minder kwetsbaar op met Pakje boter AHOLD FLITSEN APRIL 1994 Peter van Dun, lid van de Raad van Bestuur van Ahold Hij heeft zich goed voorbereid. De avond tevoren thuis de 'issues' doorgenomen. Handgeschreven krabbels bevatten in hoofdlijnen zijn kijk op de zaak. Al voordat de verslaggever een start kan maken, doet hij het met de opmerking: 'We moeten eerder werken aan het behoud van het verworvene, dan aan de verbetering daar van.' De toon is gezet. Flitsen sprak met Peter van Dun, lid van de Raad van Bestuur van Ahold, naar aanlei ding van het uitkomen van de sociale jaarcijfers (zie ook pagina 6 en 7). Een gesprek over werkgelegenheid, ziekteverzuim, cadeaubonnen en winstdeling. En over zwangerschappen, ook al zitten er tijdens het inter view alleen mannen om de tafel. kwetsbaar te maken. Werk continu aan je opleiding, maak je breed in zetbaar. Dan word je minder kwetsbaar op de arbeidsmarkt. Ik vind dat ondernemingen de voor waarden moeten scheppen, waar onder medewerkers zich in die zin kunnen ontwikkelen. Ahold kan dat. We hebben opleidingen en een studiefonds. We moeten beseffen dat onze werkgelegenheid kwets baar is. Ook al groeit Ahold met de bestaande bedrijfsonderdelen in omzet en winst, je ziet dat het aantal banen on dermeer door noodzakelijke ef- ficiëncymaatre- gelen stabili seert. Datzelfde gebeurt bij ande re grote bedrij ven. Maak jezelf dus minder kwetsbaar op de arbeidsmarkt, want van nie mand krijg je een baangarantie voor het leven. Ook van Ahold niet. Wel hebben we altijd, ook als ontslag nodig was, geprobeerd de betrokken medewerkers zo goed mogelijk te begeleiden. Met onder meer regelingen voor herplaatsing en outplacement. In het verleden hebben medewerkers van Simon de Wit en Miro ook zoveel mogelijk andere functies gekregen.' Als gevolg van een wetswijziging kan Ahold aan full-time medewer kers dit jaar nog maar voor f 300 aan cadeaubonnen geven in plaats van voor f 500. Cadeaubonnen zijn populair, dus die f 200 wordt ge mist. Maar de wet staat nu nieuwe vormen van (bedrijfs)sparen toe, die netto meer opleveren dan f200. Hoe speelt Ahold daarop in? Van Dun: 'We hebben de directies van de werkmaatschappijen ge vraagd hoe zij dit willen invullen in hun arbeidsvoorwaardenbeleid. Ik streef hier geen eenheidsworst na, maar een gedecentraliseerde aanpak. Wel zullen we de nieuwe spaarregelingen zoveel als moge lijk benutten. Sommige werkmaat schappijen denken aan een koppe ling met units in het AH Vaste Klanten Fonds, of met aandelen. Je kunt ook denken aan het spa ren van een deel van je winstde ling. Dit onderwerp wordt ook in de CAO-onderhandelingen meege nomen.' 'Bescherm je eigen werkgelegenheid door je minder kwetsbaar te maken 'Het ziekteverzuim is vorig jaar licht gestegen. We zitten nu op cir ca 8%. Dat is te hoog. Ik heb daar zorgen over', aldus Van Dun. Al enkele jaren vraagt hij om aan dacht voor dit probleem. Waarom slagen we er niet in het ziektever zuim te laten dalen? 'Ik weet dat niet. We doen veel aan goede en veilige arbeidsomstandigheden. Dus daar kan het niet aan liggen. Weliswaar is vorig jaar het aantal zwangere medewerksters behoor lijk toegenomen. En afwezigheid wegens zwangerschap moeten we registreren als ziekteverzuim. Maar dat is slechts een deel van de verklaring. Misschien is het ook een kwestie van mentaliteit.' Ik ben een warm voorstander van aandacht voor de zieke collega van diens chef en de arbo-dienst. En controle hoort er ook bij. Als dat beide op den duur onvoldoende helpt, moet je misschien aan sanc ties gaan denken. Bedrijven, die dit doen, hebben een ziektever zuimpercentage van minder dan 'Wij zullen de nieuwe spaarregelingen zoveel als mogelijk benutten' 5%. Bij ons is het te hoog. Het kost niet alleen veel geld (meer dan f 100 miljoen, red.), maar doet ook een aanslag op de solidariteit van de collega's. Zij moeten immers harder werken.' Het verloop bij medewerkers die eenderde of meer van de volledige werkweek werken is in 1993 ge daald van 22% naar 15%. Dat is, in vergelijking met andere bedrijven, nog steeds hoog. Maar voor een de tailhandelsonderneming, met van ouds een groot verloop in vooral de winkels, is het aan de lage kant. Dankzij dit hoge verloop konden reorganisaties zonder al te veel problemen worden opgevangen. Van Dun: 'Dat is nu minder moge lijk. Maar of dat dan leidt tot ge dwongen ontslagen, is voor mij nog de vraag. Het wordt echter wel minder makkelijk om medewer kers die bij het ene Ahold-bedrijfs- onderdeel overbodig worden, over te hevelen naar een ander bedrijfs onderdeel. Daarom pleit ik voor 'employability': bescherm je eigen werkgelegenheid door je minder 'Wij willen die al jaren decentrali seren, omdat het de betrokkenheid bij de eigen werkmaatschappij ver hoogt. Nu is voor velen de winstde ling vanzelfsprekend geworden. En het verhoogt de betrokkenheid bij Ahold nauwelijks meer. We willen als Raad van Bestuur bevorderen dat een deel van de winstdelings- regeling nadrukkelijk gekoppeld wordt aan het bedrijfsresultaat ('bruto-winst') van de eigen werk maatschappij, in plaats van aan het totale bedrijfsresultaat van Ahold in Nederland, zoals nu. We denken aan een fify-fifty-regeling: 50% aan het eigen bedrijfsresul taat en 50% aan het totale be drijfsresultaat van Ahold in Ne derland. Uit reacties blijkt dat dit de directies van de werkmaat schappijen aanspreekt. Ze moeten zelf aangeven waaraan ze de eigen 50% willen koppelen. Ze kunnen ook een andere maatstaf kiezen dan het bedrijfsresultaat. Ik voel er niet voor de winstdelingsrege- ling voor 100% te decentraliseren. Dan valt, in dat opzicht, de relatie met Ahold weg en derhalve de soli- dariteitsgedachte.' Voelt u ervoor om een groter deel van het inkomen afhankelijk te ma ken van resultaat en prestatie? 'Die richting gaat het wel uit, ja. Het is bespreek baar geworden. Vroeger kon dat niet. Maar dan wil ik ook een koppeling aan de individuele pres tatie. Eigenlijk is het raar, dat je iemand die er een schepje bo venop doet, net zo beloont als ie mand die de kantjes ervan af loopt. Dat betekent wel dat de ver schillen in beloning groter worden. Onze salarisschalen moeten ook de ruimte geven om onderscheid te maken. Je moet als supermarkt manager dan verschillen durven te maken en die ook goed weten te verdedigen. Je moet goed beoorde len. En dat is nooit makkelijk. Er zit iets subjectiefs in. Het komt er eigenlijk op neer dat je de loonsom voor een deel gaat herverdelen. Vanuit hetzelfde totaalbedrag krijgt de één wat meer en de ander wat minder.' Over enkele CAO's wordt op dit ogenblik onderhandeld. Welke koers streeft u na? 'In twee woorden: loonmatiging en flexibiliteit. We leggen geen verbod op verkorting van de arbeidsduur. Maar daar hangt natuurlijk wel een prijskaartje aan, namelijk dat uren op bijvoorbeeld koopavonden en zaterdagen minder duur be taald gaan worden of dat de lonen niet stijgen. De nullijn voor de in komens betekent nog niet dat het netto-inkomen niet stijgt, want de politiek heeft zich duidelijk uitge sproken voor lagere premies. Dat is ook nodig om de nullijn in de CAO als reële optie te bespreken. En wat de VUT betreft: de toe komst daarvan gaan we met de vakbonden bespreken.' Ahold is één van de grootste bedrij ven van Nederland. Voelt u een maatschappelijke verantwoorde lijkheid ten opzichte van de steeds stijgende werkloosheid? 'We doen al veel in dat opzicht. We bieden tienduizenden banen en hebben goede arbeidsvoorwaarden. Onze eerste verantwoordelijkheid is ervoor te zorgen dat Ahold een gezonde, groeiende onderneming blijft. En vergeet niet: we zijn af hankelijk van onze klanten. En ik denk dat geen klant bereid is ook maar één cent meer te betalen voor een pakje boter of een plakje kaas, om daarmee de werkgelegenheid bij Ahold te vergroten. Die tijden zijn voorbij. We moeten onze ogen er niet voor sluiten dat we forse concurrenten hebben, die graag klanten van ons afsnoepen. De juiste volgorde is wat mij betreft: ervoor zorgen dat Ahold een gezon de onderneming blijft, dan blijven we ook werkgelegenheid bieden.'

Personeelsbladen | 1994 | | pagina 4