7 Meneertje Hiep Mien Dobbelsteen Laden/lossen in 351 verschillende plaatsen van Nederland, ots omgeven door parkeergelegenheid. Grote win- s die de bestellingen brengen. In de grote steden, t crime is en kleine criminaliteit bij het leven hoort, ïr andere regels. De regels van de stad. Van gedo- looiste voorbeeld van zo'n filiaal ligt aan de Amster- ardrukking in. Flexibiliteit is er het toverwoord, iportage over werken in het ritme van de stad. een grachtje. 'Condooms verkopen we niet', zegt Biesterveld. 'Er zijn genoeg winkels in de buurt die alle varianten hebben.' Jurgen Belfort moet die dag nog naar Ome Wim. Ome Wim is Wim Poncia, een oude acteur die bij de dertigers van nu, de kinderen van toen, bekend werd als Meneertje Hiep in de serie Pipo de Clown. Hij woont al veertig jaar in de Nieuw- marktbuurt. 'Ik kwam al in de win kel toen het nog De Gruyter was. Later werd het Simon de Wit en pas daarna Albert Heijn. Ja, vroe ger had je alleen een AH in de Hal vemaansteeg bij het Rembrandt- plein, een piepklein winkeltje.' Meneertje Hiep is gevallen en is blij dat Albert Heijn de boodschap pen thuisbrengt. Het is weliswaar een uitzondering, maar wel type rend voor de band die de winkel heeft met zijn klanten. Tante Wil is ook zo'n voorbeeld. Komt regel matig met een appeltaart binnen- sjouwen. Als dank voor een paar glazen die ze heeft gekregen uit een actie-overschot. Het is leven met elkaar. Dat karakter is de buurt nog niet verloren. Ondanks de rellen rond de stadsvernieu wing, de aanleg van de metro in de jaren zeventig en de samenscholin gen op de Zeedijk beginjaren tach tig. Binnen vraagt kantine-medewerk ster en caissière Karin of we koffie willen. Als ze maar niet in Flitsen hoeft. Ze is de oudste medewerker, samen met Guus Schots, die de emballage doet. Haar schelle stem dendert ook over het kassapark. In ongepolijst Amsterdams. Tiet ver haal gaat dat Alexander Pola toen hij begon aan Zeg 'ns AAA Karin als voorbeeld heeft genomen voor het typetje van Mien Dobbelsteen', vertelt Biesterveld. 'Ik kan het niet meer checken. Pola is dood. Maar ik heb het echt uit zeer betrouwba re bron.' Die Karin. Met zo'n ver- Karin Rothoff haal komt ze toch nog in Flitsen. Pola was trouwens niet de enige bekende Nederlander die de deur plat loopt voor zijn dagelijkse bood schappen. Adèle Bloemendaal woont in de buurt, Rijk de Gooyer is er vaak, Wim T. Schippers ook en Rob van Hulst, dokter Koning uit Medisch Centrum West, is een ware liefhebber van de Wallen. Hij schreef er zelfs een boek over. Buiten klaagt de visboer. Straks staat er weer een trailer voor zijn kraam. Het kost hem klanten, want hij is niet meer goed zichtbaar. Hij heeft al extra vlag gen op zijn wagen geplaatst. Maar de visboer staat er al 28 jaar. Op dezelfde stek. Hij klaagt, maar zal in stilte denken dat een plaatsje te genover Albert Heijn niet de slechtste plek is voor de nering. Net zoals de groenteman dat denkt en de bakker en de bloemenman. De zes kramen vormen een dage lijks marktje aan de overkant van de straat. De groenteman heeft zijn opslag in de Bloedstraat. Daar zit ook het magazijn van Albert Heijn. Een priegelig klein magazijn. WVM, kleine voorraden, snelle doorstroom is voor ons filiaal een uitkomst. Ik wil er zo snel mogelijk mee beginnen', zegt Biesterveld. Voorlopig moet hij geduld hebben. Hij staat onderaan de lijst. Om het magazijntekort op te vangen is een oude paardestal aan de overkant van de Bloedstraat gehuurd. Daar staat het lege fust te wachten. 'Vroeger stond het fust op straat. In de steeg", zegt Biesterveld. 'Er was toen een zwerver, Freek, die 's nachts de pallets bewaakte. Maar de stegen zijn allemaal afgesloten om junks te weren. Bovendien mocht het fust niet meer op straat staan. De milieupoli tie is hier ui terst actief. We mogen pas een half uur voor de wagen komt het fust op straat zetten.' De Zaan-wagen komt later dan verwacht. Het sche mert al. In de winkel is het druk. 'De omzet groeit nog altijd', meldt Biesterveld. 'Je zou misschien den ken dat dit een ouderwets winkel tje is. En natuurlijk hebben we on ze problemen. We willen uitbrei den, maar die kans is heel klein. Maar we hebben onze plek. De be- levering is aan regels gebonden. Maar de winkeliers en de bewoners zien het, denk ik, als een noodza kelijk kwaad. Aan de andere kant kun je met moderne ontwikkelin gen als "Vandaag Voor Morgen' en verruiming van de openingstijden bij ons aankloppen. Graag zelfs. Wat dat betreft zijn we heel mo dem.' Het is nog steeds droog als Gerard Burgers de wagen lost. Dertien pallets. Een flinke bestelling. Een enkele pallet wankelt als hij de helling naar de Bloedstraat afrijdt. 'Als er zomers een pallet omgaat, krijgen we een staande ovatie van de terrassen', roept hij. Dat zal nu niet gebeuren. Hoewel het stil aan drukker wordt op straat. 'Het le ven' is begonnen. De Nieuwmarkt komt langzaam op gang, dat is dui delijk. Om half zeven gaat het rol luik naar beneden. AH is gesloten. Maar de rest gaat nog wat langer door. De Nieuwmarkt is geen om geving voor vroege vogels. Avond mensen en nachtbrakers kunnen er hun hart ophalen. Een zwerver zoekt zijn bankje op. De AH-tas is zijn kussen. Een eenzame ziel doolt over het plein en snuift de geur op van drank en erotiek. Even is hij niet alleen. Op de Nieuwmarkt brandt altijd wel een lichtje. Jurgen Belfort brengt boodschappen bij Wim Poncia

Personeelsbladen | 1994 | | pagina 7