6 beleverei Smeltkroes Veel wijn, weinig was Kruimelwerk Albert Heijn heeft 614 winkels (inclusief Vele daarvan liggen in moderne winkelcentra, kels met een doordachte aanvoerroute voor de waar parkeren duur is of verboden, waar wapperen ook AH-vlaggen. Hartje centrum gelden gen en gedoogd worden. Van leven en laten leven, damse Nieuwmarkt. Filiaal 1314 groeit tegen Wie er een dag rondloopt, kijkt zijn ogen uit. Efi THEO walle; REMBRAND PLEIN Wie met z'n neus voor de scheefgezakte gevel van het monumentenpandje staat, kijkt rechts de beruchte Zee dijk in, vlak vooruit loopt de Bloed- straat, 'waai' menig ketter in de 'bloetcamer' van het voormalig klooster zijn overtuiging met het leven moest bekopen' (uit: 'Een wandelaar in Amsterdam', L.C. Schade van Westrum, 1949). Aan het eind ervan beginnen de rode lichtjes. Links drijft een politiebu reau in de gracht. De Waag, vroe ger onderdeel van de vestingwal, stamt uit 1488. Dit is inderdaad één van de oudste plekjes van de hoofdstad. Het is nog rustig op straat. In de snackbar vertelt Ans aan Riet dat er bij Albert Heijn nog geen hond was. T)an moet je 's middags kij ken', is het antwoord. 'Dan staan ze in de rij.' Voor de deur van het filiaal wordt gedeald, een zwerver sjouwt z'n hebben en houwen in een AH-tas met zich mee. Niemand kijkt er vreemd van op. Studenten, junks, yups en prostituées leven hier met en langs elkaar. Albert Heijn lijkt in die smeltkroes een centrale rol te spelen. Studenten kopen er hun pizza, junks een pak pencees. Yups wippen na zessen nog binnen voor een snelle maaltijd en hoertjes nemen er per dag een pallet keukenrollen mee. Super marktmanager Eric Biesterveld werkt vier jaar op deze unieke plek. We hebben hier met hele an dere zaken te maken dan een AH- winkel in een winkelcentrum in een nieuwbouwwijk. Ga maar na. Parkeren kun je hier niet. Tachtig procent van onze klanten komt lo pend naar het filiaal. Ze wonen in de buurt. Toen op de Nieuwmarkt een parkeerverbod ging gelden, hebben wij daar nauwelijks last van gehad. Dit is geen filiaal waar van mensen op zaterdag zeggen: we pakken de wagen en rijden even naar de Nieuwmarkt. Die gaan veel bever naar Amsterdam-Noord. Hier komt een overwegend jong pu- Guus Schots bliek. Studenten en tweeverdie ners. Dat zie je terug in de omzet- pieken. Het begint hier druk te worden na vieren. Als de colleges afgelopen zijn en het werk erop zit. We zijn ook vreselijk blij met dat extra half uurtje van zes tot half zeven. Van ons mag het nog wel la ter worden. Dat hoor ik ook bij de klanten.' Van vakantieperiodes en feestda gen moeten ze het op de Nieuw markt niet hebben. Dan taaien alle studenten af naar het ouderlijk huis en de tweeverdieners knijpen er even een weekje tussenuit. Wat opvalt in de winkel, die veel groter is dan de smalle gevel doet vermoe den, is de tien meter wijn. Afde lingsmanager Gerard Burgers ver telt: Wan de honderd meter schap ruimte hebben we tien meter voor wijnen. Ons pubbek drinkt graag wijn. Daarentegen verkopen we hier maar heel weinig wasmidde len. Die studenten nemen hun was in het weekend mee naar moeder. Dat was wel anders toen ik nog in Bos en Lommer werkte. Daar stikt het van de gezinnen met kleine kinderen.' Bier noemen ze 'de gouden meter'. Zwervers lopen binnen met hun le ge flessen en nemen vobe mee te rug. Daarbij wil nog weieens een flesje in een zak verdwijnen. 'Dat kruimelwerk, daar zijn we best streng in', zegt Eric Biesterveld. 'Stop je niks in je zak dan mag ie dereen hier binnenkomen. Van junk tot prostituee. Jat je iets bo ven de vijf gulden dan roepen we sowieso de politie erbij. Daar heb ben we een goede band mee. Zowel met het drijvende bureau hier vlakbij, als met het bureau War moestraat.' Het filiaal was ook het eerste waar constant bewaking rondloopt. Bewaker Marcel Ignati us heeft in de winkel zijn eigen strategische punt gevonden. 'Ik sta het liefst bij de klantenservice', zegt hij. "Vandaar kan ik de dief- stalgevoehge afdelingen allemaal overzien. Wijn, bier en koek.' Er* schuift een rossige figuur voorbij. Vaste klant. Loopt rechtdoor naar de zuivelafdeling en even later naar de koek. 'Pencees en vanille- vla', weet Biesterveld. 'Hét junk food. Veel suiker. Dat kopen ze al lemaal.' Charley is een zwerver met een inloopverbod. Hij heeft te vaak iets in zijn zak gestopt. Komt er niet meer in. Assistent-afde lingsmanager Menno Claassens vertelt: 'Elke ochtend staat hij weer voor de deur. Hij wil dan z'n lege flessen inleveren. Nee, Char ley, zeggen we dan. En dan ver dwijnt hij weer. Op een ochtend kwam hij met een tulband op en helemaal ingezwachteld binnen. Je zag alleen z'n ogen. Hij stond al bij de emballage toen ik hem herken de. Nee, Charley, zei ik weer. Truc mislukt.' Die dingen gebeuren. En het gebeurt allemaal in een relaxte en gemoedebjke sfeer. Dat is waar schijnlijk ook de kracht van de winkel. Het volkse karakter en de flexibibteit van de medewerkers. Die middag, voor de kermis van de rosse buurt losbarst, brengt Menno een pallet keukenroben naar een bordeel op de Oudezijds Achter burgwal. Over de klinkers, over de brug. Een enkele toerist kijkt ver baasd op, een fietser wijkt uit. Een surreabstisch plaatje: twee bij twee meter keukenrol hobbelend over De belevering is aan regels gebonden

Personeelsbladen | 1994 | | pagina 6