Een kruidenier staat midden in het leven' Interview ■5 Nieuwe Ahold-president Cees van der Hoeven Cees van der Hoeven AHOLD FLITSEN JANUARI 1993- Met ingang van 1 maart 1993 wordt Cees van der Hoeven de opvolger van Ahold-president Pierre Everaert, die naar Philips vertrekt. Voor het beleid van Ahold heeft de wisseling geen gevolgen. 'Ahold moet blijven groeien', stelt Van der Hoeven, 'maar belangrijker is nog dat we onze huidige bedrijven voortdurend blijven versterken en vernieuwen.' Een interview met de nieuwe Ahold-president. Is het gemakkelijk of juist moeilijk om iemand op te vol gen die het uitstekend heeft ge daan? Het is waar dat Pierre Everaert de functie uitstekend heeft vervuld. Maar het is ook zo dat wij als Raad van Bestuur, stafdiensten en direc ties van werkmaatschappijen geza menlijk verantwoordelijk zijn ge weest voor de goede gang van za ken bij Ahold. Dat er nu een wisseling komt in de functie van president is minder belangrijk dan dat dit team op de ingeslagen weg voortgaat. Het is eenvoudiger een succesvol beleid voort te zetten dan noodgedwongen een andere koers te zoeken. Wat ziet u als de belangrijkste wijzigingen in uw werk als u straks president bent? Ik ben tot nu toe vooral actief ge weest op het financiële vlak, al kwam daar in het laatste jaar een grotere bemoeienis met Albert Heijn bij. Straks zal ik nog meer dan voorheen in de breedte werk zaam zijn. Mijn rol als teamleider zal belangrijk zijn en ik besef datje als president ook een representa tieve functie hebt. Ik zal vaker dan voorheen een beeld van Ahold moe ten uitdragen naar de buitenwe reld. Maar dat zijn stuk voor stuk dingen die ik leuk vind. Voelt u zich kruidenier? In zekere zin wel. Ik vind super markten echt leuk. Het was voor mij een geweldige cultuuromslag toen ik van Shell naar Ahold ging. Shell heeft een horizon die vijfen twintigjaar vooruit ligt, waarbij de factor kapitaal doorslaggevend is en het produkt minder tastbaar is. Hier is de horizon veel dichterbij. Hoe gaan de verkopen volgende week? De inzet van de mensen die de winkels draaiende moeten hou den, is geweldig belangrijk. En daarbij staan de produkten na tuurlijk heel dicht bij de mensen en iedereen denkt dat hij er alles van weet. Levensmiddelen, dat is zo iets essentieels; als kruidenier sta je midden in het leven. Wat ziet u als leidraad voor de ontwikkeling van Ahold in de komende jaren? Wat mij betreft gaat het er vooral om dat de groei van Ahold, die we nadrukkelijk nastreven, vanuit een heel solide basis komt. Daarbij moeten we heel veel aandacht be steden aan datgene wat we al in huis hebben, aan de mogelijkheden die onze bedrijven bezitten. Er zijn nog altijd bedrijfsonderdelen die aanmerkelijk beter kunnen preste ren in kwaliteit, winstgevendheid en dergelijke dan nu het geval is. Zo zullen we hard werken aan een solidere basis van Grootverbruik Ahold en de oostelijke divisie van Geboren: 9 september 1947 Loopbaan: van 1970 tot 1980 diverse functies bij Shell International In Nederland, London en Cu- rafao. Van 1980 tot 1984 financieel directeur Ne derlandse Aardolie Maatschappij (NAM). Van 1984 tot 1985 financieel directeur Petroleum Deve lopment Corporation, Oman. Vanaf 1985 lid Raad van Bestuur Koninklijke Ahold nv. Per 1 maart 1993 president en voorzitter Raad van Bestuur. Laatst gelezen boek: A Year in the Provence, door Peter Mayle Favoriete sport: golfen Favoriete TV-programma: Studio Sport Favoriete boodschappen: hartige happen Y> V", .>f'- Finast. Dat is belangrijker dan een gigantische overname, al blijven we voortdurend op zoek naar ge schikte kandidaten voor overna mes. Maar je moet uitkijken datje het goede bedrijf bij de hand hebt: passend bij Ahold, gezond en niet te duur. De marges in de levensmiddelendetailhandel zijn klein. Een grote misstap kun je je daarom niet veroorloven. Dat bete kent niet dat we geen grote overna mes willen doen, maar wel dat we heel veel tijd besteden aan het ana lyseren van een bedrijf voor we de koop afsluiten. De overnames van buitenlandse bedrijven zullen ove rigens de cultuur van Ahold niet veranderen. Hoe groot we ook wor den, Ahold blijft een Nederlands bedrijf, opererend vanuit Zaan dam. Hoe ziet u de relatie tussen het Ahold-hoofdkantoor in Zaan dam en de verschillende be- drij fsonderdelen? De Raad van Bestuur ziet Ahold graag als een managementholding. In een managementholding heeft de Raad van Bestuur meer inbreng in het beleid van de bedrijfsonder delen dan in een louter financiële holding, maar minder dan in een operationele holding, waarbij alle beleidsbeslissingen aan de top ge nomen worden. Bij Ahold hebben de directies een flinke portie eigen verantwoordelijkheid, maar bin nen de Raad van Bestuur is er een contactpersoon die goed op de hoog te is van de gang van zaken bij een serie bedrijfsonderdelen en die tij dig kansen en bedreigingen kan signaleren. Deze constructie bevalt ons uitstekend, en ik denk de direc ties ook. Ze worden niet voortdu rend op de vingers gekeken, maar ze kunnen er niet ongemerkt een rotzooitje van maken. Dat voor wat betreft het bestuur. Van belang is dat de Ahold-paraplu waaronder onze bedrijven zich hebben ge schaard, voordelen biedt op het ge bied van samenwerking en onder steuning. Kennis moet onderling uitgewisseld worden, zodat niet ie dereen opnieuw het wiel hoeft- uit te vinden. Ahold staat denk ik ook voor: een groot, internationaal be drijf om trots op te zijn, een bedrijf waar veel mensen met plezier wer ken en waar men zich onderdeel voelt van een grote familie. Tot slot, als kruidenier bent u vooral solide, om misstappen te voorkomen. Maar hoe bent u als consument? Als consument ben ik vooral een impulsaankoper. Een boodschap penlijstje maak ik nooit en nieuwe produkten probeer ik graag uit. Ik ben niet gevoelig voor aanbiedin gen van snoepgoed maar des te meer voor die van hartige hapjes en Oosterse gerechten.

Personeelsbladen | 1993 | | pagina 5