WE HEBBEN ALLE REDEN OM FIER TE ZIJN Ahold-president Pierre Everaert: Ik wil alle medewerkers bedanken voor hun actieve inzet. Flitsen pagina 3 „We hebben geen reden tot klagen", zei Pierre Everaert eind vorig jaar in zijn kersttoespraak. Dat was wat voorzichtig uitgedrukt. Ahold heeft nog nooit zo'n geweldige winst gemaakt als in 1990. Nu, bijna vier maanden later, zegt hij: „Ik denk dat we als Ahold echt heel sterk staan". Flitsen sprak met de Ahold-president over de ontwikkelingen in het afgelopen jaar en de ver wachtingen voor het lopende jaar. Pierre Everaert met milieuvriendelijke koffer van kurk. verpakkingsafval terugdringen Hoe zou u het jaar 1990 willen karakteriseren? Ik denk dat 1990 de voortzet ting is van het fantastische jaar 1989. Als je een goed jaar hebt gehad, hoop je natuur lijk altijd dat je dat kunt her halen en dat hebben we dus inderdaad gedaan. Ik wil, me de namens mijn collega's in de Raad van Bestuur, alle me dewerkers bedanken voor hun actieve inzet om Ahold in al z'n geledingen weer zo goed voor de dag te laten ko men. Daardoor konden we ook de winstgevendheid weer verder opvoeren. We hebben zelfs een voorsprong genomen op de doelstelling die we onszelf opgelegd had den. Wat houdt die doelstel ling in? Op elke honderd gulden om zet maakten we voorheen een winst van ongeveer 1,-. Onze doelstelling was om dat naar anderhalve gulden te brengen in trapjes van tien cent per jaar. Maar in 1990 is de winst per honderd gulden omzet met bijna dertig cent gestegen. We zitten nu al op 1,39. Daarmee zijn we een paar jaar vooruit op onze doelstelling. We denken dat anderhalve gulden winst per honderd gulden omzet haal baar en ook houdbaar voor ons is. De acquisitie van Tops heeft daar ook mee te maken. Als we de winstgevendheid willen verbeteren en vervol gens ook willen vasthouden dan zullen we extra omzet moeten maken. Contrast Maar Ahold draait nu ook al formidabel. Waarom moet die winstgevendheid dan nog verder omhoog? De belangrijkste reden daar voor is dat de aandeelhou ders dat van ons mogen ver wachten. De tweede reden is dat een betere winstgevend heid ons de mogelijkheid zal geven onze positie op de markt te behouden. We wil len graag de mooiste winkels hebben, de beste service ge ven en de klanten kwaliteit voor hun geld leveren. Dat kan alleen als we onze win kels steeds aanpassen aan de veranderende omstandighe den. Dat kost nu eenmaal veel geld. De uitstekende resulta ten van Ahold staan in schril contrast tot de re sultaten van een aantal andere grote Neder landse bedrijven. Dat moet u een goed gevoel geven. We zijn ontzettend fier op datgene wat we met z'n allen gepresteerd hebben en we hebben er ook alle vertrou wen in dat het zo zal blijven. Als je dat in één ademtrek vertelt, dan zeggen ze natuur lijk al gauw: wat voelen die lui zich goed. Maar ja, wij hebben alle reden om fier te zijn op ons resultaat. Als je dat afeet tegen het sombere gedoe van bedrijven waar het minder goed gaat, dan lijkt het contrast veel groter dan het in werkelijkheid is. Ik hoop dat de bedrijven in Ne derland die moeilijke tijden doormaken zo snel mogelijk in beter vaarwater terecht komen, dan zullen wij bij Ahold misschien wat minder zelfgenoegzaam lijken. Som Wat was het belangrijk ste waar u zich vorig jaar mee beziggehou den hebt? We zijn in 1990 begonnen met de vraag aan de werk maatschappijen om een ant woord te formuleren op de strategie die de RvB in grote lijnen voor het bedrijf heeft uitgestippeld. Die strategie komt erop neer dat we bij alles wat we doen de eerste of tweede plaats in de markt willen behouden of bereiken. Wij hebben als RvB het speel veld bepaald, maar de manier waarop er gespeeld moet worden, was aan de verschil lende bedrijfsonderdelen zelf. 1990 was het jaar waarin we gecheckt hebben of onze strategie uitvoerbaar was. Aan het eind van het jaar heb ben we kunnen vaststellen dat de werkmaatschappijen, met hier en daar een kleine bijstelling, er inderdaad pri ma mee uit de voeten kun nen. Dat betekent dat Ahold nu meer dan ooit de som van het werk van de werkmaat schappijen is geworden. Bent u nog tegen ver rassingen opgelopen in 1990? Nee, op de meeste gebieden is het jaar eigenlijk precies volgens plan verlopen: de winstgroei is gerealiseerd, we hebben een vierde keten in Amerika gevonden, ERA en AMS ontwikkelden zich naar wens. Alleen in Tsjechoslo- wakije is het iets anders ge gaan dan we hadden ge hoopt, maar het blijft een in teressant land voor ons en we doen er alles aan om ook daar onze plannen te realiseren. Je moet gewoon enorm flexibel zijn en steeds met nieuwe op lossingen komen. Waar had u op gehoopt? We hadden samen met onze Tsjechoslowaakse partners winkel- en grossiersbedrij- ven willen opzetten. Dat wil len we nog steeds, maar het zal alleen wat langer gaan du ren. De regering Havel heeft er de voorkeur aan gegeven om onderdelen van staatsbe drijven, zoals winkels en dis tributiecentra, te privatise ren. We zijn bezig om de au toriteiten ervan te overtui gen dat het voor de ontwik keling van de detailhandel beter is een aantal winkels niet te veilen maar voor ons te reserveren. Ons plan om een winkelketen in Tsjecho- slowakije te ontwikkelen, staat recht overeind, we zul len alleen wat meer geduld moeten hebben. Sterk Met de acquisitie van Tops is Ahold in Ameri ka naar de 7e plaats geklommen. Ahold streeft ernaar om op de le of 2e plaats te ko men. We kunnen dus nog het een en ander verwachten? Die top tien is vastgesteld op basis van omzet. Om die lijst gaat het ons niet. Als wij het in Amerika hebben over de le of 2e plaats, dan bedoelen we dat niet landelijk maar re gionaal. We willen toonaan gevend zijn in de marktgebie den waar we actief zijn. In de meeste gebieden, waar we zitten, is dat al het geval. Toen u twee jaar gele den van Amerika naar Nederland verhuisde, zei u: „Het gaat in Euro pa gebeuren." Maar wat zien we? Ahold slaat toe in Amerika. Het ge beurt dus toch weer in de Verenigde Staten. Ha, maar ik doelde met die uitspraak natuurlijk niet op acquisities van Ahold, maar op Europa '92. En je ziet dat het dus wel degelijk in Euro pa aan het gebeuren is. De regels voor de eenwording van de Europese markt wor den in snel tempo geschre ven. Regels voor milieu, ver pakking, codering, noem maar op. Daar doen wij ook aan mee. En wat te denken van de snelle ontwikkelingen in de voormalige Oostblok landen? Daar proberen we via Tsjecho-Slowakije aan bij te dragen. Onze strategie van minderheidsdeelnemingen in bedrijven in andere landen van Europa: zijn we ook mee bezig. En laten we wat dit be treft ook Nederland niet ver geten. Albert Heijn is goed bezig. Impodra is aangetrok ken ter versterking van Gall Gall en vorige maand zijn voor Speciaalzaken Ahold de gezondheidsdrogisterijen van De Tuynen aangekocht. Als je dat allemaal ziet, kun je toch moeilijk volhouden dat er niets gebeurt in Europa. Maar is Ahold dan al klaar voor het Europa zonder grenzen? Ja, wanneer is men klaar voor een ontwikkeling a la Europa 92? Maar Iaat ons even naden ken: in Nederland hebben we plannen om onze winkels nog sneller te moderniseren dan we tot nu toe deden. Op nagenoeg alle gebieden waar we actief zijn, zijn we eerste of tweede. Dus als de grenzen straks open gaan, moeten wij beter dan om het even wie in staat zijn om ons tegen even tuele nieuwe concurrenten te verweren. En beter dan wie ook moeten wij in staat zijn om nieuwe mogelijkhe den te benutten. We hebben ons eigen kantoor in Brussel, we hebben ERA, we hebben AMS. Ik denk dat we van al het goeds van de eenwording zoveel mogelijk zullen weten binnen te halen en dat we met mogelijke nadelen op in telligente wijze om kunnen gaan. Ik denk dat we als Ahold echt heel sterk staan. Kosten Wat ziet u als uw be langrijkste taken in 1991? Wat Europa betreft reken ik het tot mijn belangrijkste ta ken om de mensen van Euro- Desk en collega Fritz Ahlqvist te steunen in het realiseren van onze plannen in Europa en met name in Tsjechoslo- wakije, die voor Ahold, zeker als we naar de toekomst kij ken, belangrijk zijn. Wat Amerika betreft: ik wil de mensen van Tops het gevoel geven dat ze te maken heb ben met een internationale detaillist die de Verenigde Staten ontzettend goed kent en dat ze hartelijk welkom zijn bij het Ahold-concern. En verder zal ik me intensief bezighouden met de milieu problematiek. Begin april heeft de Stichting Verpakking Milieu, een dwarsdoorsne de van het hele bedrijfsleven, waar ook Ahold inzit, een masterplan aangeboden aan minister Alders van Milieu. Daarin staat hoe wij als be drijfsleven het terugdringen van het verpakkingsafval kun nen realiseren. In 1991 gaan we aan de slag met de uitvoe ring van dat plan. Wat voor jaar wordt het? Ik denk dat het opnieuw een heel goed jaar zal worden. We zullen alleen wel moeten oppassen dat we de kosten in de hand houden. Bij een be drijf als het onze, waar het goed gaat en waar veel mag, waar veel geïnvesteerd wordt en dat op gebieden als automatisering en winkelin ventaris voorop loopt, be staat de kans dat de kosten- controle verzwakt. Als we naar de afgelopen tien jaar kijken zien we dat het kosten niveau inderdaad lichtjes stijgt. Dat moeten we heel goed in de gaten houden en niet laten gebeuren. Als we daarin slagen, hebben we geen reden om te denken dat de positieve opgaande lijn zich niet zal voortzetten. En daar kunnen we dan met z'n allen veel plezier aan bele ven.

Personeelsbladen | 1991 | | pagina 3