Econoom bij Albert Het en honkballer van Nederlands team Jan van Gorkum combineert topsport en werk „Combinatie topsporten werk wil ik zeker volhouden tot Olympische Spelen '92". 130 ballen per wedstrijd op volle kracht pagina 8 Flitsen daar eigenlijk maar drie spor ten: American football, honk bal en basketbal. Ik heb voor de laatste twee gekozen en heel lang is basketbal, niet honkbal, mijn favoriete sport geweest. Toen echter bleek dat ik te licht was voor top- basketbal werd het definitief honkbal." Jan van Gorkum is pitcher' (werper). Hij moet vanaf de heuvel de bal zo gooien dat de slagman van de tegenpar tij die net niet kan terugslaan. Bij tophonkbal. waar de te genstanders elkaar door en door kennen, is het noodzaak te beschikken over een arse naal van werptechnieken. En om die nog ondoorzichtiger te maken, bedienen werper en catcher (die achter de slagman staat) zich van een scala aan geheime tekens waarmee wordt aangegeven hoe de bal gegooid dient te worden. De werper ii dan ook een heel belangrijkI man Het honkbalseizoen loopt in Nederland van half april tot eind september. In de maanden daarna is het voor topspelers als Jan van Gorkum zaak de conditie op peil te hou den. Dat betekent veldlo pen, sprinten en voor pit chers het polijsten van de werptechniek. Van Gorkum gooit gemid deld 130 ballen per wed strijd 'op volle kracht' en nog eens twintig in de warming up. Tijdens elke training laat hij er zo'n ze ventig met een snelheid van 130 km per uur uit zijn hand vertrekken. Hoewel dit elke keer haarscheurtjes in het spierweefsel van zijn schoudergewricht ver oorzaakt, heeft hij - op merkelijk genoeg - nooit een ernstige blessure ge had. Jan ran Gorki tui ..l.inks/Mtndigen gooien me/ meer effect. Pitcher Op zijn tiende maakte Jan in Guatamala voor het eerst kennis met honkbal. „Je had heeft. Omdat er weinig links handige pitchers zijn, komt de bal uit een andere hoek dan de slagman gewend is. Linkshandigen leggen zich meestal toe op het gooien met effect, terwijl de meeste rechtshandigen 'fast ball' pit chers zijn. „Voor mij heeft het gooien zich ontwikkeld tot een wetenschap. Van niets anders weet ik zoveel als van gooien." De Olympische Spelen '92 in Barcelona zou voor Van Gor kum het hoogtepunt van zijn sportcarrière zijn. ..Ik hoop daarom dat ik zo lang de combinatie van werk en sport zal kunnen maken. Ik heb al met m'n vriendin afge sproken dat ik daarna wat va ker thuis zal zijn. Bovendien: werken gaat voor. want daar heb ik uiteindelijk voor ge studeerd." Op het bureau liggen twee stapeltjes papieren. Aan de ene kant schema's, waaruit blijkt hoe in de toekomst reacties die via Klantenservice binnen komen, in de AH-organisatie gekanaliseerd kunnen worden. Aan de andere kant een kranteknipsel en een introductieboekje van het Nederlands honk balteam. Paperassen die, onbedoeld, een illustratie vormen van de twee werelden waarin Jan van Gorkum leeft. Van half negen tot zes uur stafmede werker bij AH en daarnaast nog eens zo'n 30 uur per week speler van landskampioen Pirates en van het Nederlands honkbalteam. Vorig jaar studeerde de 28- jarige Jan van Gorkum af als bedrijfseconoom. Hij kon vrijwel meteen bij Albert Heijn aan de slag als trainee, een functie waarin hoger ge schoolden in vier-en-een-half jaar drie banen vervullen om in de praktijk hun sterke en minder sterke kanten aan het licht te brengen. Van Gor kum maakt in zijn eerste tra ject deel uit van Klantenser vice. Van Gorkum: „Mijn voornaamste klus is de opzet van een nieuw systeem waar mee de reacties van klanten aan de betrokkenen worden doorgesluisd. De informatie was er wel. maar er kan nog veel meer mee gedaan worden." De combinatie werk/topsport was voor Van Gorkum een gok. „Voorlopig houd ik het vol. Soms lijden prestaties op het veld eron der en dan beland ik wel eens op de reservebank en vang ik minder premies. Maar bij AH kan ik mijn werk doen zoals dat van mij verwacht wordt." in het team. In de Verenigde Staten stelt men wel dat 75% van de sterkte van een ploeg afhankelijk is van de werper. Wetenschap Van Gorkum is een linkshan dige pitcher, hetgeen naar zijn zeggen voor- en nadelen

Personeelsbladen | 1991 | | pagina 8