COR CLAIMT INVLOED OP EUROPEES RELEID VAN AHOLD EUROPESE COR C en Europa SOCIAAL BELEID RAAD VAN BESTUUR BEREID OM MEER INFORMATIE TE GEVEN n kcê DE ORDENING Informatie over ERA en AMS kwam te laat Reactie op COR-nota: Een blik op de harde feiten van net OR-werk 6 Flitsen De COR wil invloed op de activiteiten van Ahold in Europa, omdat die grote gevolgen kunnen hebben voor de werkgelegenheid van de Ahold-medewerkers in Nederland. De COR heeft zijn wensen neergelegd in de nota 'Positie COR Ahold in de jaren negentig', die vorige maand aan de Raad van Bestuur (RvB) is overhandigd. Doel is om aan de hand van het rapport afspraken te maken met de RvB over taak en positie van de COR in de jaren'90. Uit de nota blijkt dat de COR zich wat Europa betreft buitenspel gezet voelt. Over de deelname van Ahold in de Europese samenwerkingsver banden European Retail Alliance (ERA) en AMS Marketing Service, is de COR pas achteraf geïnformeerd. Ook de uitwisseling van aandelen tussen de ERA-partners (crosspartici paties) werd buiten het gezichtsveld van de COR in gang gezet. De COR is van mening dat hierover advies ge vraagd had moeten worden, omdat de crossparticipaties een aanzet kun nen zijn tot een mogelijk volledig sa mengaan van Ahold, Argyll en Casino, met gevolgen voor de werk gelegenheid. ,,De COR wordt onvol doende en te laat door de RvB geïn formeerd", heet het in de nota. „Hier in moet verbetering komen." BEVOEGDHEDEN De ontwikkelingen rond ERA, AMS, en de overvalpoging van Asko zijn voor de COR reden om binnenkort met de RvB afspraken te maken over de invloed van de COR op de besluit vorming. Daarbij gaat het met name om bevoegdheden en informatiever strekking. Wat het eerste betreft: de COR is van oordeel dat de Wet op de Ondernemingsraden in zijn totaliteit van toepassing dient te zijn op alle activiteiten van Ahold in Europa. „Op korte termijn zal er een gesprek met de RvB moeten plaatsvinden waarin de COR bevoegdheden zal claimen over het aangaan van sa menwerkingsverbanden, verplaat sing van activiteiten, verregaande deelnemingen, het uitwisselen van aandelen, investeringen en financie ring." En wat de informatieverstrekking be treft wil de COR vroegtijdig en volle dig geïnformeerd worden over ge sprekken met mogelijke samenwer kingspartners. „Alvorens de RvB het besluit neemt om tot samenwerking over te gaan, dient hij dit in een ad viesaanvraag neer te leggen bij de COR." ONVOLDOENDE ZICHT De COR vindt het ook noodzakelijk invloed te hebben op de voortgang van de samenwerkingsverbanden. Nu al zijn er binnen ERA gesprekken gaande over bijvoorbeeld produktie- uitruil tussen Nederland en Frankrijk en automatisering. „Deze ontwikke lingen kunnen grote invloed hebben op de werkgelegendheid binnen Ahold", aldus de nota. „Reeds nu blijkt dat de COR hierop onvoldoen de zicht heeft. De COR voelt zich be trokken bij deze ontwikkelingen, daarom wil hij vroegtijdig en volle dig geïnformeerd zijn, met name van wege de effecten op de Nederlandse werkmaatschappijen. Een goede communicatie tussen COR en OR'en van werkmaatschappijen is alleen zinvol en effectief als er aan de COR optimale informatie wordt verstrekt." Volgens de COR bestaat de mogelijk heid dat Ahold met winsten uit Ne derland Europese activiteiten gaat fi nancieren. De COR wil daarom ook invloed op de financiële en economi sche strategie van Ahold. De nota: „De COR zal de diverse geldstromen binnen Europa moeten blijven vol gen. Als de verschillende activiteiten binnen Europa hun vruchten gaan af werpen, dan is het voor de COR van essentieel belang om inzicht te heb ben in het te voeren financiële en economische beleid van Ahold bin nen Europa, om zodoende ook dit be leid te kunnen toetsen." Door de decentralisatie en de veranderende concernstruc tuur zijn tal van verantwoorde lijkheden en bevoegdheden naar de werkmaatschappijen overgegaan. Het moge duide lijk zijn dat ook dit gevolgen heeft voor de taak en verant woordelijkheid van de COR. In de nota over de jaren '90 geeft de COR aan zich ten aanzien van het sociaal beleid te zullen richten op het toetsen van nale ving van de Grondslagen So ciaal Beleid, strategische on derwerpen (milieu, Europa '92, scholing en opleiding, en kwa liteit van de arbeid) en centrale regelingen. ■BBMBBm De Raad van Bestuur (RvB) is bereid om de COR over ERA en AMS meer informatie te geven en meer te overleggen dan de formele regels van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) verplichten. De RvB schrijft dat in een eerste reactie op de COR- nota over de jaren negentig. In een memo aan de COR schrijft de RvB dat hij gaarne bereid is de COR twee maal per jaar te informeren over alle relevante activiteiten die in AMS en ERA aan de orde zijn. „Ten opzich te van de COR trachten wij zorgvul dig en open te handelen in overlegza ken. We trachten u in alle gevallen vroegtijdig te informeren teneinde u in de gelegenheid te stellen een oor deel te vormen en onze voornemens te beïnvloeden", aldus de RvB, die zich in het memo tevens bereid ver klaart om intern een voorziening te treffen die ertoe moet leiden dat de COR al in de startfase van een nieuw project geïnformeerd kan worden. De RvB spreekt voorts zijn bereidheid uit om met de COR te overleggen over het ontstaan van nieuwe samenwer kingsverbanden waarbij crossparti cipaties worden overwogen en over het eventueel uitbreiden van be staande crossparticipaties. Over een eventuele 'Europese COR' schrijft de RvB dat het overleg met de werkne mersvertegenwoordigers wat hem betreft kan worden uitgebreid, in dien de overlegstructuur en de wet geving in het binnenland en/of het buitenland dat formeel mogelijk ma ken en de partners in ERA daartoe bereid zijn. De Europese integratie zal ook de medezeggenschapstructuur niet ongemoeid laten. Er zal uiteindelijk een Europees mo del moeten komen. Op dit mo ment hebben de verschillende EG-landen allemaal een an dere medezeggenschapstruc tuur. Werknemersorganisaties in Nederland en Duitsland zijn vooralsnog niet van plan om hun structuur in te leveren. Een oplossing is nog niet in zicht. „Willen wij dat er structuur wordt gegeven aan de mede zeggenschap in de samenwer kingsverbanden waar Ahold bij betrokken is, dan moeten we zelf het initiatief nemen", schrijft de COR in de nota over zijn positie in de jaren '90. Eén van die initiatieven is wel licht de vorming van een Euro pese COR, zodra mocht blijken dat ERA zich ontwikkelt tot één grote Europese onderneming. „Er wordt binnen de EG al over gedacht om een Europese NV in het leven te roepen. Daarin zou ook ruimte zijn voor een Eu ropese ondernemingsraad", aldus de COR in het rapport. De COR is van mening dat er nu al contacten gelegd dienen te worden met personeelsver- tegenwoordigers of vakbonds kaderleden bij de Europese partners. Daarbij wordt zowel gedacht aan rechtstreeks con tact tussen de COR en mede zeggenschapsorganen van de partners als aan contact via de vakbonden. Welke OR trok de meeste kiezers? Op 21 maart ging Ahold naar de stembus om 12 nieuwe ondernemingsraden te kiezen. De opkomst bij de diverse werkmaatschappijen bedroeg gemiddeld 80%. Bij welke OR'en was de opkomst het hoogst? Hieronder de top 5.

Personeelsbladen | 1990 | | pagina 6