ALBERT HEIJN BRACHT NEDERLAND NIET ALLEEN AAN DE SHERRY, MAAR OOK AAN CHOPIN! Einde AH-concerten Flitsen pagina 5 De concerten worden voortgezet, maar niet meer onder de naam Albert Heijn. Na 26 seizoenen komt er 6 april a.s. een eind aan de samenwerking tussen het Nederlands Philharmonisch Orkest en 's lands grootste kruidenier. Jaarlijks kwamen bij na 10.000 mensen via Albert Heijn in aanraking met klassieke muziek. Dirigent Anton Kersjes: „Als ik de trap in het Concertgebouw afdaalde had ik al het idee: het wordt gezellig!" Zeker, zelf vindt Ahold-bi- bliothecaris en concertcoör dinator Dick Jonker het jam mer dat er een eind komt aan de Albert Heijn-concerten. Maar aan de andere kant: het is mooi geweest. En, wat be langrijker is, het doel is be reikt: een groot aantal klan ten is via AH vertrouwd ge raakt met klassieke muziek. Bovendien was de belang stelling na 26 jaar nog zo groot dat er steeds weer mensen teleurgesteld moes ten worden. En je kunt na tuurlijk niet eeuwig 'nee' blij ven verkopen. Zoiets geeft op den duur scheve gezich ten. De samenwerking met het Nederlands Philharmo nisch Orkest (voorheen Am sterdams Philharmonisch Or kest en daarvoor Kunst- maandorkest) wordt daarom, na bijna 400 AH-concerten in Amsterdam, Utrecht en Arn hem, in goed overleg beëin- digd. Cultureel erfgoed Begin 1964 presenteerde di recteur Maurits Aronson van reclamebureau Prad bij Cor Govers, indertijd Albert Heijn-directeur, een opmer kelijk voorstel. Of Albert Heijn er wat voor voelde om in zijn winkels kaarten te gaan verkopen voor concer ten van het Kunstmaandor- kest. Het orkest opereerde in de schaduw van het Concert gebouworkest en zocht via Prad naar wegen om een nieuw publiek over de drem pel van het Concertgebouw te trekken. Albert Heijn zag wel wat in de kaartverkoop, alleen niet in de winkels, maar - men moet er maar op komen - via het spaarsysteem van de legendarische Premie- van-de-Maand Club (PMC). Met f 13,- aan PMC-cheques, te verkrijgen door inlevering van volle AH-zegelboekjes, kon men zich toegang ver schaffen tot drie uitvoerin gen van het Kunstmaandor- kest. Naast koelkasten, para sols en verrekijkers distri bueerde de PMC voortaan ook cultureel erfgoed. Toen de club in 1974 werd opge heven werden de concerten voortgezet onder de Albert Heijn-vlag. „Met winst had het niets te maken", moet oud-directeur Govers beken nen, „Er moest van het begin af aan geld bij. We deden het puur voor het imago van Al- bert Heijn. Wie kon er voor zo'n lage prijs een serie con certen aan zijn klanten aan bieden? Niemand!" PR-man Frank Huising van het Neder lands Philharmonisch Orkest (NedPhO): „Samenwerking met het bedrijfsleven be stond niet in die dagen, laat staan sponsoring. Het was een uniek initiatief voor Ne derland." Het orkest zorgde voor de musici en de con certzaal, Albert Heijn zorgde voor het publiek. Folders werden via de winkels ver spreid, concerten werden mee-geadverteerd in de AH- weekadvertentie, de pro grammaboekjes werden gra tis verstrekt en bovendien sprong Albert Heijn bij als de honoraria van de solisten de financiële draagkracht van het orkest te boven gingen. Dick Jonker en AH-directeur Krijn Dorsman, zelf een trouw bezoeker van de con certen (Jonker: „Dorsman? Rij 13, stoel 21!"), kregen wel inzage in de programme ring, maar op de artistieke kant had AH geen invloed. Dat ijs was te glad voor een kruidenier. Opgevoed De AH-concerten waren een doorslaand succes. Na enkele jaren was de belangstelling al zo groot dat er steeds minder reclame gemaakt hoefde te worden. Wie eenmaal beslag had weten te leggen op een abonnement, bleef terugko men. Verloop was er nauwe lijks. Er werd een publiek be reikt dat nog nooit eerder naar concerten was geweest. Goed, het gevolg was dat er in de beginjaren wel eens da verend geapplaudisseerd werd als het concert nog maar halverwege was, maar het publiek leerde snel. Het heeft volgens dirigent Anton Kersjes in de loop der jaren een complete reis door de muziekgeschiedenis ge maakt. „We hebben het pu bliek binnengelokt met Weense walsen. En toen de zaal eenmaal vol zat zijn we verder gegaan. Bruckner, De bussy, Mahler, Prokofjew, Moessorgski, Andriessen, Pe ter Schat, noem maar op. We hebben het publiek als het ware opgevoed." Onderdeel van die opvoe dingwaren de leerzame inlei dingen die de dirigent vanaf 1967 met veel succes begon te geven. Kersjes droeg met zijn deskundige en vaak amu sante betogen fabuleus bij aan de faam van de AH-con- certen. „Orkestdirecteur Huckriede had me gevraagd of ik er wat voor voelde om de AH-concerten in te leiden. Ik zei dat ik erover zou na denken, maar voordat ik ja had gezegd stond het al aan gekondigd in de folders. Toen moest ik wel", memo reert Kersjes. Hij leidde de concerten in met een praatje over de componist of over het werk, waarbij hij bepaal de stukken ter illustratie liet voorspelen. De eerste en de laatste zin van het verhaal stonden vast. Alles wat er tus sen zat was afhankelijk van de reacties van het publiek. Het kwam aldus voor dat hij bij vijf dezelfde concerten vijf totaal verschillende inleidin gen afstak. Overigens weer spreekt de dirigent het ver haal dat hij een keer een con certganger onder ovationeel applaus bedankte voor een taart die hij zou hebben ont vangen. De zaak ligt anders. „Ik heb eens een poging ge daan om uit te leggen wat de variatievorm is. Als voor beeld noemde ik het bakken van een cake. Ik somde de ingrediënten op en toen riep iemand uit het publiek: Je vergeet de suiker! Dat was la chen natuurlijk. Ik heb die ca ke in allerlei stukken gehakt en helemaal versierd en op het laatst een kersje bovenop gelegd. Dat waren leuke din gen, maar dat kun je niet al tijd doen. Je moet niet de conferencier gaan uithangen. Het moet serieus blijven." Trappenrenner Stapels fanmail kreeg de diri gent van het AH-publiek. „Ik heb eens een hele briefwisse ling gehad met iemand over een Beethovenstuk dat ik speelde en waar ik een paar dingen in veranderd had die niet in de partituur stonden. Die man vroeg mij gewoon rekening en verantwoording daarover. Dat vond ik onzet- tend leuk." Na verloop van tijd stopte Kersjes met de toelichtingen. Hij dirigeerde zelf niet meer alle AH-con- certen en bij zoiets is nu juist de continuïteit belangrijk. Andere dirigenten waren niet bereid of, vanwege on bekendheid met de Neder landse taal, niet in staat de microfoon ter hand te ne men. Eén van hen was de Ja panse maistro Kobayashi, on der de concertgangers beter bekend als 'de trappenren ner', vanwege de hoge snel heden die hij op de trap in het Concertgebouw wist te ontwikkelen. Razend popu lair was de Japanner, die op eigen verzoek eens een Weense avond in de AH-se- ries verzorgde. Coördinator Jonker heeft het meegemaakt dat de musici op Kobayashi's verjaardag een spandoek ont rolden met de tekst 'Happy Birthday Kobayashi', waarna het publiek het bijbehorende lied prompt uit volle borst begon mee te zingen. Kom daar maar eens om bij andere concerten. Zeker, het AH-publiek was anders. Maar hoe anders? Di rigent Kersjes: „Misschien minder blasé. Er was een an dere aandacht. Als ik de trap in het Concertgebouw af daalde had ik al het idee: het wordt gezellig. Ik had nooit eerder een publiek meege- AH-coördinator Dick Jonker (l) en PR-man Frank Huising van het NedPbO. maakt dat 'goedenavond' te rug zei. Er hing altijd een at mosfeer van: kom maar op jongens, we gaan er een fijne avond van maken. Er werd ook veel minder gehoest dan bij andere concerten." Dick Jonker: „Het AH-pu bliek was spontaan. Dat merkte je aan het applaus. Als de muziek beviel wisten ze niet meer van ophouden, maar als het concert minder aansprak stopte het applaus al als de dirigent nog maar halverwege de trap was. Zelfs bij Kobayashi, ja." Vals Vanaf het tweede seizoen raakten de AH-concerten in het Concertgebouw moeite loos gevuld, ook toen het aantal concerten toenam. In 1970 werd op veler verzoek begonnen met een serie in het Musis Sacrum in Arnhem. Dat was de tijd dat de concer ten nog gecoördineerd wer den door Nol Besterveld, nu AH-man in ruste. Net als zijn opvolger Dick Jonker, was Besterveld bij de meeste con certen persoonlijk aanwezig. Mooie tijd was dat. Wat hij niet allemaal meemaakte! De jonge Russische pianiste Eli- so Wirsaladze was een keer geëngageerd voor een AH- concert in het Musis Sacrum. Besterveld bracht haar naar Arnhem. Wil ze daar wat vin geroefeningen op de vleugel doen, blijkt het ding zo vals als de nacht. Dat kon zelfs hij, als leek, vaststellen. Daar stond hij, anderhalf uur voor dat de zaal zou volstromen en er was niemand in de buurt om hem te helpen, dus Bes terveld belde in paniek het politiebureau. Daar gaf men hem het nummer van een pianostemmer in Ooster beek. „Die man zat net te eten. Hij voelde er helemaal niets voor om naar Arnhem te komen. Ik zeg: ik betaal u drie keer zo veel als normaal, u mag een taxi nemen en u krijgt een vergoeding om met uw vrouw uit eten te gaan. Wat doet u? Hij zegt: ik ben al onderweg!" De piano werd op de valreep gestemd, maar als gevolg van de door stane angsten boden de pianosoli de coördinator die avond weinig genot. Met het klamme zweet in de handen zat hij het concert uit. Ook in Arnhem overtrof de belangstelling na een aarze lend begin de stoutste ver wachtingen. Tijdens het laat ste concert van elke serie wa ren bestelformulieren be schikbaar waarmee ingete kend kon worden voor de se rie van het volgende seizoen. Hoe eerder die de coördina tor bereikten hoe beter, want de volgorde van binnen komst was bepalend voor de toewijzing van het abonne ment. „Ik kwam met zakken vol bestellingen naar buiten", herinnert Besterveld zich. „Die werden me in de pauze aangeboden. Meestal was de volgende serie in de pauze al uitverkocht. Als je niet in de zaal zat kwam je er niet meer aan te pas en dat terwijl het programma op dat moment nog niet eens bekend was!" Mogelijkheden om het aantal concerten in Arnhem uit te breiden waren er niet. Daar door moesten veel AH-klan- ten teleurgesteld worden. Tc veel. Albert Heijn zag zich in 1981 om die reden genood zaakt te stoppen met de con certen in het Musis Sacrum. Twee jaar later lukte het om in Muziekcentrum Vreden- burg in Utrecht een nieuwe serie op te zetten. Dick Jonker had toen de coördinatie van de concer ten al van Besterveld overge nomen. Jonker - zelf niet mu zikaal zoals zijn pianolerares hem verzekerde - beheerde 14 jaar lang het abonneebe stand, stuurde de folders rond, ontving de bestellingen en deelde 's avonds in alle Vervolg op pagina 9 Dirigent Anton Kersjes tijdens één van zijn toelichtingen

Personeelsbladen | 1990 | | pagina 5