extra e<
Rersonee
KoninklijkAhold nv
Flits
n Landelijk 1989 kersltoespraak e e.
KERSTTOESPRAAK VAN AHOLD-PRESIDENT P.J. EVERAERT,
UITGESPROKEN OP 20 DECEMBER 1989 IN ZAANDAM
Dames en heren,
Toen mij begin dit jaar de vraag gesteld werd
wat mij het mooiste leek in de functie van
Ahold-president, zei ik zonder aarzelen: 'het
bekendmaken van de resultaten in de nieuw
jaarsboodschap'. Onder druk van de omstandig
heden zie ik me genoodzaakt om daar nu alsnog
aan toe te voegen: 'maar een kerstspeech
lijkt me ook heel aardig!'
We hebben de jaarlijkse bijeenkomst niet ver
vroegd omdat ik als nieuwe bezem zo nodig
schoon wil vegen, maar simpelweg vanwege het
feit dat er begin januari velen op vakantie
zullen zijn, terwijl ik zelf op dat moment
bezig ben met m'n eerste zakenreis van de
jaren '90. Het leek ons daarom beter om van
de nieuwjaarsrede en kerstboodschap te maken.
Dat heeft als voordeel dat we ons minder om
de cijfers hoeven te bekommeren - daarvoor is
het namelijk nog te vroeg - en ons wat meer
kunnen richten op de bijdrage van de medewer
kers zelf. Bovendien heeft dit tijdstip als
voordeel dat u mijn woorden mooi kunt laten
bezinken tijdens de kerstdagen: de tijd bij
uitstek voor het hebben van mooie gedachten.
En dan wisselt u dat af met het spelen van
het OR-spel uit het kerstpakket om te zien of
u een goede OR-kandidaat bent. Op 21 maart
zijn de verkiezingen en ik hoop dat veel me
dewerkers zich kandidaat zullen stellen. Dan
kan de kwaliteit van de medezeggenschap wor
den gewaarborgd. Ik heb het spel zelf ook al
gespeeld, maar dat bleek helaas geen succes.
Ik zat voortdurend in de wachtkamer. Men zegt
wel eens: 'De OR moet niet op de stoel van de
bestuurder gaan zitten', maar het omgekeerde
gaat kennelijk ook op.
UITSTEKEND JAAR
wil
Voordat we ons aan de kerstborrel wagen,
ik even met u stilstaan bij een aantal be
langrijke gebeurtenissen van het nu aflopende
jaar.
Als we het over 1989 hebben, dan kan het ver
trek van Ab Heijn natuurlijk niet onvermeld
blijven. In september nam hij, na 40 jaar, op
grootse wijze afscheid van Ahold. Zijn bete
kenis voor het bedrijf mag ik genoegzaam be
kend veronderstellen. Ik hoop - en ik weet -
dat er gelegenheid zal zijn om ook dingen te
doen in de richting waarin Ab Heijn gewerkt
heeft. Dan denk ik bijvoorbeeld aan het ver
hogen van de service voor onze klanten en het
bevorderen van de inzet en loyaliteit van de
medewerkers. Ik ben nu bijna vier maanden in
functie en ik verzeker u: het is wel een aar
dig baantje, maar het lijstje met externe ge
beurtenissen had wel wat korter mogen zijn.
Toch hebben we zakelijk gezien geen enkele
reden tot klagen. Integendeel. Hoewel het dus
nog te vroeg is om de cijfers te noemen,
staat het als een paal boven water dat ze
zeer gunstig zullen uitpakken. Op grond van
de cijfers tot en met het derde kwartaal kun
nen we nu al spreken van een uitstekend jaar.
Ik had me wat dat betreft werkelijk geen be
ter begin in mijn nieuwe baan als president
van Ahold kunnen wensen. Overigens zal colle
ga Cees van der Hoeven de cijfers begin vol
gend jaar in de Raad van Bestuur presenteren,
en vervolgens zullen we ze aan u bekend ma
ken.
WINSTGROEI
1988 ging de bedrijfsgeschiedenis in als het
jaar van de investeringen. Dit jaar lag de
nadruk vooral op de winstgroei. De levensmid
delendetailhandel werkt van oudsher met ui
terst smalle netto-marges. Bij ons ligt die
marge in de orde van grootte van 1%. Onze be
drijfstak wordt echter steeds kapitaalinten
siever. Om dezelfde omzet te blijven genere
ren moeten we daardoor meer investeren. En
als je hetzelfde rendement wil maken op de
investeringen, dan betekent dat, dat je moet
streven naar een hogere nettomarge. Bovendien
is winstgroei nodig omdat we met het wegval-
-1-