Ruiken, proeven, horen en voelen in
de supermarkt van de toekomst
EXTRA DEPOSITORENTE
SPAARFONDS 1989
Resultaat derde kwartaal 1989
Koninklijke Ahold nv
TED POSTMA:,yERTROU-
WEN ESSENTIEEL"
Flitsen
pagina 5
De toekomst voor de detailhandel ziet er uit
dagend, dynamisch en fascinerend uit. Dit
stelde prof. W. van der Ster MBA, buitenge
woon hoogleraar Distributiekunde en ad
junct-directeur Marketing bij Albert Heijn, tij
dens het symposium, gehouden ter gelegen
heidvan het afscheid van de heer A. Heijn op 1
september jl. In zijn voordracht gaf hij zijn
visie op de toekomst van de levensmiddelen
detailhandel. In deze Flitsen wordt nader in
gegaan op de inhoud van die voordracht.
Het jaar 1990 is zeer binnen
kort een feit. „Een uitgelezen
moment om een algemene
stand van zaken op te ma
ken", vindt de hoogleraar
Distributiekunde. Hij signa
leert enkele trends in de le
vensmiddelendetailhandel
die zich verder zullen ont
wikkelen. „Elke detaillist zal
daar alert, professioneel en
creatief op moeten inspelen,
wil hij in de jaren negentig
succesvol zijn."
Wispelturig
Eén van de belangrijkste ont
wikkelingen die Wim van der
Ster waarneemt is een veran
dering in het gedrag van de-
consument. Deze heeft
steeds meer vrije tijd, geld.
en wensen. Hij laat zich meer
en meer leiden door varië
rende stemmingen en voor
keuren. Naast algemene ken
merken van koopgedrag ver
toont de consument ook een
sterk individueel gedrag. Het
ene moment wil hij snel en
zakelijk de dagelijkse bood
schappen doen zonder daar
veel tijd en geld aan kwijt te
zijn of er veel moeite voor
hoeven te doen. Het andere
moment wil hij slenteren en
uitgebreid vergelijken en
keuren. Hij let meer op kwali
teit en exclusiviteit en koopt
andere produkten dan an
ders, voor het weekeinde of
momenten van zelfverwen
nerij, voor gasten of om iets
te vieren.
De detaillist moet nadenken
over waar en wanneer hij de
consument in zijn wispeltu
righeid van dienst wil zijn.
Vervolg van pagina 4
„De afgelopen maanden is er
al geregeld overleg gevoerd
tussen Argyll/Safeway, Casi
no en Ahold over distributie
en logistiek. Het is voor mij
persoonlijk een boeiend
avontuur waaraan ik met
groot enthousiasme ben be
gonnen. Vorige week hebben
we in Londen overleg gehad.
Nu besteed ik nog 10 tot 20%
van mijn tijd aan Eurodesk,
maar volgende maand ga ik
pas echt dingen uitdiepen.
Toch hebben we inmiddels al
geïnventariseerd wat we jaar
lijks kopen aan trucks, diesel
olie en materiaal voor de dis
tributiecentra. We zijn nu
zover dat we die gegevens
naast elkaar kunnen leggen.
De volgende stap kan zijn dat
we met leveranciers gaan
praten. Verder zijn we van
plan binnenkort de distribu-
tiekosten te inventariseren.
Dit moet dan de aanzet vor
men voor een nadere be
schouwing van de eigen kos
ten. Kijk, bij ieder bedrijf
denken ze altijd dat ze het
zelf het beste doen. Maar mis
schien blijkt wel dat Ahokl
met sommige dingen veel
duurder uit is dan Argyll/Safe
way en Casino of omgekeerd.
Dat geeft in ieder geval stof
tot nadenken. Overigens is
het zo dat logistiek zich niet
beperkt tot de belevering van
de winkels. Ook de produk-
tiebedrijven doen aan logis
tiek en dat zullen we in de
samenwerking zeker meene
men."
Rare hobby
„Voor een vruchtbare samen
werking is het van essentieel
belang dat de partners een
onbegrensd vertrouwen in
elkaar hebben. Tenslotte laat
Kiest hij voor de gewone
boodschappenmomenten en
dus de massaconsument? Of
voor bijzondere eetmomen-
ten en de meer kieskeurige
en eigenzinnige klant? Wim
van der Ster: „De detaillist
moet een duidelijke keuze
maken."
Extreme keuze
De keuze die gemaakt moet
worden is er één tussen twee
extremen. Richt de detaillist
zich op de dagelijkse bood
schappen, dan zal zijn win
kelformule een groots opge
zette algemene supermarkt
zijn. Gaat zijn voorkeur uit
naar de consument tijdens de
'verwen'-momenten. dan zal
hij zich meer moeten richten
op de kleinere speciaalzaak.
Deze extreme positionering
heeft echter ook zijn zwakhe
den volgens de hoogleraar
Distributiekunde. Die zwak
heden kunnen volgens hem
ondervangen worden. „Het
grootwinkelbedrijf moet nog
meer de versafdelingen gaan
benadrukken, om zo de con
sument in zijn specifieke
wensen toch nog te kunnen
bedienen. Daarnaast lijkt het
ontwikkelen van netwerken
van op de lokale markt ge
richte verschillende winkel
types in bepaalde gebieden
een oplossing."
Voor het kleinbedrijf ligt de
oplossing volgens Wim van
der Ster in samenwerkings
verbanden. Bij deze opzet
vestigen diverse zelfstandige
specialisten zich in één pand.
Zij werken samen bij de in
terne exploitatie en presen
teren zich naar buiten als één
totaal verscentrum.
De distributiedeskundige
ziet ook een verandering in
de wijze van werken. Die zal
zowel op rationeel als emo
tioneel vlak veranderen.
„Met rationele detailhandel
bedoel ik de kwantitatieve
wijze van werken, waarbij
men zo effectief mogelijk te
werk gaat. Scanningskassa's.
elektronische betaling en
met de computer berekende
schapindeling zijn hier een
voorbeeld van."
Daarnaast komt de nadruk
steeds meer te liggen op een
ver doorgevoerde klantge
richte benadering. Emotio
nele detailhandel noemt
Wim van der Ster dat. Win
kelpersoneel moet de klant
persoonlijk en op een juiste
wijze benaderen. Het assorti
ment moet tot in details ge
richt zijn op de behoefte van
de klant. Rekening houdend
met de huidige ontwikkelin
gen zal er steeds meer voor
keur zijn voor gezondheids-
produkten (light, vers. vita
minerijk), voor diervriende
lijk produkten (scharrelvlces
en eieren) en voor milieu
vriendelijkere produkten
(zonder PVC, CFK's, verpak
kingen die voor recycling ge
schikt zijn, biologisch geteel
de gewassen). Ook voor ge
maksvoeding zal meer be
langstelling zijn, evenaïs voor
luxe produkten en een zeer
gevarieerd assortiment. De
toekomstige Europese sa
menwerking zal hierin mee
spelen. De consument zal
nog meer kunnen kiezen uit
een zeer gevarieerd en inter
nationaal assortiment.
Prikkelen van
zintuigen
Ook het winkelen op zichzelf
moet aantrekkelijker ge
maakt worden. „Supermark
ten zijn nu overwegend func
tioneel, steriel en saai inge
richt. Hiermee wordt onwil
lekeurig het idee versterkt
dat boodschappen doen in
derdaad een noodzakelijk
kwaad is." Maar hoe maak je
een winkel spannend? Wim
van der Ster noemt prikkelen
van de zintuigen van de klant
één van de mogelijkheden.
Dit is een nog vrijwel onont
gonnen gebied in de detail
handel. Wie kent niet de
dwang iets lekkers te kopen
als je net een heerlijk geuren
de bakkerij passeert? Geuren
werken prikkelend, maar ook
het proeven van iets kan tot
aankoop stimuleren. Of ho
ren en voelen. De mogelijk
heden zijn talloos als je er
even over nadenkt. Puur het
opwekken van emoties, zoals
al gebeurt in de 'diepvries-
huiverstraat' van Albert Heijn
in Tilburg. „Alleen al het voe
len van die kou als je er door
heen loopt maakt het winke
len avontuurlijker."
Eén van de laatste punten die
Wim van der Ster aanstipt - na
te zijn ingegaan op mogelijk
heden en onmogelijkheden
van teleshopping en interna
tionale samenwerking - is
goede dienstverlening. „Het
is de meest zekere weg naar
klantenbinding. Een klant die
goed geholpen wordt en dus
met een tevreden gevoel met
boodschappen huiswaarts
keert, is een klant die terug
komt. En winkcltrouw is een
heel essentiële basis voor de
detaillist."
AI de gesignaleerde trends
moeten de detaillist zeker
uitdagen, en hem stimuleren
in de toekomst te gaan veran
deren en te blijven verande
ren. „Blijven bewegen en
creatief inspelen op ontwik
kelingen is de sleutel tot suc
ces", aldus Wim van der Ster.
je je broek als het ware zak
ken. Een van mijn taken als
Eurodesk-man is om dat ver
trouwen bij onze eigen men
sen te winnen. Daarvoor
moet je ze enthousiast ma
ken. En dat lukt aardig. De
weerstand valt erg mee, hoe
wel er hier en daar wel de
nodige scepsis bestaat. Som
migen zien Europa als een ra
re hobby van de Raad van Be
stuur. Zo van: iedereen heeft
de mond vol over 1992,
Ahold moet ook zo nodig
meedoen. Maar ja, toen Al-
bert Heijn in de jaren 50 met
zelfbediening begon, geloof
de er ook geen hond in. Het is
wel het succes van de eeuw
geworden. We zullen de
sceptici moeten overtuigen
met resultaten. En die komen
er!"
Bedrijfsculturen
„De Raad van Bestuur heeft
de hoop en verwachting dat
er in ERA-verband intensief
samengewerkt zal worden,
hoewel daartoe geen absolu
te noodzaak bestaat. Het is
een manier om te proberen
met z'n drieën voordelen te
behalen. Als het niets ople
vert stoppen we ermee. Maar
je moet het op z'n minst ge
probeerd hebben. Onze eer
ste taak is om elkaar beter te
leren kennen. Het gaat ten
slotte om verschillende be
drijfsculturen. Daarna kun
nen we projecten vaststellen
en die vervolgens tot profijt
van alle drie uitvoeren. Wat
distributie en logistiek be
treft zitten we nu in de aan
loopfase. In de loop van het
volgende jaar zullen we laten
zien wat we samen kunnen,
maar echt grote resultaten
zullen nog wel een paar jaar
op zich laten wachten."
De depositorente over
1989 is vastgesteld op
1,99
De berekening van de ex
tra depositorente wordt
gebaseerd op het gemid
delde deposito-tarief bij
de AMRO-Bank over de de
posito's van fl. 100.000.--
op jaarbasis. Uitgegaan
wordt van de rentetarie
ven geldend in de eerste
week van de vier kalen
derkwartalen. De uit
komst hiervan was over
1989 6,54%.
Het percentage deposito-
rente wordt gevonden
door deze uitkomst te ver
minderen met het vaste
rentepercentage zoals dat
voor het Spaarfonds geldt,
oftewel 6,54 minus 4,55 is
1,99%.
De depositorente wordt aan
het einde van het jaar toege
kend over de laagste stand
van de spaarrekening gedu
rende het jaar 1989 vermin
derd met de zgn. franchise,
die voor 1989 is vastgesteld
op fl. 3 500,--.
Ter verduidelijking moge het
volgende voorbeeld dienen.
Stel dat een spaarder een nor
male en een bijzondere
spaarrekening heeft. De laag
ste stand van het totaal van
het saldo van zijn normale en
het saldo van zijn bijzondere
spaarrekening was op een
moment in 1989 fl. 5.500,-.
De depositorente wordt nu
berekend over dit laagste sal
do verminderd met fl. 3-500,-
- ofte wel fl. 2.000,-- en be
draagt voor 1989 1,99% maal
fl. 2.000,-- is fl. 39,80.
Het resultaat na belas
tingen over het derde
kwartaal 1989 bedroeg
46,8 miljoen ten op
zichte van 35,6 mil
joen in 1988, een toena
me van 31,6%Deze be
langrijke toename
werd voornamelijk ver
oorzaakt door een ver
dere verbetering van
het bedrijfsresultaat
met 29,1%. Voorts had
de hogere omreke
ningskoers van de dol
lar (gemiddeld 2,17 in
het derde kwartaal van
1989 ten opzichte van
2,11 in de overeen
komstige periode van
1988) een gering posi
tief effect op het resul
taat na belastingen.
De omzet aan derden in Ne
derland bedroeg in het derde
kwartaal 1989 2.033,2 mil
joen, een toename van 9.4%
De omzet in de Verenigde
Staten bedroeg 939,2 mil
joen, een toename van 12,6%
ten opzichte van de overeen
komstige periode in 1988.
De geconsolideerde omzet in
guldens steeg met 12,5% tot
ƒ4.074,3 miljoen. Deze stij
ging werd in geringe mate
(circa 1,5%) veroorzaakt
door de hogere omreke
ningskoers van de dollar.
De omzettoename in Neder
land werd, evenals in eerdere
kwartalen, met name veroor
zaakt door een verdere ver
sterking van de marktpositie
van Albert Heijn en de conso
lidatie van de in 1989 overge
nomen Gall Gall slijterijen.
In de Verenigde Staten be
haalden zowel BI-LO, FNS als
GFS belangrijk hogere om
zetten.
Het bedrijfsresultaat over het
derde kwartaal 1989 be
droeg 77,0 miljoen, een
stijging van 29,1% ten op
zichte van de overeenkomsti
ge periode van 1988. Zowel
in Nederland als in de Ver
enigde Staten nam het be
drijfsresultaat toe. In Neder
land behaalde met name Al-
bert Heijn hogere bedrijfsre
sultaten, terwijl in de Ver
enigde Staten alle drie de
dochtermaatschappijen het
bedrijfsresultaat aanmerke
lijk wisten te verbeteren.
De rentelasten zijn toegeno
men als gevolg van de finan
ciering van acquisities en het
hoge investeringsniveau in
1988.
De balansverhoudingen heb
ben zich ten opzichte van ul
timo 1988 enigszins verbe
terd.
Verwachting 1989
Op basis van de behaalde re
sultaten tot en met het derde
kwartaal 1989 verwachten
wij dat het resultaat na belas
tingen over geheel 1989
ruim boven het niveau van
1988 zal liggen.