ALLES BLIJFT VOORLOPIG
Bil HET OUDE
AH KRIJGT GROEPSONDERNEMINGSRAAD
f
OfMMliiJiïiii
Onderzoek naar gevolgen Europa 1992 voor medezeggenschap:
CONFLICT
BEDRIJFS-
KARAKTER
LOYALITEIT
VERRAST
Directie Albert Heijn overstag:
6 Flitsen
Er komt voorlopig geen uniform Europees medezeggenschapsmodel.
De Nederlandse wetgeving ter zake zal ook na de eenwording van de
Europese markt in 1992 van kracht blijven. Voor de OR'en verandert er
op korte termijn dus niets.
Dat zijn de belangrijkste conclusies
van het onderzoek dat Hans Pieters,
student rechten aan de Universiteit
van Amsterdam, in opdracht van de
OR Albert Heijn verrichtte naar de
gevolgen van Europa 1992 voor de
medezeggenschap in Nederland.
Het uitblijven van een Europese me-
dezeggenschapsregeling betekent
dat de COR over activiteiten van
Ahold in andere landen van de EG
formeel geen enkel recht op inspraak
krijgt, omdat de Nederlandse mede
zeggenschap bij de landsgrenzen op
houdt.
Een Europese regeling zou in deze
leemte kunnen voorzien, maar pogin
gen van de Europese Commissie om
een Europees medezeggenschaps
model van de grond te krijgen zijn tot
nu toe op niets uitgelopen. De oor
zaak daarvan moet, zo blijkt uit het
rapport van Pieters, gezocht worden
in de grote sociale en culturele ver
schillen tussen de EG-lidstaten. Op
het gebied van medezeggenschap
vertonen de landen van de Europese
Gemeenschap grote verschillen.
„Medezeggenschap is een nationaal
gegeven. Iedere lidstaat van de EG
heeft een eigen regeling of helemaal
geen regeling. De wil vanuit de lan
den zonder regeling om tot een ge
meenschapsregeling te komen is ge
ring. De landen die wel een regeling
hebben zouden het liefst zien dat hun
regeling de gemeenschapsregeling
wordt", aldus Pieters, die globaal
drie stelsels in Europa onderscheidt.
Frankrijk, Duitsland, België en Ne
derland hebben een sterk ontwikkeld
wettelijk stelsel van medezeggen-
schapsregels. Groot-Brittannie, Ier
land en Denemarken kennen geen
wettelijk stelsel, de medezeggen
schap wordt geregeld via de CAO-
onderhandelingen. En de lidstaten
rond de Middellandse zee kennen
formeel wel regels, maar in de prak
tijk komt er van de medezeggen
schap weinig terecht. ,,De Brit is ge
wend alles per conflict op te lossen
en vindt het niet nodig dat de in
spraak van de werknemers geregeld
wordt in een wet. In Zuid-Europa wor
den problemen voor je opgelost. Voor
een conflict heb je de vakbond. De
Noordeuropeaan wil invloed op de
gang van zaken in een bedrijf kunnen
uitoefenen om zo z'n individuele be
langen te kunnen behartigen."
Omdat een Europese regeling er dus
voorlopig niet inzit, adviseert Pieters
de (centrale) ondernemingsraden in
Nederland afspraken met hun be
stuurders te maken om hun positie
veilig te stellen. ,,De beslissingen
over bedrijfsvoering, aanwending
van winsten en reorganisaties zullen
steeds meer plaatsvinden op een
overkoepelend niveau en zullen zich
daardoor steeds meer aan het oog
van de werknemers in de onderne
ming onttrekken. Nog voordat er
sprake is van voornemens binnen de
ondernemingsleiding om te komen
tot een of ander samenwerkingsver
band met andere bedrijven, moet de
OR met de huidige directie overleg
gen over de gevolgen van een derge
lijke samenwerking. Van belang
voor de werknemers is dat een fusie
of overname niet leidt tot aantasting
van het bestaande bedrijfskarakter.
Voorkomen moet worden dat via de
samenwerking een Amerikaanse of
Japanse arbeidsfilosofie op de be
drijfsvloer in werking treedt. Voor
een bedrijf als Albert Heijn betekent
dit dat de OR moet waken over de
handhaving van de kenmerkende ei
genschappen van het bedrijf. Met de
ondernemingsleiding moet gezocht
worden naar mogelijkheden om het
bestaande bedrijfskarakter in stand
te houden."
De onderzoeker acht een goede ver
standhouding tussen OR en bestuur
der in dit verband van essentieel be
lang. Daarbij zou de OR de bestuur
der duidelijk moeten maken dat de
OR niet alleen de werknemersbelan-
gen behartigt, maar ook het bedrijfs
belang in het oog houdt. Alleen op
die manier zal de OR als volwaardig
gesprekspartner kunnen functione
ren. Wat dat betreft kunnen we vol
gens Pieters een voorbeeld nemen
aan Zuid-Europa. „Daar is de mede
zeggenschap nog nauwelijks ontwik
keld, maar men redeneert er vanuit
het loyaliteitsbeginsel. Dat houdt in
dat de werknemers zich zeer loyaal
opstellen ten opzichte van het bedrijf
waar ze werken. Deze loyaliteit geeft
een ondernemer een grote vrijheid
van handelen, maar schept tevens de
verplichting voor de ondernemer om
de belangen van de werknemers
goed te behartigen. Er is meer ge
meenschapsgevoel. Die kant zou het
ook hier op moeten. Daarmee zeg ik
niet dat we onze medezeggenschaps-
regels overboord moeten zetten,
maar we moeten ook niet denken dat
de regels de medezeggenschap ma
ken. In Nederland is er wat dat be
treft nog voldoende te veranderen,
hoewel ik de indruk heb dat de mede-
Hans Pieters
zeggenschap bij Albert Heijn redelijk
werkt."
Secretaris Cees Gremmen van de OR
AH zegt enigszins verrast te zijn over
de bevindingen van Pieters. „Ik had
verwacht dat er veel meer geregeld
zou zijn in Europa. Als ik dit lees moet
ik concluderen dat er alleen op eco
nomisch gebied het een en ander
wordt gedaan. Verder gaat de een
wording van Europa voorlopig niet.
De integratie op cultureel en sociaal
gebied zal misschien nog wel 50 jaar
op zich laten wachten!"
De OR AH, die het initiatief tot het
onderzoek nam, zal het rapport dit
najaar bespreken met bestuurder
F.I. Ahlqvist. Cees Gremmen: „Het
rapport bevat een aantal handvatten
waar we wat mee kunnen, hoewel
het maken van eventuele afspraken
met de Raad van Bestuur in eerste
instantie een zaak voor de COR is."
Deze zienswijze wordt gedeeld door
de COR. De leden hebben inmiddels
kennis genomen van de uitkomsten
van het onderzoek van Pieters. COR-
secretaris Joke Schmale laat weten
dat ook de COR zich binnenkort zal
beraden over de aanbevelingen in
het rapport.
De ondernemingsraden van AH, Vers Vlees Groep en Distributie
enerzijds en de directie van Albert Heijn anderzijds, zijn het eind juni
eens geworden over de contouren van een nieuwe
medezeggenschapsstructuur voor de werkmaatschappij Albert Heijn.
Er komt een groepsondernemingsraad (GOR) met daaronder vijf
OR'en. Over de nadere invulling wordt momenteel overleg gevoerd.
Zoals bekend is een nieuwe structuur
noodzakelijk als gevolg van de inte
graties binnen AH, waaronder die
van de Vers Vlees Groep en Distribu
tie. De AH-directie was aanvankelijk
voorstander van een structuur met
één OR en een aantal onderdeelcom
missies (OC's). Voornaamste be
zwaar van de drie OR'en tegen dit
voorstel was, dat onderdeelcommis
sies beduidend minder wettelijke be
voegdheden hebben dan onderne
mingsraden. De OR'en stuurden
daarom aan op een GOR/OR-struc-
tuur en wisten de AH-directie uitein
delijk van dé wenselijkheid daarvan
te overtuigen.
ZETELS
„Ik ben blij dat de directie de mening
van de OR'en heeft overgenomen",
aldus Leon Kratsborn, hoofd Bureau
Ondernemingsraden en als zodanig
nauw betrokken bij de totstandko-
ming van de nieuwe structuur, „de
GOR/OR-structuur is de beste erken
ning van het feit dat er binnen AH
gemeenschappelijke en deelbelan
gen zijn. Het doet ook recht aan de
cultuurverschillen tussen de diverse
bedrijfsonderdelen en aan de OR-tra-
Onder verantwoording van de COR
ditie bij Ahold." Vice-voorzitter Gert
Meijer van de OR AH: „Een OR/OC-
structuur is niet werkbaar. Je kunt
wel afspraken maken over verder
gaande bevoegdheden van de OC's,
maar als puntje bij paaltje komt heb
je daar niets aan. Een GOR/OR-struc
tuur is de beste oplossing."
Tevredenheid dus over het bereikte
principe-akkoord, maar tegelijkertijd
beseffen de OR'en terdege dat er nog
een aantal belangrijke problemen
zal moeten worden opgelost, voordat
de GOR/OR-structuur zal zijn gereali
seerd. Zo is er bijvoorbeeld nog geen
overeenstemming over het aantal ze
tels dat de GOR moet krijgen. De AH-
directie wil een grote GOR; mogelijk
zelfs met 25 zetels. De OR'en denken
aan een zetelaantal van 11 a 13. Jan
van der Wiel, voorzitter van de OR
Distributie: „Een GOR van 25 zetels
wijzen we principieel af. De directie
wil kennelijk zoveel mogelijk via de
GOR laten lopen, terwijl wij het
zwaartepunt juist bij de OR'en willen
leggen. Er zullen zoveel mogelijk za
ken op OR-niveau behandeld moeten
worden. Alleen dan komt de mede
zeggenschap tot haar recht. Een GOR
van 25 betekent het kunstmatig dood
laten bloeden van de OR'en. Dat zul
len wij niet toestaan!"
HOBBEL
Wel is er overeenstemming over het
aantal OR'en dat onder de GOR moet
komen, namelijk 5. De Centrale Sla
gerijen (Vers 1) en Distributie houden
een eigen OR en de huidige OR AH
wordt opgesplitst in een OR Opera
tions, een OR Hoofdkantoor en een
OR Vers 2 (o.a. Bloemen- en groente
centrales). Afgesproken is dat eind
1992 op basis van de opgedane erva
ringen met de nieuwe structuur, een
evaluatie zal plaatsvinden. Daarbij
zal worden nagegaan of de structuur
naar ieders tevredenheid functio
neert. Momenteel onderhandelt de
AH-directie met delegaties van de
betrokken OR'en over de invulling
van de GOR. Daarbij gaat het met
name over de zetelverdeling.
De tijd begint echter te dringen.
Kratsborn: „De nieuwe reglementen
moeten vóór half december zijn goed
gekeurd door de bevoegde instan
ties, anders komen we in de knel met
de verkiezingscampagne. Ik denk
wel dat het gaat lukken. De grootste
hobbel is in ieder geval genomen."
Gert Meijer van de OR AH: „Ondanks
de vakantie denk ik dat we er snel
uitkomen. De wil om het met elkaar
eens te worden is er in ieder geval."