ALBRO VRAAGT OCTROOI AAN OP NIEUW PROCÉDÉ Gebroeders Hoefsmit vinden hun draai wel bij Ahold 'Bakgemak' uniek in bakkerswereld Flitsen pagina 11 Albro Bakkerijen heeft octrooi aangevraagd op een procédé om bake off-produkten gerezen en wel in te vriezen. Tot voor kort gingen de ba ke off-produkten voor het rijzen de vriescel in. Het rijzen gebeurde vervolgens in de AH- filialen, waarna de pro- dukten ten slotte wer den afgebakken. Door de nieuwe methode zijn de filialen in staat om bake off-artikelen binnen een half uur verkoopklaar te maken. Vroeger kostte dat de fi lialen drie uur. Albro heeft de nieuwe me thode in samenwerking met TNO uit Wageningen op ver zoek van Albert Heijn ont wikkeld. Het gaat om een combinatie van technieken, waarbij de kwaliteit van de produkten gewaarborgd blijft. De ontwikkeling heeft ongeveer een jaar in beslag genomen. De nieuwe metho de, die de naam 'bakgemak' heeft gekregen, wordt inmid dels toegepast op croissants, roomboterkrakelingen, cho colade-, kaasham- en kaas broodjes. Albro is momen teel bezig om het procédé ook op de andere bake off- produkten, waaronder groot- brood en hard kleinbrood en zacht kleinbrood toepasbaar te maken. Volgens Albro bake off-manager Loek Steenland zullen de meeste artikelen binnen een jaar volgens de bakgemak-methode kunnen worden aangeboden. „Een octrooi-aanvraag is uniek in de bakkerswereld", aldus Steenland. „Voorzover ik weet is het nog nooit eer der voorgekomen. We heb ben de aanvraag ingediend voor West-Europa, Amerika, Australië en Nieuw Zeeland. De looptijd is drie jaar. Pas dan weten we zeker of de aanvraag erkend wordt." In dien het octrooi wordt ver leend, betekent dit dat alleen Albro in de genoemde landen met de nieuwe methode de markt op mag. Steenland, die zich ten overstaan van Flitsen hulde in een betekenisvol stilzwijgen aangaande de ge heime details, verwacht veel belangstelling voor het unie ke systeem. De bake off-manager wilde nog wel kwijt dat de omzet van de gerezen halffabrikaten nu al 25% hoger ligt dan ver wacht. „Als straks alle bake off-produkten volgens de bakgemak-methode worden gemaakt, kunnen de rijskas- ten de filialen uit. Dat bete kent minder personeelskos ten, minder investeren en minder ruimtebeslag in de fi lialen. Maar het belangrijkste is dat winkels altijd verse spullen hebben. Het is in alle opzichten beter!" De bake off-croissants gaan rechtstreeks uit de vriescel, gerezen en wel, de o vens in kort van pas als de HIC Vlees service in Dordrecht sluit en verhuist naar Rotterdam. „Begrijp me, ik kijk het alle maal heel rustig aan hoor. Best mogelijk dat er juist de komende maanden van alles verandert. Het gaat tenslotte lekker hier." Sjef wil nog wel een ding kwijt, glimlachend maar toch: „Alleen de Zaandam mer af en toe hè. Die is wat dwars. Ik weet niet precies waar 'em dat in zit hoor, maar dat wil nog wel eens een keertje botsen. Kijk, we zijn nieuwkomers en dan heb ik niet zoveel aan zo'n opmer king 'dat doen we zo bij Ahold'. Dan wil ik wel eens weten waarom en dan vind ik het echt prettig als er iets wordt uitgelegd. Soms lijkt ,het net het stadhuis daar, echt waar." Sjef en Harry ma ken niet de indruk er echt over te vallen, ze vinden hun draai wel bij Ahold. En als er eens iets is? ,Ja dan zeggen we dat wel." Vrachtwagens rijden af en aan. Als altijd is het een drukte van belang bij de Groothandels markt in de Spaanse- polder, aan de westelij ke rand van Rotterdam. Groente, vis, bloemen, noem het maar op, het is hier allemaal in fikse voorraden voorhan den. Geen wonder dat een bedrijf als Gebroe ders Hoefsmit hier pri ma boert. Hoefsmit, de meer dan een eeuw ou de slagersfamilie, richt zich sinds ruim tien jaar vooral op wat grote re klanten (ziekenhui zen, bejaardentehui zen en horeca) en is een klein jaar geleden de Ahold-gelederen ko men versterken. Directeur Sjef Hoefsmit haalt in zijn ruim bemeten kantoor meteen de mogelijke twijfel weg. „Nee, we zijn beslist niet op Ahold afgestapt om dat de zaken slecht gingen. Sterker nog: we stonden er best voor en de vooruitzich ten waren ook zonder meer gunstig te noemen." De 42-jarige Hoefsmit, die sa men met zijn één jaar oudere broer Harry de leiding heeft over het bedrijf, herinnert zich de besprekingen met GVA (Grootverbruik Ahold), die in 1987 begonnen. „We keken elk jaar aan de hand van de cijfers wat verder vooruit en we beseften dat we geen van tweeën een op volger hadden. Daarbij komt dat je overal om je heen fu sies ziet voltrekken. We wil len allebei plezierig door werken en domweg voorko men dat je op je 55ste, als je denkt dat je een spaarcentje hebt opgebouwd, moet gaan leuren met je bedrijf, dat dan misschien niet eens meer zo rendeert. Vandaar." Een echte slagersfamilie Hoefsmit bestond in 1985 een eeuw. Een bedrijf waar een echte slagersfamilie ach ter zit. Aanvankelijk bouw den zij een aardige keten van Sjef (links) en Harry Hoefsmit komen uit een echte slagersfamilie slagerijen op, maar Sjef en Harry zijn er de mensen niet naar om passief de moderni sering gade te slaan. Sjef: „De gewone slager, die de klant niets extra's te bieden heeft, redt het absoluut niet meer. De mensen gaan meer en meer vertrouwen krijgen in de supermarkten en halen daar net zo gemakkelijk al hun boodschappen." Rond 1974 besloten de broers de filialen van de hand te doen en de bakens radicaal te verzetten. Het vizier werd vooral gericht op grotere af nemers als ziekenhuizen en verpleegcentra. En jawel, ze hadden goed gekozen: Hoef smit groeide door en heeft nu in de fraaie nieuwe vestiging op de Groothandelsmarkt in de Spaansepolder ruim vijftig medewerkers. Hoefsmit wordt steevast van vers vlees voorzien. De slachterij zit na melijk op een steenworp af stand. Modem In het bedrijf ratelt de com puter bijna onafgebroken. U wilt wat karbonaadjes en wat varkenshaasjes? Komt voor elkaar, vandaag besteld, mor gen geleverd. Broer Harry vertrouwt de bewuste infor matie toe aan de computer, die even later wat stickers uitspuwt, waarop alles geno teerd staat. Die stickers zijn uiteindelijk terug te vinden op de bestelling, die straks naar de klant zal gaan. Is het vlees eenmaal gewogen en goed bevonden dan krijgt de computer die gegevens weer terug en kan dus gemakkelijk worden vastgelegd waar wat naar toe gaat en wanneer. Hoefsmit heeft er nogal wat arbeidsintensieve klanten bij zitten. Een Dijkzigt-zieken- huis bijvoorbeeld, waar lang niet alle patiënten hetzelfde gebruiken en de bestelling dus soms een rijke variatie oplevert. „Men kan hier net zo goed ook terecht voor een ons van dit of dat. We werken in grote hoeveelheden, maar ook de kleine vragen worden behandeld", verzekert Harry. Zijn de grote afnemers ge makkelijke klanten omdat het immers niet om culinaire hoogstandjes gaat of wil men net zo goed het beste van het beste? Sjef Hoefsmit: ,Je houdt zulke grote klanten al leen maar als je kwaliteit con stant heel hoog is. Wij kun nen ons geen enkele uitglij der permitteren. Ik vind wel dat men de afgelopen jaren kritischer is geworden en te recht, Mensen die ziek zijn of oud moet je juist het beste voorzetten." De broers heb ben wel gemerkt dat het in de verzorgingssector geen vetpot meer is. Was er in het recente verleden bijvoor beeld per persoon een be stelling van 120 gram, dan komt die nu uit op precies één ons. En verder wilde men zo hier en daar nog wel eens overstappen op wat goedko pere vleessoorten.Al die be zuinigingen, wat wil je..." Stadhuis Hoefsmit heeft nu een klein jaar met Ahold van doen. Hoe is dat bevallen? Veel meer vergaderen, zeggen de broers bijna onmiddellijk. Tja, vroeger zat je een paar minuten bij elkaar en dan was er iets beslist, nu komt daar meer bij kijken. „Niet dat we dingen niet gedaan krijgen hoor", haast Sjef zich, „maar je zit wat meer bij elkaar dan vroeger. Dat is wel even wen nen." Beiden zeggen eigenlijk iets meer te hebben verwacht van de overstap. „Erg veel is er nog niet veranderd. Wie weet komt dat nog hoor, la ten ze de zaak eerst even rus tig wennen. Maar ik had ge dacht dat er uitdieping zou komen." Hoefsmit, dat jaar lijks ongeveer anderhalf mil joen kilo vlees aan de man brengt, kan in het vrij nieuwe pand nog wel wat uitdijen. Mogelijk komt dat al binnen-

Personeelsbladen | 1989 | | pagina 11