GEEN DECENTRA
LISATIE CONCERN
REGELINGEN ZONDER
INSTEMMINGSRECHT
SOCIAAL JAARVERSLAG
NIET AANGEPAST
OR'en steunen COR-standpunt
Flauwekul-
argument
Instituut
Impasse
8 Flitsen
De 11 OR'en van Ahold zijn het met de COR eens dat de plannen van de
Raad van Bestuur om een aantal concemregelingen (o.a. de
reiskostenregeling) te decentraliseren alleen door mogen gaan, als aan
hen het instemmingsrecht wordt verleend. In dat geval hebben de
directies van de werkmaatschappijen de toestemming van hun OR nodig
hebben om regelingen te wijzigen. Als het instemmingsrecht niet wordt
verleend, dan dienen de concemregelingen centraal te blijven. De OR'en
hebben dit standpunt vorige maand aan de COR kenbaar gemaakt.
als aan het instemmingsrecht ver
bonden zijn."
Uit he1 standpunt van de OR'en
spreekt volgens de COR een zeker
gebrek aan vertrouwen in de be
stuurders van de werkmaatschappij
en. De OR'en zijn bang dat hun be
stuurders op de concernregelingen
gaan bezuinigen zodra deze eenmaal
gedecentraliseerd zijn. Dat risico is
volgens de OR'en kleiner als zij het
instemmingsrecht krijgen. Blijkens
een recent memo voelt de RvB er niets
voor om de decentralisatie van de
concemregelingen te koppelen aan
het verlenen van het instemmings
recht aan de OR'en. De COR heeft op
dit moment, nu de concemregelin
gen nog centraal zijn en dus op het
werkterrein van de COR liggen, ook
geen instemmingsrecht. Er vindt op
dit punt slechts vrijblijvend overleg
plaats.
Als het instemmingsrecht straks wel
aan de OR'en wordt gegeven dan
hebben ze de mogelijkheid om voor
stellen van de directies door een veto
te treffen. De RvB is daar, zo blijkt uit
het memo, beducht voor. Daardoor
kunnen noodzakelijke ontwikkelin
gen in het arbeidsvoorwaarden- en
onkostenvergoedingenbeleid wor
den geblokkeerd", aldus de RvB, die
verder van mening is dat het instem
mingsrecht een OR de mogelijkheid
geeft een inhoudelijke discussie te
ontwijken. ,,De kracht van argumen
ten moet het doen. Niet de kracht van
een formeel recht om ja of nee te zeg
gen met zo vergaande consequenties
Met name dat laatste bezwaar is de
COR in het verkeerde keelgat ge
schoten. ,,Een flauyvekulargument",
zo laat COR-voorzitter Cor Schoon
weten. Voor de OR'en van Ahold
staat goed overleg altijd voorop,
daar doet een formeel recht niets aan
af. Het instemmingsrecht geeft het
overleg juist handvatten. Het dwingt
de bestuurder om met goede argu
menten te komen."
Het onderwerp van de decentralisa
tie is inmiddels ook uitgebreid aan
de orde geweest bij de OR'en van de
werkmaatschappijen. Daarbij lukte
het de OR Albert Heijn vorig jaar zelfs
al een positieve reactie van hun be
stuurder te krijgen op het verzoek om
de OR instemmingsrecht te verlenen
als de concernregelingen gedecen
traliseerd zouden worden. Die toe
zegging heeft de bestuurder inmid
dels, na ruggespraak in de RvB, inge
trokken.
Als de RvB bij zijn standpunt blijft om
geen instemmingsrecht te verlenen
aan de OR'en, dan zal de COR zo
goed als zeker negatief adviseren
over de decentralisatie van de con
cemregelingen. Dit ondanks het feit
dat de RvB de COR wel op andere
De Raad van Bestuur ziet geen
kans meer om het Sociaal
Jaarverslag over 1988 aan te pas
sen in de door de COR gewenste
zin. Het concept ligt inmiddels al
klaar. Ingrijpende wijzingen zou
den vertragend werken en boven
dien gevolgen hebben voor het
externe jaarverslag. Daarnaast
heeft de RvB ook inhoudelijke be
zwaren tegen de voorstellen van
de COR.
Dat maakte RvB-lid P. J. van Dun vori
ge maand duidelijk in reactie op de
nota die de COR onlangs uitbracht
over het Sociaal Jaarverslag. De COR
pleit daarin onder andere voor een
betere aansluiting bij de Sociale Toe
komstverkenning (STV), vertaald in
concretere plannen voor het lopende
jaar. Aandachtspunten voor de COR
zijn daarbij o.a. de arbeidsmarkt,
scholing en opleiding, de kwaliteit
van het werk, deeltijdarbeid en ar
beidsverhoudingen. Van Dun had
weliswaar begrip voor de wensen
van de COR, maar benadrukte dat de
STV bedoeld is als hulpmiddel bij het
opstellen van begrotingen en lange
termijn-plannen binnen de werk
maatschappijen. Het vaststellen van
aandachtspunten is volgens hem
moeilijk op concernniveau te realise
ren omdat ze per werkmaatschappij
kunnen verschillen. Hij zag hier dan
ook eerder een taak voor de bestuur
ders van de werkmaatschappijen en
hun OR'en dan voor de RvB en de
COR. Van Dun toonde zich wel bereid
om de door de COR genoemde onder
werpen tijdens de presentatie van
het Sociaal Jaarverslag aan de COR
op 4 april aanstaande van een mon
delinge toelichting te voorzien.
Het RvB-lid maakte tijdens de over
legvergadering ook duidelijk dat de
RvB niet van plan is om eisen te stel
len aan de sociale jaarverslagen van
de werkmaatschappijen. De COR
had daar om gevraagd omdat de
kwaliteit van deze verslagen naar
het oordeel van de raad te wensen
over laat en omdat er bij sommige
werkmaatschappijen zelfs helemaal
geen Sociaal Jaarverslag verschijnt.
,,De Raad van Bestuur kan een werk
maatschappij niet verplichten om
een Sociaal Jaarverslag te produce-
ren. Hier ligt eerder een taak voor de
OR'en. Die kunnen hun bestuurder
verzoeken zo'n verslag uit te geven,
in welke vorm dan ook", zo zei het
RvB-lid.
Cor Schoon: 'goed overleg altijd voorop'
punten van kritiek tegemoet is geko
men. Zo blijkt de RvB wel bereid de
50%-studiekostenregeling centraal
te houden, zoals de COR had bepleit,
hoewel men vindt dat de motivering
van de COR op dit punt 'niet sterk' is.
De COR denkt daar zelf uiteraard ge
heel anders over. De 50%-studiekos
tenregeling moet centraal blijven
omdat de kans bestaat dat aanvra
gen van medewerkers anders eerder
zullen worden afgewezen.
Ook op het punt van de cadeaubon
nen en kerstpakketten is de RvB be
reid water bij de wijn te doen. De
COR is van mening dat de verstrek
king hiervan niet gedecentraliseerd
moet worden, omdat zowel bon als
pakket in de loop der jaren zijn uitge
groeid tot een 'Ahold-instituut'. Ze
blijft. De RvB liet daarop een raamre
geling ontwerpen, die voor alle werk
maatschappijen als basis zou moe
ten gelden. Deze regeling voldeed
echter niet aan de verlangens van de
COR, die onlangs reageerde door
een alternatieve raamregeling in te
dienen. ,,Wij zullen uw voorstel se
rieus bezien", meldt de RvB nu in z'n
memo, ,,doch wij zullen niet bereid
zijn op centraal niveau iets in stand
te laten of tot stand te brengen dat de
werkmaatschappijen onvoldoende
armslag laat om regels te maken die
tegemoet komen aan de specifieke
behoeften van elke werkmaatschap
pij afzonderlijk."
drs. P.J. van Dun: 'erge grote moeite'
zijn volgens de COR bij de cultuur
van Ahold gaan behoren, over het
niveau van de werkmaatschappijen
heen. In het genoemde memo laat de
RvB weten zich aangesproken te voe
len door de argumenten van de COR
en het COR-voorstel om deze regelin
gen centraal te houden te aanvaar
den.
Anders ligt het op het gebied van de
reiskostenregeling. De COR had vo
rig jaar al laten weten dat deze rege
ling wat hem betreft alleen gedecen
traliseerd kan worden, als de RvB ga
randeert dat het huidige niveau als
absoluut minimum gehandhaafd
In de vorige maand gehouden over
legvergadering werden de stand
punten van RvB en COR nog eens
naast elkaar gelegd. Bij die gelegen
heid benadrukte drs. P.J. van Dun, lid
van de RvB, dat de RvB 'erge grote
moeite' heeft met het standpunt van
de COR met betrekking tot het verle
nen van het instemmingsrecht aan
de OR'en. ,,In het overleg met de
COR is de kracht van de argumenten
ook altijd doorslaggevend geweest,
zonder dat daarvoor instemmings
recht nodig was. Als de OR'en wat
deze regelingen betreft nu wel in
stemmingsrecht krijgen, dan zou het
overleg daardoor verarmd kunnen
worden", aldus Van Dun.
De argumenten van de RvB konden
de COR echter niet overtuigen. De
COR bleef tijdens de overlegverga
dering dan ook bij zijn eerder ingeno
men standpunt. Dat betekent dat er
momenteel wel overeenstemming is
over de 50%-studiekostenregeling,
de cadeaubonnen en de kerstpakket
ten, maar niet over de reiskosten en
het instemmingsrecht. Voor de COR
zou dat voldoende reden zijn om een
negatief advies uit te brengen. Of het
ook inderdaad zo ver komt valt nog te
bezien. In de genoemde overlegver
gadering kondigde bestuurder A.
Heijn aan dat de Raad van Bestuur in
overleg zal gaan met de directies van
de werkmaatschappijen over de
kwestie. Op die manier hoopt de RvB
een aanzet te leveren voor het door
breken van de ontstane impasse. In
de tussentijd zal de COR zich in over
leg met de OR'en opnieuw over zijn
standpunt gaan beraden. In één van
de volgende Ahold-overlegvergade-
ringen zal het onderwerp dan op
nieuw aan de orde komen.