Koks van AC Restaurants overwinnen hun plankenkoorts Albert Heijn AC Restaurants Flitsen pagina 15 Na 4 maanden vertraging in de bouw was voor filiaal 1537 in Zuid laren eindelijk bet moment daar. Eind november opende de winkel zijn deuren voor bet publiek Op de foto ter gelegenheid van de opening be drijfsleider H. Otter met zijn medewerkers. Van 350 m' naar 900 m2 netto verkoopop pervlakte. Na de verbouwing werd filiaal 1475 in Son op 15 december 1988feestelijk heropend. Bedrijfsleider A. v.d. Heijden ging voor deze gelegenheid met de meerderheid van zijn 60 meclewerkerst op de foto. koks ook al veel aandacht aan De traditie wil dat in een restaurant koks en bedie ning gescheiden van el kaar werken. Van oudsher zijn dat twee aparte werel den, die elkaar raken 'op de pas'; de plaats waar de koks de schotels neerzet ten en de bediening ze over neemt om uit te ser veren. De ervaring van Hendrik-Jan van den Berg -chef-kok van AC Restaurant Reeuwijk- is dat zo'n strikte scheiding niet optimaal werkt. De omme zwaai van AC Restaurants om de koks niet langer achter maar ook vóór de schermen te laten werken juicht hij om meerdere redenen toe. „Vroeger lag dat letterlijk erg zwart-wit. Tussen de in het zwart geklede medewerkers in de bediening en de in het wit gestoken keukenbrigade lag een wereld van verschil. Er heerste een soort natuur lijke competitie tussen koks en kelners. En als je allemaal bezig bent met hetzelfde pro- dukt, werkt dat niet in je voordeel." De chef-kok heeft een prak tisch voorbeeld om dat te il lustreren. Dat betreft opmer kingen van de gasten. Com plimentjes drongen zelden tot de keuken door, maar een klacht werd zonder pardon wèl direct in de keuken gede poneerd. Hendrik-Jan: „Heel begrijpelijk overigens. Als ik aan een tafel te horen zou krijgen dat de soep koud is, zou ik ook reageren met 'ik zal het doorgeven aan de keu ken' of iets van die strekking. Maar goed is het niet. Bij AC Restaurants hebben we goed gastheerschap hoog in het vaandel staan. De communi catie tussen gast en bedrijf moet dan goed zijn." De nadrukkelijke aanwezig heid van een kok in het res taurant is volgens Hendrik- Jan een prima opstapje om die discussie op gang te bren gen. Vooral kinderen zijn ui terst nieuwsgierig naar het doen en laten van de man met de hoge witte muts. En via de kinderen is dan snel het contact gelegd met vader of moeder om te vragen 'of alles naar wens is'. Dergelijke het omgaan met publiek be steed „en verder is het ook een kwestie van een beetje aanleg daarvoor hebben", al dus Hendrik-Jan. Zijn collega Hans Bostelaar in Reeuwijk vindt het in elk geval een pri ma ontwikkeling dat hij niet meer alle dagen in de keuken staat. Gasten begroeten, een advies verstrekken, af en toe een recept uitdelen of een kind verrassen met een heuse koksmuts: het zijn die dingen die voor hem het werk extra leuk maken. contacten zijn belangrijk om de gasten zich thuis te laten voelen. De man of vrouw die normaal gesproken niet zo snel een vraag of opmerking plaatst, wil dan best losko men. Vooral de persoonlijke aandacht - 'U Vilt een lichte saus? dan maken we dat toch!' - speelt dan een grote rol. De meeste koks zijn gewend om in de beslotenheid van de keuken te werken. Geen vreemde ogen die daar op hun handen kijken en gaat er onverhoopt iets mis, dan kunnen ze dat desnoods af reageren. Dat is eigen aan de ze keukenkunstenaars. Van nature hebben de meesten ook - in tegenstelling tot de kelners die makkelijk met be zoekers omgaan - een beetje plankenkoorts. Hendrik-Jan: „De meeste koks werken lie ver drie nachten aan een stuk in de keuken dan dat ze één uurtje voor de ogen van het publiek moeten uitsnijden of serveren. Daar staan ze dan met bibberende knieën." Het is aan de chef-koks van alle AC Restaurants om hun koks te helpen die schroom te overwinnen. Gelukkig wordt in de opleidingen voor Chef-kok IIJ. id. Berg laat zijn kunsten zien aan de gasten.

Personeelsbladen | 1989 | | pagina 15