ER WORDT TE WEINIG NAAR DE DETAILHANDEL GELUISTERD! A. Heijn krijgt Sidney R. Rabb-award Externe Betrekkingen kritisch ten opzichte van Europa 1992 Flitsen pagina 5 vervolg van pagina 1 deur kan worden geopend, zullen er nog vele grendels met kracht moeten worden weggeschoven. En voorlo pig, zo constateren hoofd Ex terne Betrekkingen Aad van Ewijk en zijn plaatsvervanger Fons Schmid, die al enige tijd hun handen vol hebben aan de Europese problematiek, voorlopig neemt het aantal grendels alleen maar toe. „Er bestaan nog altijd zeer veel handelsbelemmeringen en er is zelfs sprake van toene mend protectionisme in de verschillende lidstaten", stel len zij gedreven vast. Memoranda uit Frankrijk en Benelux Voorbeelden van toenemend protectionisme zijn de 'me moranda' die vorig jaar in Frankrijk en in de Benelux zijn opgesteld om te voorko men dat een veelheid van buitenlandse produkten op de nationale markt wordt ge bracht. Met deze memoranda wordt namelijk getracht de nieuwe aanpak van de Euro pese Commissie, om geen sa menstellingen-wetgeving meer te maken of te handha ven, af te remmen. Ahold heeft - tot z'n spijt - op dat gebied al de nodige ervaring opgedaan. Enige ja ren geleden wilde de Keu ringsdienst Alberto beletten om Belgische jenever onder de naam jenever op de markt de brengen omdat de Belgi sche variant 30% alcohol be vatte in plaats van de in Ne derland voorgeschreven 35%. Uiteindelijk moest het Europese hof er aan te pas komen om de verkoop moge lijk te maken. Een soortgelijk geval deed zich voor bij de Duitse appelmoes en yog hurt. Albert Heijn mocht die produkten in eerste instantie niet verkopen onder de in Nederland gebruikelijke naam, omdat deze produkten een iets andere samenstelling hadden dan in Nederland vereist is. Ook in dit geval stelde de rechter AH in het gelijk. Gerechtelijke vonnissen ten spijt blijven vele lidstaten be lemmeringen opwerpen om produkten met een vermeen de lagere standaard dan het vergelijkbare nationale pro- dukt van de eigen markt te weren, onder het voorwend sel dat de burgers beschermd moeten worden tegen mislei ding en afwijkende kwaliteit. „Ons standpunt is simpel: de Euro-burger heeft er recht op in zijn eigen land alle levens middelen te kopen die ook in andere lidstaten te koop zijn. Dit onder voorwaarde dat de consument volledig wordt voorgelicht over de samen stelling en herkomst van het produkt en er geen sprake is van gevaar voor de gezond heid. De detailhandel wil wel, maar moet voortdurend opboksen tegen schaamte loos protectionisme", aldus Fons Schmid. Paniekvoetbal Ook het milieu-aspect wordt gebruikt om buitenlandse produkten te weren. Schmid Fons Schmidt en Aad Van Eivijck (r) en Van Ewijk noemen in dit verband de zogenoemde 'Deense verpakkingszaak'. Sinds 1981 is het in Dene marken verboden om bier en fris in eenmalige verpakkin gen op de markt te brengen. Bier en fris mogen alleen in statiegeldflessen verkocht worden en bijvoorbeeld niet in blik De Europese Com missie spande een proces aan bij het Europese Hof, maar tot ieders verbazing werd Denemarken in het gelijk ge steld en nu zijn ook de Duit sers met iets dergelijks bezig. Van Ewijk: „In Duitsland zijn kunststofverpakkingen voor sappen, bier, wijn en water toegestaan, maar daarvoor willen ze nu 50 pfennig sta tiegeld in rekening brengen. Bovendien moet de leveran cier garanderen dat de fles sen of opnieuw gevuld, of hergebruikt worden. Daar heb je zo een, twee, drie geen systeem voor. Het gevolg is dat de import van water uit Frankrijk volledig tot stil stand zal komen. Iedereen is het erover eens dat het mi lieu beschermd moet wor den, maar dat zullen we met z'n allen moeten doen en niet door het spelen van paniek voetbal zoals nu in Duitsland gebeurt." Bij Externe Betrekkingen heeft men niet alleen kritiek op het protectionistische be leid van vele lidstaten, maar ook op de vaak slordige en gebrekkige harmonisatie van Europese wetgeving vanuit Brussel. Schmid: „In de drang om 1992 te halen, worden er hals over kop dingen doorge jaagd. De produktaansprake- lijkheid bijvoorbeeld. Die is weliswaar Europees gehar moniseerd, maar de lidstaten kunnen zoveel onderwerpen toch afwijkend regelen, dat er van echte harmonisatie geen sprake meer is. Dat zal straks in de grensgebieden zeker tot concurrentiever valsing leiden. De diepvries richtlijn is er ook doorheen- gejast. Onze huidige diep- vrieskasten moeten straks vervangen worden, maar de nieuwe kasten bestaan nog niet eens. Er wordt veel te weinig naar de detailhandel geluisterd. Voor de ontwik keling van een Europees sys teem voor certificering van kwaliteit zijn we niet eens uitgenodigd." Weinig voortgang met BTW Maar hel heetste hangijzer is ongetwijfeld het probleem van de omzetbelasting. De Europese Commissie stelt in haar tussenrapport vast dat het zonder harmonisatie van dit belastingstelsel absoluut onmogelijk is om de binnen grenzen open te gooien. En uitgerekend op dit terrein is tot nu toe weinig voortgang geboekt, met name omdat dergelijke maatregelen van directe invloed zijn op de in komsten van de staat. „Er is veel tijd verloren met steeds maar weer dezelfde dingen te bespreken en opnieuw zoge naamde alternatieven te on derzoeken die al herhaalde lijke door de lidstaten zelf zijn verworpen", heet het in het rapport. Van Ewijk for muleert het wat krachtiger: „Als de BTW en de accijnzen niet geharmoniseerd wor den, komt er niets van te recht! En waarom niet? Om dat je dan straks in Spanje nog altijd 1,50 voor de fles wijn betaalt die hier 8,- kost. Dan krijg je dat iedere particulier de Europese markt gaat af stropen, want grenscontroles zijn er niet meer. Dat kan de bedoeling van het Europa zonder grenzen niet zijn. Maar goed, zover komt het toch niet, want als de BTW en de accijnzen niet geharmoni seerd worden, gaan de gren zen helemaal niet open. BTW-harmonisatie is een mi nimum-voorwaarde voor de eenwording." Doodsbenauwd Het verdwijnen van de bin nengrenzen zal volgens Schmid en Van Ewijk ook ef fecten hebben waar de Euro pese Commissie tot nu geen rekening mee gehouden heeft. Ze wijzen daarbij met name op een probleem dat de fabrikanten van merkarti kelen zal raken. Aad van Ewijk: „Neem bijvoorbeeld wasmiddelen. Veel wasmid delen van multinationals worden in heel Europa onder dezelfde naam verkocht. Maar dezelfde naam betekent niet dat de produkten in ie dere lidstaat dezelfde samen stelling hebben. Het maakt namelijk een groot verschil hoe het middel wordt ge bruikt: snel of langzaam was sen, of met de hand. Stel dat er nu een detaillist op het idee komt om hier de Spaan se variant van een merkwas middel te gaan verkopen, omdat hij dat goedkoop kan krijgen. Het gevolg is dat de consument een heel ander produkt koopt dan hij ge wend is en na 1 keer wassen zegt: dat merk moet ik voor taan niet meer hebben. Fabri kanten zijn doodsbenauwd dat hun eigen goedkopere merkprodukten straks door detaillisten uit het buiten land gehaald worden met alle gevolgen vandien. Daar is nog geen oplossing voor." Concurrentiebeleid Voetangels en klemmen zijn er ook op het gebied van schaalvergrotingen en fusies. Het kartelbeleid in Neder land is vrij liberaal. Ahold heeft hier met Albert Heijn en Schuitema een marktaan deel van ongeveer 35%. In Duitsland en Engeland zijn dergelijke marktaandelen wettelijk verboden. Hetzelf de geldt voor fabrikanten. Fons Schmid: „Neem een produkt als appelstroop. Dat wordt alleen in Nederland gegeten. Als je als fabrikant van appelstroop in Neder land een marktaandeel van 30% hebt, heb je datzelfde marktaandeel dus ook in Eu ropa. In het ergste geval zou je dan verplicht kunnen wor den om een deel van de pro- duktie af te stoten omdat je marktaandeel te groot is." De Europese Commissie werkt momenteel aan een Europese kartelwetgeving en die zal wellicht strenger wor den dan de huidige Neder landse wetgeving. De Com missie hanteert daarbij vage criteria als 'relevante markt'. De vraag is natuurlijk: wat is relevant en hoe groot mag het marktaandeel zijn in een relevante markt? Schmid:Je ziet op dit moment dat er al lerlei bedrijven fuseren met het oog op de eenwording van de Europese markt. Dat is precies wat Cecchini in zijn rapport over de voordelen van de interne markt heeft voorspeld: fusies, overnames, samenwerkingsverbanden, de opbouw van franchise- netten. Maar misschien blijkt straks wel dat dat aan zeer stringente voorwaarden is gebonden. Dat hadden ze dan wel wat eerder moeten be denken. Er is nu te veel on duidelijkheid, terwijl de overname-hausse al niet meer te stoppen is." Twijfel Voordat alle belemmeringen die de eenwording in de weg staan zullen zijn verdwenen, zal er nog heel wat water door de Zaan moeten stro men. Dat de interne markt op 31 december 1992 volledig gerealiseerd zal zijn, wordt bij Externe Betrekkingen in twijfel getrokken. „Begrijp ons goed: Ahold zou niets lie ver willen dan dat de interne markt zo snel mogelijk tot stand komt. Volgens de stu die die Cecchini in opdracht van de Europese Commissie heeft verricht, zal de wel vaart met 5% toenemen, zul len de prijzen met 6% dalen en komen er 2 miljoen nieu we banen. Daar willen wij graag aan meewerken, maar we zullen de ontwikkelingen daarbij kritisch blijven vol gen en waar nodig onze de- tailhandelsstem krachtig ver heffen." V.l.n.r. Allen Bildner, voorzitter FM.I., Albert Heijn, Olga Heijnen, Robert Aders, president van F.M.I. (Food Marketing Inst.) A. Heijn, president van de Raad van Bestuur, heeft tijdens de midwinterver- gadering van het Food Marketing Institute (FMI) op 17 januari in Boca Ra- ton, Florida (USA), de 'Sid ney R. Rabb-award' in ont vangst genomen. De 'Sidney R. Rabb-award' is de hoogeste onder scheiding op het gebied van de levensmiddelen distributie. Rabb, de in 1985 overleden directeur van de winkelketen Stop Shop, wordt algemeen be schouwd al s een van de grondleggers van het su permarktwezen. De heer Heijn kreeg de onder scheiding vanwege de buitengewone bijdrage die hij heeft geleverd aan de positievebeering van de internationale detail handel. De prijs werd overhandigd doro Allen I. Bildner, voorzitter van het FMI. Als verdiensten van de Ahold-president noemde Bildner o.a. de verspreiding van het su permarkt-concept in Ne derland, de internationale expansie van Ahold en de totstandkoming van een wereldwijde uniforme ar tikelcodering.

Personeelsbladen | 1989 | | pagina 5