WERKDRUK IN FILIALEN MINDER MEDE DANKZIJ RAPPORT OR AH „ER ZOU MEER OVERLEGD MOETEN WORDEN OP OVERLEGVERGADERINGEN" „Het gaat goed, maar het kan beter!" Stroomversnelling Realistisch Bestuurder A. Heijn over de Centrale Ondernemingsraad: pagina 8 Wat is er eigenlijk gebeurd met dat rap port van de OR AH over motivatie en betrokkenheid? Is daar wel wat mee ge daan? En zo ja: wat heeft dat dan opge leverd? Een stand van zaken. ,,Er is al heel wat verbeterd, maar men beseft niet dat dat mede aan de OR te danken De feiten: de OR AH laat begin 1987 een grootscheeps onderzoek verrichten naar de motivatie en betrokkenheid van het filiaalpersoneel. Uit het rapport blijkt, dat het AH-personeel over het algemeen ge motiveerd en toegewijd is, maar dat er een paar knelpunten bestaan die de mo tivatie en betrokkenheid soms indirect nadelig kunnen beïnvloeden. In dit ver band worden o.a. Leifo, de urennorme- ring en de Credo-campagne genoemd. De meeste knelpunten zijn terug te voe ren op één oorzaak: de grote werkdruk. De OR AH laat in Flitsen van mei '87 weten met voorstellen naar de AH-direc- tie te zullen stappen. Vanaf dat moment wordt er weinig meer vernomen over het onderwerp. Wat is er nu eigenlijk aan gedaan? ,Een heleboel",' verzekert woordvoerder John Drieshen van de OR-werkgroep Motivatie Betrokkenheid. ,,En dan denken de mensen: 'Hé, wat goed van de directie', maar die verbeteringen zijn dan wel mede dank zij ons rapport tot stand gekomen. Neem bijvoorbeeld de AC-opleiding. Uit het rapport bleek dat die niet aansloot op de praktijk. Daar voor is nu de opleiding Filiaal-midden kader (FMK) in de plaats gekomen. Beoordeling via zogenoemde 'assess- mentcenters' is ook nieuw. Een methode waarbij kandidaten door meer dan één persoon worden beoordeeld. Daardoor hebben we een betere voorselectie ge kregen met als gevolg minder afvallers. Momenteel geldt deze methode alleen nog voor kaderfuncties, maar het is de bedoeling om alle sollicitanten binnen kort op deze manier te beoordelen. Door het rapport is die ontwikkeling in een stroomversnelling geraakt." Drieshen: Vroeger had je in elk filiaal een administratrice. Een paar jaar gele den werd die functie afgeschaft met als gevolg dat de druk op bedrijfsleiders groter werd. In het rapport klaagden ze daarover. En nu is er dan een nieuwe functie in de filialen geschapen: de FMA, de Filiaal Management Assistent, met als doel het tijdig emcorrect verstrekken van informatie aan het filiaal-manage mentteam. De functiebeschrijving is bin nen en we hebben er inmiddels al posi tief advies over uitgebracht. Verder ga ven de Hoka's in het rapport aan dat zé het gevoel hadden met als volwaardig lid van het managementteam te worden gezien. Om duidelijk te maken dat het hier wel degelijk om een volwaardige kaderfunctie gaat, is de naam onlangs veranderd in afdelingschef Kassa. Ver der zijn de verantwoordelijkheden van verkopers-3 en caissières-3 uitgebreid om dé werkdruk beter te verdelen. Die functies heten nu assistent afdelingschef (AAC) en assistent afdelingschef Kassa (AACK). De AC's krijgen door de herver deling meer tijd voor het uitoefenen van hun eigenlijke taken. AAC's en AACK's worden ook beter betaald dan voorheen de verkopers-3 en caissières-3. ,,Eén van de belangrijkste wijzigingen is misschien wel de erkenning van de AH- directie dat we het niet langer moeten zoeken in de OPWU (omzet per werkuur - red.), maar in het wegnemen van taken die ook buiten de winkel kunnen worden gedaan. We werkten al hard bij AH, toen moesten we slimmer gaan werken, daarna nog een keer harder, maar dan houdt het een keer op. Dan moet je ande re dingen gaan verzinnen en dat is ge beurd. Ik kan voorts melden dat er een ontwikkeling gaande is waarbij de be drijfsleidersfunctie verandert van be- heerder naar manager. Meer valt er op dit moment nog niet van te zeggen. Het is lange- termijnwerk." Is de werkgroep nog steeds gemoti veerd en betrokken? Drieshen: ,,Nou en of. Er is belangrijke vooruitgang geboekt. Daar sta je niet. al tijd bij stil, maar het is wel zo. Natuurlijk: je wilt altijd meer; maar we moeten rea listisch blijven. De ontwikkelingen geven ons aanleiding om mét directeur Ahlqvist te zeggen: het gaat goed, maar het kan beter met motivatie en betrok kenheid. De hele kaderproblematiek kan beter. Daar gaan we nu mee aan de slag. Voor de vakantie hebben we een nieuwe op zet gemaakt. Het is één van de hoofdpun- De werkgroep Motivatie Betrokkenheid. V./.r Baarslag. ten van de OR AH voor het komende jaar. Daar wordt zeer grote waarde aan gehecht. En nee, de werkdruk is nog niet John Drieshen, deert I laanappel en Cohv te groot voor de werkgroep. Dat niet, maar voorlopig hebben we nog wel werk zat!" De COR is bijna anderhalf jaar bezig in de huidige samenstelling. Bijna op de helft dus van de zittingsperiode. In bre de kring is men ervan overtuigd dat de ze COR heel wat sterker is dan de vori ge. Maar wordt dat aan de andere kant van de tafel ook zo ervaren? Bestuurder A. Heijn over de COR: ,,Er zou meer dialoog moeten zijn." U heeft vorig jaar op de OR-dag gezegd dat een goede OR goud waard is voor een bedrijf. Is de COR van Ahold goud waard? ,,In ieder geval zilver, met hier en daar. een verguld randje. Helemaal goud kan ook nog niet. Daarvoor is de club toch nog te kort bij elkaar." Wat mankeert er nog aan? Ik vind dat er meer dialoog zou moeten zijn en dat er meer mensen aan de dis cussies tijdens de overlegvergaderingen zouden moeten deelnemen. Er zou echt overlegd moeten worden. Maar het eni ge wat juist niet gebeurt tijdens overleg vergaderingen, is overleggen. Dat vind ik jammer. Het is in feite nu zo dat de standpunten van de COR door iemand worden opgelezen. De COR zou mijns inziens minder met vooropgezette me ningen naar de overlegvergadering moeten komen. En voor mijn part sturen ze me dan tijdens de vergadering even weg, zodat ze onderling kunnen overleg gen. Daar heb ik dan geen moeite mee. Als iedereen zou zeggen wat hij dacht, zou er een betere wisselwerking tussen COR en bestuurder ontstaan. Dan zou het overleg vruchtbaarder worden." In OR-kringen wordt momenteel ge sproken over de mogelijke vorming van groepsondernemingsraden (GOR) bij Ahold. Wat denkt u daarvan? ,,Ik heb op de OR-dag gezegd dat de medezeggenschapsstructuur zo goed mo gelijk moet aansluiten bij de zeggen schapsstructuur. Dat is een basisvoor waarde voor het optimaal functioneren van de OR. Maar het is nog maar hele maal de vraag of dat betekent dat de huidige OR-structuur moet worden ver anderd in een GOR-structuur. Neem bij voorbeeld een poot als Levensmiddelen industrie Ahold,waar o.a. Meester, Marvelo en Albro deel van uitmaken. Ik zie eerlijk gezegd niet zoveel raakvlak ken tussen deze werkmaatschappijen. Er is ook geen gemeenschappelijk be leid. Noem mij maar eens A Heijn de overeenkomst tussen Meester en Al bro. Ja goed, ze produceren, maar dan kun je bij wijze van spreken net zo goed de Artillerie Inrichtingen erbij voegen. Ik kan me in ieder geval niet voorstellen dat er een relevante bijdrage te verwachten valt van een OR-lid van Meester in het •reilen en zeilen van Albro. Het heeft dus helemaal geen zin om daar een GOR in te stellen. Dat de OR'en een keer bijeen, komen om elkaar te leren kennen, daar heb ik geen moeite mee. Eén ding moe ten we goed in de gaten houden voordat we de medezeggenschap eventueel gaan aanpassen: het moet zinvol zijn." Uw college Van Dun zei op de OR-dag dat OR'en te weinig gebruik maken van het initiatiefrecht. Vindt u dat de COR meer gebruik van dat recht zou moeten maken? Wat mij betreft hoeven ze geen initiatief te nemen. Ik heb werk zat. Nee, maar zonder gekheid: het is natuurlijk prima als de COR zelf eens wat organiseert. Onlangs was dat nog het geval. Toen hebben we op initiatief van de COR van gedachten gewisseld over de winkelslui tingswet. Dat zulke dialogen plaatsvin den, vind ik een hele goede zaak." Bent u het eens met Van Dun's stelling dat het aantal OR-leden dat door stroomt naar hogere functies zal toene men? r,Dat is een ontwikkeling die je bij Ahold duidelijk kunt waarnemen. En het is vol komen in tegenstelling tot wat je vroeger hoorde, namelijk dat h"et OR-lidmaat- schap tot ontslag leidt. In de wet is daar over zelfs een beschermende passage opgenomen, maar niemand kon zich toen kennelijk voorstellen dat het ook an dersom zou kunnen werken. Ik zou het overigens wel een oneigenlijk motief vin den als mensen om promotie te maken in de OR zouden stappen." Zou het leiden van een bedrijf niet veel beter gaan als er geen COR was? Zonder COR zouden we bepaalde din gen sneller in gang kunnen zetten, maar of het dan' beter zou gaan, is een andere vraag. Bij het voorbereiden van beslui ten en het maken van plannen, houd je er toch rekening mee dat je er nog een keer voor de draad mee moet komen bij de CÖR. Inderdaad, dat is de preventie ve invloed van de COR. Die invloed is heel duidelijk een feit. Als de COR posi tief advies uitbrengt, worden onze be sluiten toch iets gemakkelijker geaccep teerd door de werknemers. Mede daar om is de COR een nuttige instelling. Ik heb wel eens eerder gezegd: als de COR niet bestond, zou ik hem uitvinden." Wat vindt u van het voorstel van COR- voorzitter Schoon om een speciale COR- commissie in te stellen die bij overna mes in een vroegtijdig stadium betrok ken wordt bij de besluitvorming? ,,Dat zou-ik heel plezierig vinden. Maar dat zou dan wel een commissie moeten- zijn met een heleboel bevoegdheden, anders heeft het geen zin. Het is jammer dat het nog niet zover is. Bij de voorberei ding van het samenwerkingsverband met Schuitema zou zo'n commissie goed hebben kunnen functioneren. Nu moest de COR achteraf advies uitbrengen, om dat het niet anders kon." Wat gaat u straks tegen uw opvolger Everaert zeggen als hij het overleg met de COR van u overneemt? „Zoiets als: sterkte jongen. Maar nee, daar heb ik eerlijk gezegd nog niet over nagedacht. Tussen nu en 1 september 1989 zal hij zich al meer bezig gaan hou den .met de COR. Ik ben ervan overtuigd dat hij, gezien zijn instelling, geen enke le moeite zal hebben om met de COR te overleggen."

Personeelsbladen | 1988 | | pagina 8