Ahold streeft naar geen enkel monopolie Het spel... Flitsen pagina 3 De feiten In 1984 blijkt ünigro nv in het bezit te zijn van 40% van de aandelen Schuitema. Uni- gro beoogt een nauwere sa menwerking met Schuitema. die zou moeten resulteren in een compleet samengaan van beide bedrijven. Na uitge breide studies en overleg trekt Schuitema de conclusie dat het niet in haar belang is om een samenwerking met Unigro na te streven. Ünigro blijft er echter anders over denken. In de zomer van 1987 zoekt Schuitema con tact met Koninklijke Ahold, teneinde de hulp van laatst genoemde in te roepen bij het zelfstandig houden van Schuitema. Ahold had in het verleden al eens eerder za ken gedaan met Schuitema. Dat was in 1982. In dat jaar nam Ahold een aantal Famila- vestigingen over van Schuite ma. Omdat een samengaan van Unigro en Schuitema niet in het belang van Albert Heijn wordt geacht, besluit Ahold Schuitema te helpen. In de loop van 1988 koopt Ahold. op verzoek van Schui tema en om te voorkomen dat ze in handen van Unigro vallen, twee pakketten aan delen, samen ongeveer 10%, via een Zwiterse trustmaat schappij. Op de laatste aan deelhoudersvergadering van Schuitema heeft Ahold ge stemd voor het voorstel om de directie van Schuitema de bevoegdheid te geven tot het uitgeven van preferente aan delen. Op die manier kunnen ongewenste overnames wor den voorkomen. Mede dank zij de steun van Ahold, wordt het voorstel aangenomen. Unigro, die de aandeelhou ders had opgeroepen om te gen te stemmen, verliest de strijd om de macht over Schuitema. Voor Schuitema is het niette min duidelijk dat er. met het oog op Europa 1992, aanslui ting gezocht moet worden bij een grotere partner. Met bedrijf geeft te kennen dat Koninklijke Ahold als zoda nig zeker aanvaardbaar zou zijn. liet probleem is echter dat het merendeel van de aandelen in vaste handen zit. Op 11 juli komt er bij de di rectie van Schuitema een brief van Unigro binnen, die een compleet nieuwe situa tie creeert. Unigro schrijft dat er voor haar drie moge lijkheden openstaan. Eén van die mogelijkheden is de ver koop van het pakket aande len vóór 1 september aan door Schuitema aan te wijzen gegadigden. Bereidheid Op geen enkele wijze wordt in de brief, noch daarna, een voorbehoud gemaakt over de eventuele onaanvaardbaar heid van door Schuitema aan te wijzen gegadigden. Schuitema neemt na ont vangst van de brief contact op met Ahold en vraagt of Ahold bereid is het Unigro- pakket over te nemen. Die bereidheid blijkt aanwezig. Medio augustus komen de onderhandelingen tussen Ahold en Schuitema in een zodanige stroomversnelling - met name omdat Unigro op onmiddellijke betaling van de koopsom staat - dat er geen tijd meer is om het Het nieuws dat Ahold en Schuitema gaan samen werken, is vorige maand ingeslagen als een bom. „Vreugde, droefenis en verwarring in de bran che", vatte het vakblad Missets Distrifood de reac ties samen. Vreugde uiteraard bij Ahold en Schui tema, maar met name bij collega Unigro, die jaren lang vergeefs heeft gestreefd naar samenwerking met Schuitema, was men minder gelukkig. Men aarzelde zelfs niet om de suggestie te wekken dat Ahold zich onfatsoenlijk had gedragen. Inmiddels heeft Unigro zelfs een proces aangespannen met het doel de transactie tussen Ahold en Schuitema ongedaan te maken. Maar hoe steekt de vork nu eigenlijk in de steel? Hieronder een interview met de Raad van Bestuursleden A. Heijn en F.I. Ahlq- vist, voorafgegaan door een korte terugblik. A Heijn l' J AJ:lqvist voorgeschreven overleg te voeren. Op 12 augustus be sluiten Ahold en Schuitema dat de Credit Suisse-bank het pakket van Unigro zal ver werven voor rekening van Ahold. Op die dag wordt een samenwerkingsovereen komst tussen Ahold en Schui tema getekend. Op maandag 15 augustus worden de cen trale ondernemingsraden en de vakbonden ingelicht en woensdag 17 augustus wordt het nieuws van de samenwer king officieel bekend ge maakt. Marktaandeel En dan nu de heren Ileijn en Ahlqvist. I Iet marktaandeel van Ahold is door de deelname in Schui tema gestegen tot 33%Heeft Ahold zich daarmee een mo nopoliepositie verworven? Ahlqvist: „Er zijn iets van 9-500 kruideniers in Neder land. Daarvan varen er nu on geveer 1.000 onder de vlag van Albert Heijn en Schuite ma. Daarnaast zijn er nog eens 6.000 bakkers, 6.000 groentewinkels en 6.500 sla gers. Ahold heeft dus geen enkel monopolie en daar streven we ook absoluut niet naar. Van een monopolie zou pas sprake zijn als de consu ment weinig of geen enkele keuze heeft. En er is nog keu ze genoeg. Niet het markt aandeel bepaalt het monopo lie, maar het aantal vesti gingsplaatsen." Heijn: ..Ons marktaandeel in Nederland is nu inderdaad ongeveer 33%. maar op Eu ropese schaal is het maar 1,4%. Dat valt in het niet bij de marktaandelen die bedrij ven als Douwe Egberts. Proc ter Gamble, Unilever en Nestlé hebben in Europa. Je moet zorgen dat je in een goede positie zit. Dat bete kent niet dat je altijd en over al een enorm groot marktaan deel moet hebben. Ik ken heel goede regionale groot winkelbedrijven in de Ver enigde Staten. Die zijn in hun eigen gebied allemachtig sterk. Ahold zou ook best kunnen blijven bestaan als we alleen sterk in Nederland zouden zijn. Alleen hebben we indertijd om hele goede redenen gezegd: Nederland is een relatief klein land en. het klinkt misschien wat op schepperig, Ahold wordt te groot voor dat kleine land. Als je een te groot marktaan deel krijgt, zou dat zich wel eens tegen je kunnen keren. In Nederland hebben we een zeer sterke basis. Met de ken nis die we nu hebben, zou den wc in de rest van Europa ook leuke dingen kunnen doen." Levensmiddelen Blijft Ahold een grootwinkel bedrijf, of gaat het steeds meer in de richting van een vrijwillig filiaalbedrijf? Heijn: Door de franchisers waren we al enige tijd geen 100% grootwinkelbedrijf meer. Eigenlijk zijn wc meer een levensmiddelenbedrijf met eigen winkels en daar naast ook franchisers. In an dere landen zoals Duitsland, Frankrijk en de Verenigde Staten had je die combinatie al langer. In Nederland blijkt het ook te kunnen, hoewel we er jaren anders over ge dacht hebben. I let is ook heel goed mogelijk dat we met de kennis van Schuitema in het buitenland gaan zoeken naar vrijwillige filiaalbedrijven. Of dat nu Duitsland is of Portu gal - om maar twee dwarsstra ten te noemen - zover zijn we nog lang niet. Daar zal nog over gesproken moeten wor den." Defensief Was de aankoop van de eer ste twee pakketten aandelen Schuitema al gericht op het Transacties met enor me pakketten aande- Ilen, Zwitserse banken die miljoenen guldens transporteren, vrien delijke dan wel vijandi ge bedrijfsovernames, gigantische schade claims; de berichten op de economische pagi na's en in de vakbladen laten zich soms lezen als spannende romans. Vooral als het gaat om zaken waarbij de emo ties hoog oplopen. En dat was zeker het geval bij de aangekondigde samenwerking tussen Ahold en Schuitema. Als dan ook nog wordt geschermd met juridi sche stappen en scha declaims is dat gefun- denes Fressen voor j menige krantekolom. i Voor je het weet vliegen de beschuldi- J gingen over en weer. De heer Ahlqvist relati verend: „Ach, dat schijnt bij het spel te horen. Ik vind echter wel dat ook dat spel z'n grenzen heeft. Als je mensen bewust kwetst door onjuiste gegevens publiekelijk rond te strooien, dan ga je in mijn ogen te ver (de heer Alhqvist doelt hier op de beschuldi gingen die Unigro uitte aan het adres van Schuitema-directeur I. Vos. red.). Dan speel je teveel op de man. En uiteindelijk is het nooit één man die een onderneming verte genwoordigt. Boven dien, dergelijke stem mingmakerij geeft een verkeerd beeld van het management in 't alge meen en van onze branche in het bijzon der. Daar is niemand bij gebaat." verkrijgen van de meerder heid? Heijn.- „Nee. De eerste 10% hebben we alleen uit defen sieve overwegingen gekocht. Op het moment dat we die 10% kochten, hadden we nog helemaal niet het idee om ons pakket te vergroten. In een later stadium kwam bij ons de gedachte op om een meer offensieve strategie te voeren door naar samenwer king te streven." Ahlqvist: „Schuitema reali seerde zich dat er in de toe komst op grotere schaal ge opereerd zal moeten wor den. Er werd naar een part ner gezocht. Na een paar ge sprekken groeide bij ons de belangstelling, zodat we ten slotte zeiden: „Waarom zou den wij niet de partner van Schuitema proberen te zijn?" Schuitema wilde zelf bijzon der graag met ons samenwer ken. Zij menen van ons te kunnen leren en wij van hen. De winkels die de Schuitema- fórmules exploiteren passen uitstekend in onze netwerk- filosofie, zeg maar ons twee potenbeleid: grote winkels in een filiaalbedrijf, kleinere winkels eerder richting fran chisers en zelfstandige on dernemers. Door de komst van Schuitema hebben wc de ene poot zeer behoorlijk ver sterkt. We komen nu sterker op de markt te staan en die sterkte zullen we gebruiken in het voordeel van de consu ment. Heeft het proces nog invloed op de beoogde sa menwerking? Ahlqvist: „Nee. wij gaan gewoon door met het ontwikkelen en uitwer ken van onze plannen. De uit komst van het proces zien wij met vertrouwen tegemoet." Relatie met leveranciers Door de schaalvergroting kan Ahold betere inkoopcon dities bedingen bij zijn leve ranciers. Is de angst bij de fa brikanten voor wurgcontrac ten terecht? Heijn: „Ahold en zijn werk maatschappijen hebben al ja renlang een voortreffelijke relatie met hun leveranciers. Als ik dat vergelijk met situa ties in Frankrijk en Duitsland, waar detailhandelaren en fa brikanten elkaar als baarlijke vijanden beschouwen, dan vind ik dat wij het in Neder land heel goed doen. Dat is in het voordeel van alle partijen en zeker ook in dat van de consument. Ik denk bijvoor beeld aan ontwikkelingen op het gebied van verpakkingen en logistiek, waarbij AH nauw samenwerkt met zijn leveranciers. Dat soort din gen moet je natuurlijk wel vanuit een positie van sterkte doen, want het gaat niet altijd vanzelfsprekend. En dan niet in de zin van 'Willst du nicht mein Bruder sein, so schlag ich dich dein Schedel ein', dat hoeft nou ook weer niet, maar een zekere mate van kracht moet er toch wel zijn. Dat geldt ook voor de fabri kanten. Ze moeten geld aan ons kunnen verdienen, an ders is het niét leuk meer. Niet voor niets staat in onze 'Grondslagen Onderne mingsbeleid' dat we ten op zichte van onze leveranciers een relatie nastreven die door beide partijen als goed wordt ervaren." De concurrentie Betekent de samenwerking tussen Ahold en Schuitema niet de doodsklap voor de rest van kruidenierend Ne derland? Ahlqvist: „Elk bedrijf moet zich bij een verandering in de markt afvragen wat voor con sequenties dat zal hebben, maar er is absoluut geen spra ke van een doodsklap. De concurrentie heeft nog altijd meer dan 65% van de markt in handen. Wellicht gaan er nu meer kruideniers hun krachten bundelen. Als dat er toe leidt dat de consument beter bediend wordt, is dat in ieders belang. We zijn ge woon bezig om tot schaalver groting in de levensmidde lenhandel te komen." Heijn: „Als je prijzen laag zijn. wordt je verweten dat je de kleintjes wegdrukt. Als je niet goedkoop bent, terwijl je het wel zou kunnen zijn. dan krijg je het verwijt dat je de klant het vel over de oren haalt. Kortom, je doet het nooit goed. Maar uiteindelijk moeten we toch constateren dat de klant bepaalt welke winkel zal blijven bestaan en welke niet. Dat brengt ons in een afhankelijke positie. Om een voorbeeld te noemen. Vóór de oorlog hadden we een winkel in Alphen aan den Rijn. Destijds een zeer gods dienstig dorp met twee dui delijke stromingen. Vijftig procent van de inwoners was katholiek en vijftig procent was protestant. Op het mo ment dat we een protestantse bedrijfsleider hadden, koch ten de katholieken niet bij ons en als we een katholieke bedrijfsleider hadden, kwa men de protestanten niet. Onze voorgangers hebben er toen een bedrijfsleider ge plaatst' die noch protestant, noch katholiek was. Het ge volg was dat er toen helemaal niemand in de winkel kwam. Zó scherp ligt het nu natuur lijk niet meer, maar het is uit eindelijk wel de klant die be paalt of je winkel loopt of niet."

Personeelsbladen | 1988 | | pagina 3