Bake off niet meer weg te
denken uit supermarkt
Alberto wijst nieuwe medewerkers de weg
Albro-opleiding officieel erkend
Albro Bakkerijen
Flitsen
pagina 11
Het gaat goed met bake
off. Vorige maand werd
in het AH-filiaal in Ca-
pelle aan de IJssel de
50e bake off-afdeling
geopend. De broodom-
zet in de filialen met ba
ke off is met sprongen
gestegen. Bake off is in
middels uit de project
sfeer gehaald en geïnte
greerd binnen Com
merciële Zaken. Vorige
maand droeg project
leider Douwe de Vriend
de zaak over: „Bake off
is geen modeverschijn
sel, maar ligt in dezelf
de lijn als andere vers-
afdelingen. Het is niet
meer weg te denken uit
de supermarkt." Een
gesprek over de stand
van zaken.
Je ziet steeds meer croissan-
terieën verdwijnen. Die zijn
niet in staat om het professio
neel aan te pakken. En dat is
een voorwaarde, anders zijn
ze ten dode opgeschreven.
Het kaf wordt van het koren
gescheiden." Ex-projectlei
der Douwe de Vriend wijst
glimlachend op de subtiele
beeldspraak. Zeker, heel toe
passelijk. Het koren, dat zijn
de bake off-afdelingen bij Al-
bert Heijn en Miro, laat dat
duidelijk zijn. Wij weten alles
van supermarkten, we heb
ben veel specialisten, we
hebben een eigen bakkerij in
Zwanenburg waar we nieu
we produkten kunnen ont
wikkelen en we hebben een
opleidingsapparaat. Alles is
bij ons optimaal aanwezig. Bij
de concurrenten niet. Voor
hen is het verschrikkelijk
moeilijk."
Paradepaardje
Het is geen bakkerij, maar het
heeft wel die uitstraling. Bake
off is het in de winkel afbak
ken van voorbewerkt en in
gevroren brood. Winkels die
een oppervlakte beschikbaar
hebben van minimaal 60 m2,
gekoppeld aan een zeker om
zetniveau komen in principe
in aanmerking voor een bake
off-afdeling. „Volgens onze
huidige normen voldoen er
een dikke 100 filialen aan de
eisen", aldus De Vriend. „In
kleinere filialen heb je te wei
nig ruimte. En als je de afde
lingen kleiner gaat maken,
loop je de kans dat de uitstra
ling van de bakkerij verloren
gaat. Misschien dat er in de
toekomst nog wel eens een
kleiner concept ontwikkeld
gaat worden."
Toen AH een jaar of zes gele
den in Spijkenisse en Leystad
startte, lag de nadruk vooral
op banketprodukten. De laat
ste jaren doet zich een duide
lijke verschuiving voor naar
kleinbrood en sinds kort ook
naar grootbrood. „Albro
heeft het voor elkaar gekre
gen om 3 soorten 800-grams
brood zodanig voor te be
werken, dat het in de winkel
kan worden afgebakken. Er
loopt momenteel een proef
in 6 winkels. Dat gaat prima.
AH Maastricht Scharncrweg
is ons paradepaardje. Daar
verkopen ze nu al 2.500 bake
off-brodcn per week. Maar
het nieuwste van het nieuw
ste staat in het AH-filiaai in
Schagen. Een dieptebakkerij
met een wagenoven. Als je
ervoor staat, is het net of er
een enorme bakkerij achter
zit. Hebben we in Duitsland
opgepikt. In de oven draait
een hele wagen met deeg
rond en even later komt er
heerlijk vers warm klein- of
grootbrood uit. Met die oven
kunnen we nog veel meer
bakken dan de 2.500 in Maas
tricht. En de klanten zich
maar afvragen: is het nou een
bakkerij of niet? Laat ze die
vraag maar stellen. Wat eruit
komt is in ieder geval bakke
rij-kwaliteit. Zo'n wagen
oven komt straks ook in de
Nieuwe Supermarkt in Til
burg. We proberen het in
Schagen alvast uit."
Mijlpaal
Albro speelt als leverancier
van de halffabrikaten bij bake
off een belangrijke rol. Van
alle bake off-produkten die
de 50 filialen verkopen,
wordt ongeveer 50% door
Albro geleverd. De Vriend:
„Ook bij de leveranciers
wordt het kaf van het koren
gescheiden. Alleen de goede
blijven over. Je kunt ook niet
zomaar een bol deeg invrie
zen. Brood is nu eenmaal een
levend produkt. Daar komen
allerlei speciale technieken
aan te pas. De fabrikanten
specialiseren zich echter
steeds beter. Albro heeft bij
voorbeeld een nieuwe klein-
broodlijn waar binnen 20 mi
nuten razendsnel bolletjes
deeg ingevroren en wel uit
rollen. Albro behoort bij de
beste. Ze krijgen de mogelijk
heid om 100 bake off-filialen
te beleveren en wellicht ook
de nieuw op te zetten vers
winkels van Ahold. Boven
dien zal Albro ook verder
met bake off de markt op kun
nen gaan. Er is straks een gi
gantische markt te verdelen."
Een mijlpaal in het project
was de officiële erkenning
van de bake off-opleiding die
door Albro wordt verzorgd
voor medewerkers van AH
en Miro. Eind november liet
het Produktschap voor Gra
nen, Zaden en Peulvruchten
weten dat de opleiding aan
de gestelde eisen voldoet.
Douwe de Vriend: „We had
den voorheen altijd bakkers
met een patroonsdiploma
nodig op de bake off-afdelin-
gen. Dat is nu niet meer no
dig. De erkenning is voor ons
echt een mijlpaal. Filiaalme
dewerkers worden bij Albro
in 4 dagen opgeleid. De afde-
Albert Scbook
lingschefs krijgen dan nog
een theoretisch gedeelte en
doen examen.
Verswinkels
Bake off is inmidels geïnte
greerd binnen Commerciële
Zaken van AH. Douwe de
Vriend heeft het project vori
ge maand voorgedragen aan
assortimentsmanager. Dick
Rövekamp. „Ik heb er wel
met pijn in m'n hart afscheid
van genomen. We hebben er
toch met een aantal mensen
Douwe de Vriend
hard aan gesleurd. En daarbij
hebben we ook veel steun uit
de filialen ondervonden. Het
is niet niets geweest. Geluk
kig heeft Rövekamp al mee
gedraaid in het project. Dat
maakte de overdracht mak
kelijker. Bovendien zullen de
bake off-winkels intensief be
geleid blijven worden door
een drietal filiaalbegeleiders.
Er is zwaar geschut op gezet
en dat is nodig ook, want ba
ke off is een kasplantje en er
kan nog een hoop misgaan."
Douwe de Vriend gaat naar
een nieuw project: de opzet
van Ahold-verswinkels. Maar
het bloed kruipt waar het
niet gaan kan, want hij zal
zich in het nieuwe project
specifiek gaan bezighouden
met bake off-verswinkels. Bo
vendien blijft hij ook lid van
de bake off-werkgroep bij
AH. Van een ding is de pro
jectman inmiddels overtuigd
geraakt: „Er is straks maar één
bedrijf dat bake off echt goed
doet, en dat is Ahold!"
Vervolg van pagina 1
Ook voor de Alberto-beheer-
der is de opleiding een goed
hulpmiddel. Hij kan de in-
werkperiode veel soepeler
laten verlopen. In de cursus
komen al die onderwerpen
aan de orde die voor een be
ginnend medewerker be
langrijk zijn. De beheerder is
er nu zeker van dat hij geen
enkel belangrijk onderdeel
overslaat.
Bovendien bevat de cursus
een aantal toetsen en
checklists. Aan de hand van
de resultaten daarvan weet
de beheerder welke onder
delen extra aandacht nodig
hebben. Niet minder belang
rijk is dat hij zo ook inzicht
krijgt in de motivatie en de
aanleg van de nieuwe man of
vrouw.
Lesbrieven
Volgens de planning van deze
eerste opleiding moet het he
le programma in zeven we
ken worden afgerond. Een
noodzakelijke voorwaarde
daar de maximale proeftijd
termijn wettelijk hooguit 8
weken mag zijn. Uiterlijk in
deze achtste week moet de
definitieve beslissing over
het verlengen van de arbeids
overeenkomst vallen.
In elke week van de introduc
tie komt een nieuw onder
werp aan de orde. Deze on
derwerpen worden aan de
hand van zogenaamde les
brieven behandeld. In de eer
ste lesbrieven ligt de nadruk
vooral op de theorie. In het
verloop van de opleiding
krijgt de praktijk steeds meer
V.l.n r. Y. Petroti, II. ten Kate en C. Thomassen, de beheerder ran
filiaal Badhoevedorp
aandacht. Centraal staat dan
de koppeling tussen theorie
en praktijk.
Uiteraard begint de oplei
ding met een introductie. De
cursist krijgt informatie over
Alberto, Ahold, de organisa
tiestructuur, arbeidsvoor
waarden, huisregels en func
tie-beschrijving. Ook krijgt
hij inzicht in de opbouw van
de opleiding. Vervolgens
komt de Alberto-filosofie aan
de orde. Dat betreft zaken als
marktpositie, winkelformule
en de marketing )principes
waarop het Alberto-beleid
gebaseerd is. In de derde
week wordt de nieuwe me
dewerker verteld over servi
ce verlenen en verkoopkun-
de. Op een overzichtelijke
manier wordt aangegeven
wat klanten op prijs stellen
en hoe Alberto hierop kan in
spelen. De vierde lesbrief
gaat over het assortiment.
Het drankenassortiment ver
eist natuurlijk heel wat speci
fieke kennis. De opleiding
heeft niet de intentie om het
hele assortiment van A tot Z
uit de doeken te doen. Dit
onderdeel geeft meer een al
gemeen inzicht in de op
bouw van het assortiment.
In de laatste drie weken krijgt
de nieuwe medewerker trai
ning in het filiaal. Dan komt
de dagelijkse werkroutine
aan de orde, zoals bijvoor
beeld goederenontvangst,
kassa, winkelpresentatie en
vultechnieken.
Toetsen
Zoals gezegd bevat de oplei
ding een aantal toetsen en
checklists. Deze zijn ver
werkt in de introductieset
voor de beheerder. Hij ver
vult een actieve rol bij de be
geleiding van de nieuwe me
dewerker. In een wekelijks
gesprek praten zij samen
over de voortgang en even
tuele onderwerpen die extra
aandacht nodig hebben. Al-
berto-beheerder A. Martin
Zandstra is zeer tevreden
over de nieuwe opleiding.
Sinds september 1987 is hij
beheerder van het filiaal aan
de Rozengracht in Amster
dam. Hoewel hij daar dus nog
maar kort zit, heeft hij ter
plekke toch al twee nieuwe
medewerkers op kunnen lei
den. „Vroeger hadden we
een onhandig dik boek", ver
telt hij, „maar dat gebruiken
we al jaren niet meer. We im
proviseerden zelf maar wat,
met het gevolg dat de in-
werkperiode behoorlijk
chaotisch verliep. Deze nieu
we cursus is door de tijds
planning handzaam in ge
bruik. Het is niet te uitge
breid en toch beslaat het de
praktijk van alle werkzaam
heden." Martin ziet de cursus
vooral als een middel om met
elkaar in gesprek te komen.
„Het materiaal geeft je een
goed handvat. Natuurlijk
speelt de beheerder een gro
te rol. Van hem hangt het af
hoe de cursus in de praktijk
gebracht wordt. Als je de me
dewerker maar aan laat ploe
teren is het effect nog mini
maal."
Ook de beide 'slachtoffers'
van de cursus aan de Rozen
gracht laten zich positief uit.
Monique Eerden: „Ik heb het
slijtersdiploma en dus was
een groot deel van de cursus
voor mij gesneden koek.
Maar dat is natuurlijk het pro
bleem van elke opleiding.
Sommige deelnemers heb
ben veel voorkennis en ande
re niet. Het materiaal zul je
moeten afstemmen op dege
ne met de minste voorken
nis." Bezwaarlijk vond ze het
allemaal niet. „Iedereen haalt
er toch uit wat voor hem of
haar het meest interessant is.
Ik vond het bijvoorbeeld
leuk om te leren hoe de Al
berto- en Ahold-organisatie
in elkaar zitten."
Ook haar collega Pauline Pi
ket beschikte al over de nodi
ge voorkennis. „Ik heb jaren
geleden ook in een slijterij
gewerkt. Toch was deze cur
sus voor mij nuttig. Er is in de
loop der tijd veel veranderd.
Denk alleen al aan het aantal
dranken en merken dat er bij
is gekomen. Ook op het ge
bied van de kassa en admini
stratie heb je natuurlijk wel
het een en ander te leren."
Van de beide nieuwe mede
werksters werd verwacht dat
ze binnen de kortst mogelij
ke tijd volwaardig mee kon
den draaien. Pauline ziet daar
allerminst tegenop: „Als je
dan voor het eerst alleen in
de winkel staat, heb je door
die opleiding toch heel wat
meer zelfvertrouwen."