AHOLD HEEFT EEN GOEDE DEAL GESLOTEN" De geschiedenis van FNS FNS-directeur Richard J. Bogomolny: 5 5 Flitsen pagina 3 Het nieuws dat Ahold de FNS Holding Compa ny Inc. had overgenomen sloeg vorige maand in als een bom. De kranten stonden er bol van. Voor wie er maar niet genoeg van kan krijgen doet Flitsen er deze maand nog een schepje bovenop. De redactie telefoneerde met Chief Executive Officer Richard J. Bogo molny (53) voor aanvullende informatie uit de eerste hand. De dag van de overna me zou volgens de va derlandse pers een van de gelukkigste dagen uit Bogomobiy's leven zijn geweest. Hier zou zelfs een droom in ver vulling zijn gegaan. Zat FNS echt zo te springen om een 'big brother' als Ahold? De FNS Holding Com pany is in feite het re sultaat van de samen voeging van twee ke tens: Pick-n-Pay (en Edwards) uit Ohio en First National Stores uit New England. First Na tional Stores was op zijn beurt weer het re sultaat van een fusie in 1926, van 4 familie bedrijven die op dat moment al zo'n jaar of 20 in de detailhandel actief waren. In 1927 exploiteerde First Na tional meer dan 1.800 winkels in en om de stad Boston. De omzet bedroeg in die tijd al bijna 60 miljoen dollar. Finast was oorspronke lijk de naam van het huismerk. Naderhand werd Finast ook de naam van de win kels zelf, wellicht onder druk van het feit dat First National Stores noch de eerste, noch een nationa le keten was. Alleen dat 'stores' bleek juist, totdat het 'supermarkets' werd. De omschakeling van sto res naar supermarkets vond plaats in de jaren veertig en vijftig. Het wa ren gouden jaren voor First National, maar door onvoldoende investerin gen verouderde het be drijf daarna in snel tempo. In 1978 werd de keten ge kocht door Pick-n-Pay, het bedrijf waar Richard J. Bogomolny zes jaar eer der tot de leiding was toe getreden. „First National had in de drie jaar vooraf gaand aan de fusie 38 mil joen dollar verlies gele den. Ze waren echt in de problemen. De reden dat wij FNS toen gekocht heb ben was dat we niet al leen maar in Ohio wilden zitten. We wilden het risi co spreiden. Bovendien konden we FNS voor een relatief lage prijs krijgen. Maar we wisten natuurlijk dat we er een hoop geld in moesten pompen. En het duurde eerlijk gezegd langer dan we hadden verwacht om First National weer in het goede spoor te krijgen", aldus Bogomolny. Pick-n-Pay heette eerst Farm View, een bedrijf dat in de jaren dertig werd gesticht door enke le families uit Ohio. Het was oorspronkelijk een kleine keten van zuivel- winkeis, maar daar kwam verandering in toen het supermarktconcept school begon te maken in Amerika. Het bedrijf werd omgedoopt in Pick-n-Pay en omgevormd tot een florerende keten van 57 supermarkten met Max Friedman als directeur. Na diens dood raakte Pick- n-Pay in een crisis. Met de winkels ging het intussen slecht. Er werd verlies ge leden. In 1972 werd er met de komst van Bogo molny en Julie Kravitz nieuw leven in de zaak ge blazen. Binnen korte tijd bloeide het bedrijf weer op. Pick-n-Pay is nu al meer dan 20 jaar marktlei der in het noordoosten van Ohio. Na de fusie van Pick-n-Pay en First National werden de winkels in het FNS-bol- werk Boston, waar het be drijf in z'n hoogtijdagen 2.500 vestigingen had, ge sloten of verkocht. „We verlieten Boston", beves tigt. Bogomolny. „De win kels zaten weliswaar op goede lokaties, maar ze waren oud en klein. Bo vendien waren we één van de twee ketens in Bos ton waar de vakbond in vloed had. Daardoor kon den we moeilijk concur reren. We moesten er te veel geld in pompen. Het saneringsproces, nodig om te overleven, werd, na dat de directieleden in 1985 alle aandelen had den gekocht, met verdub belde energie voortgezet. De koffiebranderij, de bakkerij en de slijterijen werden afgestoten en 120 kleinere supermarkten werden verkocht of ver vangen door grootschali ge nieuwe supercenters. Uiteindelijk bleven de 122 beste over. En toen kwam Ahold. „Die citaten zijn nogal uil z'n context gehaald. Op het mo ment van de overname had den we weliswaar een aan zienlijke schuld bij de ban ken, maar die werd volgens afspraak afbetaald. Ons enige probleem was dat het duur geld was. We konden niet zo snel en sterk uitbreiden als we wilden, omdat het ons aan middelen ontbrak. Maar het is niet zo dat we echt zaten te springen om overgenomen te worden. Echt op zoek wa ren we niet. Ahold heeft ons zelf benaderd. Dat neemt niet weg dat ik wel erg blij was met de hele transactie, omdat het betekent dat we voor het eerst zonder bankschulden kunnen werken. Bovendien zijn we in zee gegaan met de tailhandelaren die de markt begrijpen in plaats van met bankiers. Dat was voor mij en ook voor de andere aandeel houders erg belangrijk. Aan de andere kant denk ik ook dat Ahold een goede deal heeft gesloten. FNS zal het de komende jaren, met financië le steun van Ahold, aanmer kelijk beter gaan doen. We zullen een veel sterker be drijf worden, met meer grote winkels. Ahold kan een aan zienlijke omzet- en winststij ging tegemoet zien." Maar wat zou er met FNS gebeurd zijn als Ahold het bedrijf niet had overgenomen? „Niets. Dan waren we ge woon op de oude voet verder gegaan. We waren best in staat om zelf te investeren, maar lang niet zo veel als nu met Ahold." Hoe goed kende u Ahold? „Ik ken Albert Heijn persoon lijk al vele jaren via de FMI (Food Marketing Institute- red.), waar we beiden be stuurslid van zijn. Maar daar naast werkt er bij FNS ook een aantal mensen dat vroe ger voor Giant gewerkt heeft en die waren daar vol lof Ricbarcl J. Bogomolny over. En bovendien is Mar shall Collins, de directeur van BI-LO, al heel lang be vriend met John Shields, die bij ons de Ohio-division runt. We kenden Ahold dus al een beetje." Volgens krantenbe richten in Nederland zou het personeel van FNS het bericht van de overname hebben be groet met ovationeel applaus. Hoe ging dat precies? „Op hetzelfde moment dat het nieuws in Nederland be kend werd gemaakt heb ik het management hier inge licht. Op dezelfde dag heb ben we ook de honderden af delingschefs bij elkaar geroe pen op zes verschillende plaatsen. We vertelden ze dat Ahold het bedrijf had ge kocht, dat er daardoor veel meer kapitaal beschikbaar was gekomen voor de groei, en dat er meer en betere ba nen zouden komen. De reac ties waren inderdaad enthou siast. Op alle bijeenkomsten werd geapplaudiseerd. Dat heeft ons enorm verrast. Ze waren dankbaar dat ze de in formatie uit de eerste hand kregen. In aansluiting op de bekendmaking hebben we aan alle medewerkers een nieuwsbulletin uitgereikt." U bent onlangs nog in Nederland geweest. Wat vond u van Albert Heijn? „Een zeer goed bedrijf. De winkels deden me denken aan wat we gewend zijn in Manhattan. Klein en meer ge richt op publiek dat lopend komt. Onze klanten komen meestal per auto. Albert Heijn is waarschijnlijk een stuk verder in het gebruik van de computer dan menig bedrijf in de VS. En ik denk ook dat ze de verkoop van kaas en vis veel beter behecr- In september 1985 heeft de FNS-directie zelf alle aandelen van het bedrijf gekocht. Daardoor verdween FNS van de beurs. Wat was daarvan de reden? „Er waren verschillende po gingen van anderen geweest om ons over te nemen. De laatste keer was het een bui tenlands bedrijf dat niet in de detailhandel zat. Het leek ons niet in het belang van het be drijf als die koop was doorge gaan. Daarom besloot ik om samen met de andere leden van de directie te proberen zelf alle aandelen te kopen. En dat is gelukt. Met had als voordeel dat we als privé-be- drijf onze cijfers niet meer bekend hoefden te maken. In plaats van ons druk te maken over minimale winst of cash flow konden we daardoor meer aan een lange-termijn- strategie gaan werken." Het werkgebied van FNS valt uiteen in drie divisies: de Ohio-divi- sie, de oostelijke divisie en de Long Island-divi- sie. Levert die driede ling geen problemen op? „Nee, die verdeling hebben we juist met opzet gemaakt om meer flexibiliteit te krij gen. We hebben een tijd ge had dat alles was samenge voegd. Alle winkels werden vanuit hetzelfde distributie centrum bevoorraad. Dat werkte niet. We konden daar door niet snel genoeg reage ren op de concurrentie. Dat is de reden dat we de divisie structuur hebben opgezet. Elke divisie heeft z'n eigen bedrijfsvoering. En elke divi sie heeft ook andere concur renten." FNS opereert onder drie verschillende na men: Finast. Pick-n-Pay en Edwards. Wat is het verschil in formule "tus sen de winkels? „Edwards hebben we na de fusie in 1978 gebruikt voor onze warehouse- en super- warehousestores. Winkels met de laagste prijzen, maar met minder service en min der variatie. Het Finast-con- cept is duidelijk anders. Daar kun je de beste kwaliteit krij gen en heb je de grootste keuze. Wat prijzen betreft verschillen Finast-winkels in New England van die in Ohio. In het oosten zijn de prijzen concurrerend, maar in Ohio behoren ze tot de laagste. Dat komt doordat de markten verschillend zijn. Finast in Ohio is marktleider en in het oosten zitten we vlakbij de marktleider, behalve in New York, daar hebben wc niet genoeg winkels. Op I.ong Is land hebben we er nu 9, maar het potentieel daar is zeker 20 tot 25. Piek 'n' Pav zit qua formule tussen Edwards en Finast in: een behoorlijk groot assortiment tegen con currerende prijzen, maar wat oppervlakte betreft een stuk kleiner dan Finast en Ed wards." In hoeverre gaat FNS nu samenwerken met BI- LO en Giant Food Sto res? „Op het gebied van retail- marketing gaan we helemaal niet samenwerken. Dat heeft geen zin omdat we verschil- Zie verder pag. 5 Pick-n-Pay winkel uit de jaren vijftig.

Personeelsbladen | 1988 | | pagina 3