Ahold neemt proef vervroegd uittreden Albert Heijn voert nieuwe methode in voor kaderwerving Tussentijds bericht Koninklijke Ahold nv r te vinden Met -center i. talent Colofon Flitsen pagina 2 Vervolg van pagina 1 gelden iets afwijkende regels. Zij vallen niet onder de eigen Ahold-CAO, maar onder een collectieve arbeidsovereen komst die voor een gehele branche is afgesloten, zoals die voor het bakkersbedrijf, de vleesverwerkende indus trie of de horeca. In Nederland hebben de VUT-leeftijden nog steeds de neiging te dalen. Bij de over heid gaan bijvoorbeeld men sen al op hun 58e met de VUT. Ook binnen Ahold blij ken steeds meer oudere me dewerkers, die echter nog geen 62 jaar zijn, te vragen of er geen regeling is waardoor ze eerder kunnen stoppen met werken. Maar zo'n rege ling is er niet. Spijt Ahold is eigenlijk ook hele maal niet van plan de VTJT- leeftijd te verlagen. „We zou den daar later spijt van krij gen", meent C. van Gent, hoofd van de afdeling Ar beidszaken bij Ahold. Hij ver klaart: „Over vijftien, twintig jaar is het aandeel van jonge ren op de arbeidsmarkt veel kleiner dan nu, terwijl er in verhouding veel meer oude ren zijn. Die ouderen heb je dan als werkgever hard no dig. Daarom denken we dat het niet goed is als mensen steeds jonger vertrekken." Verhoging van de VUT-leef- tijd als een tekort aan mede werkers dreigt te ontstaan, is volgens de heer Van Gent geen echte oplossing. „Dat draai je echt niet zo gemakke lijk terug. De VUT moet ech ter wel betaalbaar blijven", stelt hij. De werkmaatschap pijen moeten immers de pre mies opbrengen. En hoe meer mensen vervroegd uit treden, hoe hoger die pre mies worden. Op de korte termijn heeft Ahold, zo zegt de heer Van Gent, echter geen—rnoeite met de VUT. ---'""'„Het principe dat ouderen eerder vertrekken zodat jon geren aan werk kunnen ko men is heel goed." Twee vuren In wezen zit Ahold dus tussen twee vuren. Aan de ene kant zorgt de VUT-regeling nu dat jongeren aan de slag komen en blijken oudere medewer kers het prettig te vinden eer der met werken te kunnen stoppen. Maar anderzijds vormt de VUT op de lange termijn een bedreiging. Om uit dat dilemma te ko men is op het hoofdkantoor een proef bedacht die tot en met 1990 zal duren. Het ex periment komt erop neer dat de VUT-mogelijkheden voor een beperkt aantal medewer kers zijn uitgebreid. Het gaat in dit geval om be drijfsleiders, hoger personeel en personeel van het hoofd kantoor, geboren in de perio de 1927 tot en met 1930. Zij krijgen de kans al met de VUT te gaan als ze 60 jaar worden. Dat betekent wel dat de VUT- uitkering voor een 60-jarige beperkt blijft tot 60 procent van zijn laatste brutoloon. Een 61-jarige krijgt 75 pro cent. „Zo is de VUT dus uitgebreid zonder dat het onbetaalbaar wordt", licht de heer Van Gent toe. „Maar het blijft nu toch wat strijdig met ons lan- Vervolg van pagina 1 koopmedewerkers groeit. In formele leiders ontwikkelen zich niet meer. Een verkoper hoeft immers nooit manage - ment-kwaliteiten te laten zien. Probeer je dan maar eens te bewijzen." Uit onderzoek bleek voorts dat verkoopmedewerkers en caissières geen duidelijk beeld hadden van de selectie van kader of de mogelijkhe den om promotie te maken. De gedachte leefde dat zoiets te sterk zou afhangen van de persoonlijke mening van de betrokken bedrijfsleider of zonemanager. „Er bestond dus behoefte aan duidelijke selectiecriteria", aldus de heer Hoogenboom. „En die duidelijkheid werd ook gemist bij de beoorde ling van kandidaten van bui ten het bedrijf. Zo vond de afdeling Personeel/aken het maar moeilijk om schoolver laters op leidinggevende kwaliteiten te selecteren." Rollenspel Werkgroepen die zo'n ander- ge-termijn idee. Toch moe ten we hier maar eens mee experimenteren en kijken of de mensen iets voor zo'n re geling voelen." Werkgroep De heer Van Gent sluit niet uit dat het experiment wordt uitgebreid tot andere groe pen werknemers dan de nu genoemde drie categorieën. Voorlopig noemt hij de hui dige proef het maximaal haal bare binnen de Ahold-organi- satie. Persoonlijk gaat hem dat aan het hart. Zelf zou hij best meer experimenten met flexibele systemen willen uit voeren. „Het mooiste zou zijn als mensen in overleg met de werkgever zelf zou den kunnen bepalen wan- half jaar terug met deze pro blematiek aan de slag gingen, ontdekten de assessment- center-methode. Die komt er op neer dat mensen in een nagespeelde praktijksituatie kunnen laten zien of ze de vereiste kwaliteiten hebben voor een bepaalde functie. Selectie vindt plaats op basis van objectief waarneembaar gedrag. „Belangrijk is dat de eisen te voren nauwkeurig zijn be paald", zegt R. Woudstra die de introductie van de assess- ment-center-methode bij Al- bert Heijn begeleidt. Voor de functie van afdelingschef zijn elf kenmerkende gedragscri teria heel precies omschre ven. Vervolgens zijn oefenin gen vastgesteld om kandida ten daaraan te toetsen. Vindt Albert Heijn klantgericht handelen bijvoorbeeld be langrijk. dan is een rollenspel denkbaar waarbij een kandi daat de klacht van een klant - gespeeld door de beoorde laar - moet behandelen. Nu gebeurt het toetsen van kandidaten nog veel aan de hand van gesprekken. Als ie mand zegt dat hij goed kan neer ze stoppen met werken", stelt hij. De gedach te om een systeem te beproe ven voor uittreding tussen het 58e en 68e levensjaar heeft hij échter laten rusten. Voor doorwerken na je 65e zijn de geesten binnen het concern nog niet rijp, meent hij. Dat idee komt vooralsnog alleen ter sprake in een werk groep waarvan hij deel uit maakt. De werkgroep staat onder leiding van de heer J. Brinkhuis, directeur van het Pensioenfonds Ahold. Daarin wordt gesproken over het beleid ten aanzien van (met name de uittreding van) ou dere werknemers. De werkgroep is van plan om in het voorjaar van 1988 met een eerste discussiestuk te komen" plannen, dan is dat moeilijk controleerbaar. Met de nu ontworpen oefeningen kan straks beter worden beoor deeld of iemand planmatig werkt. Zorvuldigheid Het voordeel van deze me thode is, volgens projectlei der Woudstra, dat de selectie van kandidaten zorgvuldiger kan gebeuren, met name om dat de criteria zo concreet zijn. „Iedereen weet precies waar hij of zij aan toe is. De kandidaat voor een functie is veel minder afhankelijk van degene die hem beoordeelt. En de beoordeler weet pre cies waarop hij moet letten." Bijkomend voordeel, aldus de heer Woudstra, is dat ook duidelijk wordt waar zwakke plekken van een kandidaat zitten. Met scholing kan daar dan extra aandacht aan wor den besteed. Gevolg hiervan is overigens wel, dat oplei dingen aangepast moeten worden om geheel te sporen met de elf criteria. „We hebben iets meer op ons dak gekregen dan aanvanke lijk de bedoeling was", stelt de heer Hoogenboom, „want niet alleen de opleidingen moeten worden aangepast, ook de begeleiding van AC's- in-opleiding in het filiaal moet worden verbeterd", meent hij. „Kandidaten, zo bleek uit onze experimenten, noemen de selectie uiterst zwaar en intensief. Het straalt een enorm professionele aanpak uit. Daarom moet je zorgen dat je een minstens zo professionele begeleiding in het filiaal hebt. In zekere zin zou je dat een nadeel van de assessment-center:methode kunnen noemen", vindt hij. ,Je haalt veel overhoop. Dat kost ontzettend veel werk. Maar aan de andere kant, je vijzelt ook je image als werk gever op en je geeft kandida ten een eerlijker kans." Training De assessment-center-me- thode zal het eerst worden toegepast in de area's 8810 (Noord-Holland, regio Am sterdam) en 8840 (Het Gooi, UtrechtIn die gebieden zijn het afgelopen jaar al enkele succesvolle proeven met de methode genomen. In de maand november kregen on geveer vijftien bedrijfsleiders en zonemanagers cursus in het observeren van gedrag en het hanteren van de vastge stelde criteria. Zij zijn daar door in staat om vanaf 1 ja nuari 1988 hun kader op de nieuwe manier te selecteren. Zowel de heer Hoogenboom als de heer Woudstra ver wachten veel van de nieuwe methode. Door de verbeter de selectie zal het aantal uit vallers tijdens de opleiding tot AC zonder twijfel vermin deren, evenals het aantal mensen dat na voltooiing van die opleiding niet bij AH wordt benoemd. Van de mensen die aan de AC-cursus beginnen, wordt een derde deel namelijk geen afdelings chef. „Maar met de nieuwe methode kunnen we beslist beter voorspellen of iemand geschikt is voor de functie", zegt de heer Woudstra. „We zullen het percentage af- en uitvallers aanzienlijk terug dringen", stelt de heer Hoo genboom. FLITSEN Personeelsblad Koninklijke Ahold nv december 1987 44-ste jaargang no. 12 verschijnt 12 x per jaar Oplage: 40.000 Redactie secretariaat: Mw. S. Bierling Ankersmidplein 2 Kamer 1705 1506 CK ZAANDAM Tel.: 075-592572 REDACTIE FLITSEN N.Th.M. Huijsman Marketing Services Marvelo P 410, 075-593253 N. Hupkens Filialenbureau AH HK 803, 075-592552 H.S. Kolsteeg, Marketing Services GVA, Ede 08380-78922 E. Muller (hoofdred.) Public Relations HK 1704, 075-592576 A. de Roo PR-Bureau Van Hulzen A. Schoen Public Relations HK 1703, 075-592574 F. Visser Marketing AC Restaurants P 216, 075-593356 C. Waardenburg AH-filiaal 1502 Amsterdam 020-912228 Mw. J.C.M.B. Wilke, Directoraat P&O HK 1304, 075-592669 G.H. van Woerkom, Communicatie Albert Heijn HK 807, 075-592466 Het resultaat na belastin gen over het derde kwar taal van 1987 (eindigend op 4 oktober) bedroeg 33,0 miljoen ten op zichte van 34,2 miljoen in 1986, een daling van 3,5%. Deze teruggang werd hoofdzakelijk ver oorzaakt door een geringe daling van het bedrijfsre sultaat. Het negatieve ef fect van de lagere dollar koers op het resultaat na belastingen bedroeg in het derde kwartaal ruim 1 miljoen. In het derde kwartaal van 1987 bedroeg de omzet aan derden in Nederland 1.769,8 miljoen, een stij ging van 5,9% ten opzichte van het overeenkomstige tijdvak van vorig jaar. De om zet in de Verenigde Staten was 423,3 miljoen, een groei van 10,1%. De gecon solideerde omzet in guldens bedroeg 2.642,6 miljoen, hetgeen een stijging van 3,0% betekende in vergelij king met de omzet in het overeenkomstige tijdvak van 1986. De toename werd afge zwakt door de lagere omre keningskoers van de dollar die in - vergelijking met 1986 - een negatief effect op de ge rapporteerde omzet in gul dens had van ruim 4%In Ne derland kon Albert Heijn haar marktpositie verder ver sterken, terwijl ook bij Grootverbruik Ahold de om zet aanzienlijk steeg. Het ex pansieprogramma in de Ver enigde Staten zorgde voor een toegenomen groei van de omzet in vergelijking met voorgaande kwartalen. Het bedrijfsresultaat over het derde kwartaal van 1987 be droeg 54,5 miljoen en was daarmee 2% lager dan in 1986. Deze daling werd - naast de wederom lagere om rekeningskoers van de dollar - veroorzaakt door een lager bedrijfsresultaat in de Ver enigde Staten. Reeds eerder gemelde effecten van kosten verband houdend met uit- breidings- en vervangingsin vesteringen, alsmede aan houdend sterke concurren tie in het marktgebied van BI- LO waren hiervan de oor zaak. In Nederland verbeter de het bedrijfsresultaat, voor namelijk als gevolg van de voortgaande omzetstijging in de verschillende werkmaat schappijen. Het resultaat van Grootverbruik Ahold bleef achter bij het voorgaande jaar. Ten opzichte van de balans datum (28 december 1986) deden zich geen belangrijke wijzigingen voor in de finan cieringsstructuur. Over de eerste drie kwarta len van 1987 (40 weken) gaf het resultaat na belastingen een daling te zien van 99,9 miljoen tot 95,1 miljoen. Niettemin wordt de in het jaarverslag 1986 uitgespro ken verwachting voor 1987 gehandhaafd dat de omzet zowel in Nederland als in de Verenigde Staten verder zal stijgen en dat het resultaat na belastingen ongeveer zal overeenkomen met het re sultaat over 1986.

Personeelsbladen | 1987 | | pagina 2