„IK DACHT EERST DAT I
NIVEAU WAS. HET 1
pagina 6
Flitsen
Weggelopen
Kleuterschool
Bibberen
F el baasje
Onder verantwoording van de COR
Heeft de nadruk op kwaliteit in de ver
kiezingscampagne inderdaad geleid
tot een sterke nieuwe COR? Half juni
kwamen oude en nieuwe COR-leden
voor een paar dagen bij elkaar op de
Veluwe. Cursusleider Arie Baars voor
spelde al na IV2 dag: „Ik denk dat de
bestuurders de komende drie jaar stevi
ger tegenspel zullen ontmoeten en daar
zou ik ze mee willen feliciteren."
Impressies uit het bungalowpark.
Oud COR-lid Gerrit van Dongen (Cen
trale Diensten) pakt de koffer uit zijn auto
op de parkeerplaats van het 5-sterren
bungalowpark De Berkenhorst in Koot
wijk. Twee auto's verder doet zijn opvol
ger Henk Koens hetzelfde. Samen lopen
ze naar het hoofdgebouw.,Toen ik in de
COR kwam droeg ik de koffer van mijn
voorganger", probeert Van Dongen.
Koens trapt er niet in. Zijn kritische hou
ding mag symbolisch heten voor het
nieuwe elan in de COR. Want als er één
ding duidelijk is geworden tijdens de
cursus in Kootwijk, dan is het wel dat er
met de nieuwe COR niet te spotten valt.
De startcursus van de nieuwe COR is
vooral bedoeld als kennismakingsbij
eenkomst voor de leden van de nieuwe
COR. Maar er dient ook een dagelijks
bestuur benoemd te worden en er zal
afscheid genomen moeten worden van
de zes leden die niet terugkeren in de
nieuwe COR. Op het programma staat
voorts een ontmoeting met drie leden
van de RvB, te weten de beide heren
Heijn en drs. P.J. van Dun.
De COR heet weliswaar nieuw te zijn,
maar 7 van de 16 leden maakten ook al
deel uit van de vorige COR. Het accent
ligt op de eerste dag vooral op het weg
wijs maken van de nieuwe leden. De
nieuwelingen dienen op adequate wijze
ingevoerd te worden in het wezen van
het COR-werk. Daartoe zondert elk
nieuw lid zich voor een minuut of twintig
af met twee oud-leden naar keuze. Ver
volgens wordt er gewisseld. Het betreft
hier een informele kennismakingsronde
waarbij de oud-leden hun ervaring naar
beste kunnen trachten over te dragen.
Hoe ze het COR-lidmaatschap ervaren
hebben. Wat ze onaangenaam vonden
en wat prettig. Hoeveel tijd het ze kostte.
Dat soort dingen.
Op het terras voor het hoofdgebouw
heeft het nieuwe lid Sita Zijderveld (AH
Grootverbruik) zich teruggetrokken met
oud-secretaris Pieter Kruyswijk (Distribu
tie) en de op dat moment nog demissio
naire voorzitter Oor Schoon (Vers Vlees
Groep).
Het nieuwe lid wil van de voorzitter we
ten of hij nooit de neiging heeft gehad het
bijltje erbij neer te gooien. „Niet één
keer", antwoordt hij beslist. „En waarom
niet? Omdat de mensen die mij gekozen
hebben, vertrouwen in me stellen. Daar
doe ik hei voor." Een treffende uitspraak,
die helaas grotendeels verloren gaat in
onwelluidend gebonk van verbouwings
werkzaamheden die hard nodig zijn om
het 5-sterren imago van het park wat op
te poetsen. Maar de secretaris, houdt
vragenstelster vol, heeft de secretaris
zich wel eens gefrustreerd gevoeld in de
COR? Jazeker, de secretaris heeft zelfs
een keer een vergadering halverwege
verlaten vanwege de zijns inziens onbil
lijke houding van zijn medeleden.
Kruyswijk: „De oude COR is niet toege
komen aan een duidelijke gezichtsbepa
ling."
„Wat bedoelt u?", informeert het nieuwe
lid oprecht verbaasd. „De COR is niet
toegekomen aan een duidelijke visie
over het gebeuren bij Ahold naar de
Raad van Bestuur toe", verduidelijkt de
moet je een stapje hoger op de trap gaan
staan om over de eigen werkmaatschap
pij heen te kijken", doceert de ruim
schoots besnorde afgevaardigde van
gewezen secretaris, die volgens velen zo
fabuleus heeft bijgedragen aan de hu
mor binnen de COR.
Na afloop van het gesprek vragen wij het
nieuwe lid of ze al een gevoel heeft van:
waar ben ik aan begonnen? „Ach", ant
woordt ze, „dat denk ik zo vaak."
Meester Wijhe. En om dat te kunnen, zo
wordt duidelijk, moet je er geen mensen
inzetten die alleen de kleuterschool door
lopen hebben. Aan de andere kant be
hoeft men als COR-lid ook geen geleerde
te zijn, hoewel dat door onwetenden wel
eens wordt gedacht. Jelly Hoogstra (Mi-
ro) meende aanvankelijk dat de COR ver
boven haar niveau was. Na drie jaar
COR-lidmaatschap zegt ze: „Het tegen
deel is waar."
De startcursus wordt geleid door Arie
Baars van de afdeling Opleidingen en
de bedrijfspsycholoog Jan van de Voort
van het Adviesbureau Voor Organisatie
Psychologie (AVOP). Van de Voort advi
seert Ahold al vanaf de jaren zestig. Bo
vendien heeft hij vroeger zelf als loopjon
gen bij Albert Heijn gewerkt. Hij weet
dus waarover hij het heeft.
De rol van de cursusleiders is groten
deels die van aangever. Zo nu en dan
geven ze een nieuwe draai aan het
groepsgesprek. Ze zorgen ervoor dat de
discussie niet verzandt in eindeloos ge
zever. Ze vatten bepaalde uitspraken sa
men. En ze laten de nieuwe leden op een
formulier aankruisen waarom ze nu ei
genlijk in de COR zijn gestapt. Omdat ze
inspraak, medezeggenschap en werk
overleg willen vergroten? Omdat er
geen ander was? Om hogerop te komen
wellicht? Leden met laatstgenoemde in
tentie zitten er deze keer, voorzover ze
willen toegeven, niet bij. Er zijn echter
voorbeelden zat van mensen die, al of
niet met vooropgezet plan, hogerop zijn
gekomen door OR- of COR-werk. Bij
Meester Wijhe en Distributie zijn zelfs
mensen uit de OR gestapt toen ze een
maal de plaats bereikt hadden die ze
wilden. Kan dat dan zomaar?
Oor Schoon: „Drie jaar geleden vond ik
nog dat iemand die via de OR carrière
wil maken, er niet in hoort. Nu kijk ik in
de eerste plaats naar de toegevoegde
waarde van het lid." Spreker wil maar
zeggen dat het niet gaat om de intentie,
maar om de inbreng.
Drie dagen in een mooi oord tussen de
bomen. „Prettige vakantie", kregen
sommigen voor het vertrek te horen van
hun collega's. Vakantie? Vergeet het
maar. Gewerkt is er. En hard ook. Er
werd kennisgemaakt, intenties vlogen
over tafel, er werd ervaring overgedra
gen en sommigen gingen zich zelfs te
buiten aan het doen van bekentenissen.
Oud-lid en Alberto-beheerder Piet Dam
bijvoorbeeld. Bij zijn afscheid door voor
zitter Schoon gekenschetst als smaakma
ker van de COR. Altijd goed voor een
vrolijke noot. „Eén Piet Dam is leuk", gaf
hij in een moment van zelfbespiegeling
te kennen, „maar als ik een tweede zou
tegenkomen zou ik het een onuitstaan
bare figuur vinden."
Zes jaar geleden volgde Piet Dam zijn
collega Mink Toet op als COR-lid. Nu zijn
de rollen omgekeerd. Toet, in zijn vrije
tijd grensrechter in het betaalde voetbal,
keert terug. Ahold-president A. Heijn
herkende hem meteen op de personeels
feesten in Utrecht. En dat na 6 jaar. „Het
deed me wat. Je liegt als je het zou ont
kennen", laat Toet met gedempte triomf
weten.
De Alberto-afgevaardigde komt tijdens
de cursus al snel tot de conclusie dat een
vergelijking van de COR waar hij vroe
ger in zat en de huidige COR in het voor
deel van de laatste uitvalt. „De COR is
veel volwassener geworden. Er zit meer
lijn in met die werkgroepen. Dat hadden
wij toen niet. Ik heb het wel meegemaakt
dat er leden op de vergadering kwamen
die de envelop met de stukken nog open
moesten scheuren. Uit de gesprekken
met de oud-leden is me duidelijk gewor
den dat het tegenwoordig serieuzer
gaat. Er wordt nu ook rekening met je
gehouden. De Raad van Bestuur weet
dat we er zijn. Die erkenning is toch
maar mooi afgedwongen", meent hij.
Ne-5, dan vroeger. 'T'oen zat de COR met
kni-dcende knieën aan tafel met de heren
Tussen de bungalows loopt het nieuwe
lid Jan van der Wiel (Distributie) met de
oud-leden Hennie Beumer (Meester Wij
he) en Henk van Koningsbruggen (Al-
bro). Ze bespreken het niveau dat COR-
leden dienen te bezitten. „Als COR-lid
moet je een
staan om ov
mnkToetm^enPietDcmvan
Alberto: „Hei vonkte niet"
van ae naaa van
Coren, de vroegere financiële man, dat
was een godheid. Daar durfde je als
COR-lid niet aan te komen. Ook voor de
heren Heijn heerste een heilig ontzag.
Arie Baars, zes jaar geleden ook al cur
susleider, weet er van mee te praten.
„De COR-leden zaten te bibberen voor
de Heijn'en. Ik schreef G.J. Heijn van te
voren een brief waarin ik hem attent
maakte op de afstand tussen de RvB en
vjde COR. De COR kijkt tegen jullie op,
schreef ik. Hij zei: „Wat nou? Zaankan-
ters zeggen toch gewoon tegen elkaar
waar het op staat?" Hij was zich absoluut
niet bewust van die afstand en vond dat
ik van die rare brieven schreef. Ik had
bijna een cursus schriftelijk rapporteren
aan m'n broek."
Van bibberen, blozen dan wel broek-
hoest is anno 1987 geen sprake meer. Dat
wordt duidelijk op de tweede dag van de
cursus, als de afvaardiging van de Raad
van Bestuur zich in Kootwijk meldt voor
de kennismaking met de nieuwe COR.
Niet gehinderd door enige schroom vu
ren de COR-leden hun vragen op de be
stuurders af. Of de geluiden van de vloer
wel genoeg doorklinken naar de top. En
wat, uitgaande van het adagium:
schoenmaker blijf bij je leest, nu eigenlijk
de leest van Ahold is. En hoe het komt
dat er zulke tegenstrijdige berichten in
de krant stonden over eventuele investe
ringen in Duitsland. „En dit was nog
maar het begin", verklaarde één van de
nieuwe leden na afloop van het vragen
uurtje. Dat belooft dus wat.
Zeker, het COR- en het OR-lidmaat-
schap heeft zo zijn leuke kanten. Men
steekt er wat van op. De blik wordt door
gaans duchtig verruimd. En, zoals ge
zegd, er zijn mensen zat die via het OR-
werk hogerop zijn gekomen. Maar er zijn
ook nadelen. De tijd die het kost bijvoor
beeld. Een COR-lid is toch al gauw 30%
van zijn tijd met COR-werk bezig. En dan
hebben we het nog niet eens over vrije
tijd. „Ik heb weinig aan m'n hobby's kun
nen doen", vertelt Piet Dam, „dat zal
voor de anderen ook wel gelden, tenzij je
de COR als hobby ziet. In dat geval heb
je wel heel veel aan je hobby kunnen
doen. Overdreven veel zelfs." De COR-
komiek heeft weliswaar geen spijt van
zijn lidmaatschap, maar toch... „Met de
COR-leden van de laatste 3 jaar had ik
toch niet die aansluiting die ik 6 jaar ge--
leden had. Ik hoorde er eigenlijk niet in.