Beurs studerende part-timers gekort bij te veel verdiensten „HIJ KAN DE LEEUWEN INMIDDELS ZELF AAN" Colofon pagina 2 Flitsen Alberto-beheerder Geurten opgeleid door collega Verhoeff: De Wet Studiefinancie ring voor studenten van 18 tot en met 30 jaar, de WSF 18+, is een inge wikkelde wet. Voor veel studenten is er nau welijks een touw aan vast te knopen. Studen ten die naast hun studie werken, lopen de kans gekort te worden op hun beurs. Part-timer Martin Pardoel, werk zaam in AH-filiaal 1249 in Utrecht, probeert in onderstaand ingezon den stuk duidelijk te maken hoe de wet werkt en wat studeren de part-timers maxi maal bij kunnen verdie nen zonder dat hun beurs in gevaar komt. De nieuwe WSF 18+ ver vangt het oude stelsel van studiefinanciering en de kin derbijslag voor studenten en scholieren van 18 jaar en ou der. Het doel van de wet is om iedereen boven de 18 in een dagopleiding een eigen onafhankelijk inkomen te ge ven. Je mag dat inkomen, de studiefinanciering, aanvullen met eigen verdiensten. Maar, als je veel verdient trekt de Centrale Directie Studiefi nanciering in Groningen, kortweg 'Groningen', een deel van die verdiensten af van je studiefinanciering. In dit artikel lees je hoe je het meeste geld binnenkrijgt, zonder dat je daarbij voor niets werkt. Voor we zo exact mogelijke bedragen geven eerst iets over de grote lijnen van de wet en de verrekening van bijverdiensten in het al gemeen. Maar eerst nog even dit: Bij elke regeling zijn er uitzonderlijke gevallen. Dit artikel is niet voor dergelijke gevallen bedoeld. Als je ver moedt zo'n uitzondering te zijn, raadpleeg dan een de caan, studie-adviseur of één van de regionale steunpun ten die Groningen heeft op gezet. De grote lijn Als je tussen de 18 en 30 jaar bent en een erkende dagop leiding volgt van 19 uur per week of meer, heb je recht op studiefinanciering. De hoog te en samenstelling van de studiefinanciering hangt af van: soort opleiding, inko men van de ouders, je woon situatie, je ziektekostenver- zekering, je eigen inkomsten. Hen partner die verdient of financieel afhankelijk is, en kinderen waar de studerende financieel voor moet zorgen, zijn ook van invloed. In dit artikel gaan we daar niet op in. De studiefinanciering be staat uit een basisbeurs in sommige gevallen aangevuld met een rentedragende le ning en een aanvullende beurs. Welke invloed hebben nu het soort opleiding, je woonsituatie enzovoorts? Het soort opleiding en je woonsituatie bepalen, vol gens Groningen, het bedrag dat je minimaal nodig hebt om te leven en studeren. Het inkomen van je ouders be paalt wat zij volgens Gronin gen aan dat bedrag kunnen bijdragen. Die ouderlijke bij drage is op z'n hoogst gelijk aan de rentedragende lening plus de aanvullende beurs. Daar trekt Groningen name lijk de ouderlijke bijdrage vanaf. De basisbeurs blijft in tact ook als je ouders enorm veel zouden verdienen. Een particuliere ziektekostenver zekering, niet in het zieken fonds dus, levert een extra bedrag per maand op om de premie te kunnen betalen. Part-timers die vast bij Ahold werken krijgen dat bedrag niet; ze zijn verplicht in het ziekenfonds verzekerd. Je ei gen verdiensten boven de 203,35 per maand kunnen voor driekwart van de studie financiering afgaan. Hoe dat precies zit lees je hieronder. Korting eigen verdiensten Om te berekenen hoeveel er van de studiefinanciering af gaat moet eerst duidelijk zijn wat die eigen verdiensten zijn. Onder eigen inkomsten verstaat Groningen alles wat je netto binnenkrijgt behalve tegemoetkoming in de stu diekosten, ouderlijke bijdra ge, bijstandsuitkering, huur subsidie, de eenmalige uitke ring en de studiefinanciering. Voor part-timers bij Ahold gaat het dan om netto loon, vakantiegeld, winstdeling en cadeaubonnen. Je moet die verdiensten zelf aan Gronin gen opgeven met een zoge naamd mutatieformulier dat je uit Groningen krijgt. Ove rigens heeft Groningen tot nu toe nog geen mutatiefor mulieren verstuurd. Gronin gen controleert steekproefs gewijs of je netjes je eigen verdiensten hebt opgegeven. Van het netto loon gaat 2.440,20 per jaar, het zoge naamde vrijlatingsbedrag, in elk geval niet van je studiefi nanciering af. Groningen re kent daarbij vanaf 1 januari; zodra je boven het vrijla tingsbedrag komt, kan er driekwart van je studiefinan ciering afgaan. Als je in een of enkele maanden van het jaar meer verdient komt dat voor jou het voordeligst uit. Als je echter het hele jaar door bij verdient, kun je beter aan Groningen vragen het vrijla tingsbedrag te verdelen in gelijke porties van 203,35 per maand. Je krijgt dan niet meer geld, maar een eventue le lening valt lager uit; een betere verdeling tussen le ning en beurs dus. In dit arti kel gaan we er vanuit dat je vast bij Ahold werkt, dus het hele jaar door eigen inkom sten hebt en vraagt om sprei ding van het vrijlatingsbe drag. Van je eigen verdien sten trekt Groningen dus 203,35 per maand af. Van de eigen verdiensten die dan overblijven kort Groningen eerst driekwart op de ouder lijke bijdrage. Als die hele maal gekort is, kort Gronin gen achtereenvolgens op de rentedragende lening, de aanvullende beurs en de ba sisbeurs. Korten op je aanvul lende beurs of je basisbeurs betekent dat je eigenlijk drie kwart van de tijd voor niets gewerkt hebt; je had dat geld ook zo uit Groningen kunnen krijgen en je tijd aan iets an ders kunnen besteden. Exacte bedragen Bij welk bedrag aan eigen verdiensten je voor drie kwart voor niets werkt kun je vinden in de tabellen hieron der. Je zoekt de tabel op die bij jouw schooltype hoort. In die tabel zoek je de ouderlij ke bijdrage op die Groningen voor jou berekend heeft. Er naast vind je het bedrag dat je veilig kunt verdienen per pe riode van vier weken. De be dragen voor IIAVO/VWO, MBO en overig voortgezet onderwijs zijn gebaseerd op gegevens uit de folder 'stu diefinanciering 18+' van no vember 1986, die voor HBO en WO op de nieuwe budge - tering WSF 18+ per 1 januari 1987. (vervolg op pagina 9) „Het meest aantrekke lijke van deze functie vind ik dat je eigenlijk een kleine ondernemer bent. Er worden cen traal natuurlijk wel al lerlei zaken voorge schreven en je bent ge bonden aan een vrij strak budget, maar je houdt toch voldoende vrijheid over om flexi bel te kunnen inhaken op allerlei plaatselijke marktsituaties." Dit meent Christon Geur ten (28) die sinds enige maanden als beheerder van het Alberto-filiaal in het Makado-winkelcen- trum te Beek (Limburg) werkzaam is en door zijn collega René Ver hoeff binnen Alberto wegwijs is gemaakt. Zij zetten de gemeen schappelijke ervaringen na een half jaar praktijk op een rij. mstëËSfflÊÊm FLITSEN Personeelsblad Koninklijke Ahold nv augustus 1987 44-ste jaargang no. 8 verschijnt 11 x per jaar Oplage: 40.000 Redactie secretariaat: E. Muller Ankersmidplein 2 Kamer 1703 1506CKZAANDAM Tel.: 075-592576 REDACTIE FLITSEN N.Th. M. Huijsman Marketing Services Marvelo P 410, 075-593253 N. Hupkens Filialenbureau AH HK 803, 075-592552 '"firicr- H.S. Kolsteeg, Marketing Services GVA, Ede, 08380-78922. Mw. T. Plooijer (hoofdred.) Public Relations HK 1704, 075-592573 A de Roo PR-Bureau Van Hulzen A. Schoen Public Relations HK 1703, 075-592574 F. Visser Marketing AC Restaurants P 216, 075-593356 AH-filiaal 1502 Amsterdamse Poort 719 Amsterdam 020-912228 Mw. J.C.M.B. Wilke, Directoraat P&O, HK 1304, 075-592669. G.H. van Woerkom, Communicatie Albert Heijn, HK 807, 075-592466. Voor het interview is Geur ten naar zijn collega in het Heerlense winkelcentrum 't Loon gekomen. Het centrum werd februari 1985 door een felle brand geteisterd, maar is daarna zo prachtig herbouwd dat het de Europese architec tuurprijs voor het best gemo derniseerde winkelcentrum ontving, ,,'t Is inderdaad het mooiste winkelcentrum, dat ik ken", zegt René Verhoeff (38) die hier de Alberto- scepter zwaait. „Ook wij heb ben door die brand, die drie maanden na de opening woedde, veel schade opgelo pen. Het gevolg was dat we helemaal opnieuw konden beginnen." Verhoeff is de man die werd aangewezen om Geurten tot manager van het filiaal Beek op te leiden. Het opdoen van praktijkervaring stond bo venaan het activiteitenlijstje. Christon Geurten was vroe ger werkzaam in de traditio nele wijnhandel en is in het bezit van het slijters-vakdi ploma. Tijdens de opleiding ging het dus vooral om de inwijding in de theorie en de praktijk van de specifieke Al- berto-formule. Daar stond een maand voor en dat is, zo vindt Verhoeff, achteraf wel een beetje kort. „Vooral om dat het allemaal tussen de be drijven door moest gebeu ren. We konden er vrijwel nooit even lekker voor gaan zitten. Telkens kwamen er weer klanten binnen en die gaan natuurlijk voor. Daarom zijn we vaak noodgedwon gen na sluitingstijd doorge gaan, maar dat valt in de prak tijk tegen. In de eerste plaats omdat er dan meestal op ad ministratief gebied nog het een en ander moet gebeuren en bovendien ben je na een drukke dag niet altijd meer even fris." Veel weten Christon Geurten deelt die mening. „Er komt heel wat bij kijken voordat je alles on der de knie hebt. Je moet veel weten van de Ahold-organi- satie, het doel en de plaats van Alberto binnen die orga nisatie, de eigen merken, de winkelindeling, het beheer van de voorraden, de finan ciën, de bedrijfsbeveiliging, enzovoorts. Dat brengt een vrij uitgebreide papierwinkel met zich. Je bent al een hele Piet als je tijdens de oplei ding al die afkortingen uit je hoofd kent. Ik heb van René erg veel geleerd, maar eigen lijk kwamen we nog zo'n 20 uren tekort." Geurten laat er echter geen twijfel over bestaan dat hij in Verhoeff een uitstekende leermeester en collega heeft getroffen: „Na die maand werd ik in Beek voor de leeu wen gegooid, maar René heeft me ook daarna nog goed in de gaten gehouden. Hij kwam vaak in z'n eigen tijd nog even langs om te ho ren en te zien of er nog pro blemen waren. Ik kon hem natuurlijk altijd bellen wan neer ik met een vraag zat. Ik draai nu inmiddels ruim een half jaar zelfstandig. Er is nog wel regelmatig contact, maar het is lang niet meer zo inten sief als in het begin." Verhoeff: „Dat betekent dus, dat hij inmiddels 'de leeu wen' nu zelf wel aan kan." Waarmaken Natuurlijk is een goed ver loop van de dagelijkse gang van zaken van groot belang, maar er komt, zoals gezegd, meer bij kijken. „En dan gaat het vooral om het waarma ken van de Alberto-formule in al z'n facetten", zo beklem tonen de beide managers. Dat betekent in de eerste plaats dat de klanten zich thuis moeten voelen. „De meeste consumenten zijn 'snelle klanten'. Zij weten precies wat ze willen en ken nen de weg in onze winkels. Christon Geurten (foto links) en René Verhoeff. Dat houdt niet in dat je die groep aan zijn lot moet over laten. Je moet ze bijvoor beeld wel attent maken op het feit dat ze een aanbieding over het hoofd hebben ge zien. Speciale aandacht rui men wij in voor de klanten die niet zo vaak komen. Ze ker de verkoop van wijn vergt extra voorlichting. Dat dit, mits goed gedaan, wordt gewaardeerd, blijkt wel uit het verhaal van René Ver hoeff dat er al jaren een klant bij hem in de winkel komt die 85 kilometer verderop woont, en uitgerekend bij Verhoeff zijn wijninkopen komt doen. Die man komt er niet speciaal voor naar Heer len. Vaak is hij hier voor za ken, maar het is wel leuk." Ook Christon Geurten vindt een goede wijnvoorlichting belangrijk. „Zelf ben ik van plan daar meer aandacht aan te gaan besteden. Op die ma nier kan je heel goed aan klantenbinding doen. Het gaat erom dat de mensen zich thuisvoelen bij Alberto, dat ze er de juiste sfeer aantref fen en dat ze goede produkt- vooriichting krijgen. In de praktijk is dat wel eens moei lijk omdat jé dikwijls alléén staat eft het uitzoeken van de juiste wijn nu eenmaal tijd kost." - i

Personeelsbladen | 1987 | | pagina 2