WWW l»*01i
Rigoureuze staaltjes uit het toenmalige
personeelbeleid. Het waren echter uitzon
deringen. Ontslagen kwamen slechts zel
den voor omdat Albert Heijn de gave be
zat betrouwbare krachten in dienst te ne
men. In De Waterlander van 10 april 1937
beweerde hij dat het in 50 jaar maar twee
keer was voorgekomen dat er iemand weg
moest. Maar die twee gingen dan ook wel
in grootse stijl.
Al in het begin van deze eeuw besteedde
Albert Heijn veel aandacht aan de oplei
ding van zijn medewerkers. In een school
schrift met het opschrift 'Wat iedere flinke
winkelbediende behoort te weten', noteer
de hij een aantal praktische wenken voor
z'n personeel. "Stel tegenover de klanten
de voortreffelijkheid van uw eigen firma in
het licht, maak echter niet uw concurren
ten zwart en geloof ook niet alles wat men
u over hen vertelt", luidde een van de tips.
Hij drukte de bediendes op het hart om de
kruidenierswaren niet opdringerig en op
overdreven wijze aan te prijzen. "De klant
proeft daarin dat ge twijfelt aan zijn eigen
oordeel en verdenkt u allicht van een po
ging om hem/haar iets aan te smeren. En
ook de zorg voor de hygiëne in de winkels
vervatte hij in bloemrijke instructies:
Blaast zakjes met met de mond open -
Vermijdt bij het verkopen te hoesten, te
schrapen, te snuiten en te spuwen - Ver
mijdt ten strengste het natmaken van de
vingertoppen met speeksel om het inwik-
kelpapier af te scheuren.
Het oude schoolschrift was de voorloper
van het omvangrijke opleidingspakket zo
als dat vandaag de dag bij Albert Heijn
gebruikt wordt.
Een goede filiaalchef kon rekenen op
waardering van de baas. Niet zelden vond
een chef na bezoek van Albert Heijn een
bankbiljet op tafel in de huiskamer. Fili
aalhouders die hun plicht verzaakten wer
den eveneens verrast, zij het op minder
aangename wijze. Het kon gebeuren dat
zo'n chef 's morgens een verhuiswagen
voor zijn deur kreeg, dat de overnameba
lans werd opgemaakt en dat een nieuwe
chef de bij de winkel behorende woning
betrok en de leiding overnam.
Zoon Gerrit in 1965: "Hij was hard voor
zichzelf, voor z'n kinderen en voor z'n me
dewerkers. Zijn devies was: schenk ver
trouwen, dan win je vertrouwen." Dat
laatste ging kennelijk niet altijd op.
Johan Hille Overigens hanteerde Gerrit zelf later ook
originele ontslagprocedures. Hij herinner
de zich later hoe een winkelchef in Enkhui
zen rond 1920 de zak kreeg: "De man had
het zich gepermitteerd ons drie keer achter
elkaar op te schepen met bar slechte balan
sen en omdat ik bovendien het idee had dat
hij stal als een raaf, achtten wij het nodig
hem te ontslaan. Ik kreeg van vader de
opdracht dit karwei te klaren en ik toog
daarom samen met de balansoprtemer, de
heer Miks, in alle vroegte naar Enkhuizen,
stapte de winkel binnen en zei tegen de
chef dat hij zich als ontslagen kon beschou
wen. Een bericht, dat hem niet welkom
was. Zo onwelkom, dat hij me aanvloog.
We raakten in een compleet gevecht,
waaruit ik als winnaar te voorschijn kwam.
Ik gooide hem doodeenvoudig de winkel
uit, zodat hij met recht kon zeggen, dat hij
'op straat was gesmeten'."