Inpakken zorgt
voor
hoofdbrekens
Evenwicht
Opkomst en
ondergang van
namaakvlees
en geurvreters
Steeds beier
geïnformeerde
klanten
Stroop
op de loop
HET ASSORTIMENT GEWIKT EN GEWOGEN
voor de distributie van deze
levensmiddelen ingezet.
Het heeft overigens nog tot
acht jaar na het beëindigen
van de oorlog geduurd voor
dat alle artikelen van de bon
waren. Bij de opening van
de eerste zelfbedienings
zaak (ZB) op 8 maart 1952 in
Schiedam waren de koffie
en thee als laatste artikelen
nog op de bon. In de loop
van 1953 kwam een eind aan
de rantsoenering.
Met de komst van het feno
meen ZB veranderde er vol
gens commercieel directeur
Dorsman niet erg veel met
het AH-assortiment. Het me
rendeel van de artikelen
was inmiddels verpakt. Op
beperkte schaal kende de ZB
ook nog losse verkoop. Het
winkeltype was echter wel
nationaal nieuws. De eerste
AH-supermart in Rotterdam
veroorzaakte in 1955 een mo
gelijk nog ingrijpender om
schakeling bij winkelend
Nederland. Alles was nu
voorverpakt en vlees, groen
te, fruit en brood werden on
der andere aan het bestaan
de assortiment toegevoegd.
Ook de verkoop van voorver
pakt vacuüm vlees(waren)
en kaas kwam toen op gang.
Voorverpakte artikelen zijn
nu de gewoonste zaak van
de wereld, maar in 1955
zorgde dat wel voor de nodi
ge hoofdbrekens. Datzelfde
geldt voor de etikettering.
Tot ongeveer 1962 werden
veel verse artikelen nog in
het filiaal ingepakt, maar
geleidelijk namen de leve
ranciers die taak van Albert
Heijn over.
Belangrijk uitgangspunt
van een supermarkt was dat
alles via zelfbediening
moest worden verkocht,
maar de consument trok in
het midden van de jaren '70
zelf aan de noodrem en na
verloop van tijd kwamen de
bedieningsafdelingen in de
supermarkt. Verse vleeswa
ren, brood, kaas, noten, en
zovoorts werden weer hand
matig verkocht als gevolg
van de hang naar ouderwet
se gezelligheid en persoon
lijk advies. De ervaring had
bovendien geleerd dat niet
alles willens en wetens kon
worden ingepakt. Inmiddels
lijkt in de AH-filialen een
evenwichtige verdeling tus
sen bediening en zelfbe
diening te zijn ontstaan. Een
verdere uitbreiding van het
assortiment ligt in de lijn
der verwachting.
De heer Dorsman: "Daar ben
ik van overtuigd. Er is een
veelvoud aan formaten,
merken, smaken en kwali
teiten. Neem als voorbeeld
maar de soorten deodorant.
Die zijn er in alle geuren en
kleuren en toch komen er
steeds weer variaties bij. De
reden daarvan is heel sim
pel; de klant vraagt erom.
Die wil in onze winkels een
op zijn of haar lijf geschre
ven artikel kunnen kopen.
Daardoor zal de groei van
het assortiment nog wel
even doorgaan. Het komt
ook omdat de Nederlanders
er andere eetgewoonten op
na zijn gaan houden. De bui
tenlandse vakanties heb
ben een belangrijke bijdra
ge geleverd. Het is zodoen
de niet iedere avond meer
aardappelen, vlees, groente
en yoghurt toe. Bovendien is
99 procent van de artikelen
het hele jaar door vers te
krijgen door de verbeterde
kweek- en transporttech
nieken."
Albert Heijn is door de jaren
heen trendsetter op het as-
sortimentsgebied geweest.
Daarvoor werden onder
meer de eigen merken als
sterke troeven in de strijd
geworpen. Denk maar aan
koffie, thee, sherry, wijn,
Italiaanse pasta's en
dieren voeding. Ook zijn er
artikelen op de markt ge
bracht die het minder goed
deden. Wie kent nu nog het
koeldeeg om zelf koekjes te
bakken, de garantie-eieren
(gelegd door beter gevoede
kippen) en kistjes met ge
mengde wijnen? Een zelfde
lot was het namaakvlees, de
champagnepils en de geur
vreters beschoren. In een in
terview met het weekblad
'Libelle' zegt de heer A.
Heijn over nieuwe artikelen
en trends: "Vroeger gingen
wij met name in Amerika op
zoek naar nieuwe produk-
ten. Er is nu nog maar wei
nig verschil tussen het Ame
rikaanse en het Nederland
se assortiment. Trends moet
je altijd voor zijn. Je mag er
nooit door worden overval
len. Vroeger heb ik wel eens
gezegd dat het lezen van
vrouwenbladen verplicht
zou moeten zijn voor elk per
soneelslid omdat je daarin
kunt lezen wat de klant ge
presenteerd krijgt. En zeker
in de supermarkten haakten
wij altijd in op de recepten
die erin stonden.
Over de toekomst van het
assortiment zegt de heer
Dorsman: "We zien dat de
bevolkingssamenstelling
aan het veranderen is. De
vergrijzing van de bevol
king en de kleinere huishou
dens zullen de kleinverpak-
king onafwendbaar maken.
Ik denk dat er bovendien
binnen afzienbare tijd twee
assortimentsgroepen in de
winkel zullen overblijven.
Dat zijn de artikelen zonder
en de artikelen mét toege
voegde waarde. Bij die laat
ste groep moet je dan den
ken aan het niveau van een
speciaalzaak binnen de su
permarkt waar gespeciali
seerd personeel de klanten
van uiterst kundig advies
kan voorzien. De eerste
groep artikelen kan zich bij
wijze van spreken zelf ver
kopen."
De heer A. Heijn meent ten
slotte in het Libelle-inter-
view dat de mondigheid van
de klant steeds meer in
vloed op de toekomstige sa
menstelling van het assorti
ment zal krijgen. "Ik denk
dat we ons er heel bewust
van moeten zijn dat de klant
steeds meer gaat weten. Er
komt een generatie beter
dan ooit geïnformeerde con
sumenten aan. Men doet
heel veel kennis op via de
televisie, viditel, maar ook
aan de hand van kookboe
ken - en tijdschriften. Daar
zullen wij op moeten reage
ren want een andere keuze
is er niet."
De historische verkoop
van stroop is een verhaal
apart. A. Duif schrijft in
het boek 'De geur van
kruiderijen' (uitgegeven
in 1967 ter gelegenheid
van het 80-jarig bestaan
van Albert Heijn) over dit
artikel: "Het was een on
verbrekelijk deel van het
levensmiddelenpakket
van onze grootouders.
Het was lastig spul.
Stroop lag meestal in een
vat buiten de winkel op
een speciale stelling. Des
zomers was zij gewillig
en gehoorzaam, snel en
lenig, maar des winters
taai en traag en wilde ze
niet glad en vlot neerlo
pen in de emmer of het
winkeltankje. Daarom
werd er een pot met
smeulend vuur onder ge
zet. Desondanks bleef de
stroop taai en aangezien
het wachten uren kon du
ren, zette de kruidenier
een emmer onder het
tankje. Om de zoveel tijd
ging hij kijken hoever de
zaak was gevorderd.
Soms vergat hij dat en
bleek het hele vat te zijn
leeggestroomd. En dat
was een ware strop.
Want veel werd er niet op
verdiend."
83