Ongeveer voor
80 uur werken
Salarissen en tijden van toen:
De tijden zijn veranderd. Deze uit
drukking komen we in diverse ar
tikelen van deze jubileumeditie
van Flitsen tegen. Inderdaad is 1887 nau
welijks met 1987 te vergelijken. Toch is het
best aardig om eens te weten hoe een
werkdag van een kruideniersbediende in
overgrootouders' tijd er uit zag en welke
beloning daar tegenover stond. Kijk en
vergelijk.
"Als men in die tijd kruideniersbediende
werd, was er geen tijd meer over voor ont
spanning of verenigingsleven. De werktij
den waren van dien aard dat men in vele
gevallen nergens tijd voor had. In zeer
gunstige gevallen kreeg men één vrije
avond per week en men was dan om onge
veer 7 uur klaar." Dit schreef de redactie
van het toenmalige personeelsblad PIT in
1947. Deze terugblik sloeg op het eind van
de vorige en het begin van deze eeuw. Een
periode met arbeidsomstandigheden die in
een tijd van discussies over arbeidstijdver
korting en vervroegde uittreding de ene
verbazing na de andere wekt.
Winkelsluiting was wettelijk nog niet vast
gelegd. In die tijd waren de winkels onaf
gebroken van 's morgens 8 tot 's avonds 10
uur open. Zaterdags was het dikwijls 11
uur voor de laatste klant de winkel verliet.
Dan moest alles nog worden opgeruimd en
schoongemaakt, zodat het meestal over
twaalven was voor men klaar was. In het
zuiden waren de meeste particuliere zaken
zondagmorgen ook geopend. De kruide-
niersbedrijven beschikten over twee soor
ten medewerkers: bedienden en loopjon
gens. Deze jongens hadden iedere dag een
wijk die ze bezochten. Dit gebeurde lopen
de met een boodschappenmand aan de
arm.
'PIT schreef verder over dit onderwerp:
De loopjongen
bezorgde met de
bakfiets de
bestelde
boodschappen bij
de klant aan huis.
"Er waren klanten die elke dag of twee a
drie keer per week naar hun eventuele be
stellingen moesten worden gevraagd. De
jongens gingen dan om half negen op pad
en moesten om 11 uur weer terug zijn, daar
er altijd klanten waren die sommige artike
len vóór 12 uur hebben moesten. Deze
spoedorders werden dan door de be
dienden klaar gemaakt en daarna bezorgd.
Daarna konden de jongens even naar huis
om te eten. Intussen werden de bestellin
gen (alle klanten hadden een boekje met
een busje eromheen) ingeboekt."
Als de loopjongens dan om twee uur wa
ren uitgegeten, kwam de bakfiets voor en
werd alles ingeladen en bezorgd.
Kwamen de jongens uit de wijk terug, dan
moesten zij verschillende werkzaamheden
verrichten zoals het schoonmaken van
krenten en rozijnen, aftappen van azijn en
brandspiritus, bakkenvullen, lege emballa
ge inpakken, vullen van potjes appelstroop
enzovoorts. In de regel gingen de loopjon
gens 's avonds om 8 uur naar huis. De
bedienden hadden een 'uitavond' op
woensdag of donderdag. Dan mochten ze
om acht uur naar huis. Wanneer er kermis
was, kregen ze een middag vrij. Vakan
tiedagen waren toen nog niet uitgevonden.
De annalen vermelden ook dat de patroon
- als er door de medewerkers in de winkel
moest worden gegeten - voor koffie en
thee zorgde. Zaterdagavond stond er een
glas bier klaar en bij het loon vond men
een zakje met vijf sigaren. De kosten van
dit extraatje: één dubbeltje. Soms was het
personeel intern. Het kostgeld bedroeg
4,50 per week. Het loon boven kost en
inwoning varieerde van drie tot zes gulden
terwijl het loon van de chef rond 14.-
schommelde. De man had bovendien vrij
wonen. Het loon van de kruideniers-be
diende was al naar gelang de leeftijd en
vakbekwaamheid, maar in geen geval ho
ger dan 10.-- a 12.--. Ook kwamen er
dikwijls volontairs. Deze stagiaires ver
dienden in eerste instantie niets. Na ver
loop van een half jaar werd 1.50 tot 2.--
per week uitbetaald.
73