Daar gaan we dan, naar het jaar
2087.... Bestaat de aarde nog? Hoe
zien de kleinkinderen van onze kleinkin
deren eruit? Dragen ze nog kleren, of ver
sieren ze zich met aangepaste kunststoffen
wegwerphuidjes? Praten ze nog met el
kaar, of gaat alles via elektronische over
brenging op afstand? Zijn er tegen die tijd
nog auto's, of verplaatsen we ons met su
persnel openbaar vervoer in vacuümtun-
nels? Ik geef het direct toe. het klinkt heel
erg als een science fiction-verhaal. Maar,
om u even met de razendsnelle ontwikke
ling van de afgelopen honderd jaar te con
fronteren; zou die kruidenier Albert Heijn
toen hij met fiets en hondekar zijn grut-
terswinkeltje in Oostzaan startte, hebben
kunnen bevroeden, dat onder diezelfde
naam er nu honderden verlichte hallen
zouden staan, waarin de klanten zo maar
alle verpakte produkten voor het grijpen
hebben en waarbij door een geheimzinni
ge streepjescode, afgetast door een on
zichtbaar elektronisch oog, verbonden met
een al even geheimzinnige rekenmachine,
binnenkort alles kan worden afgerekend?
Dat had hij natuurlijk nooit kunnen be
denken, destijds. Ook de hele administra
tieve en transportorganisatie rond de ke
ten van supermarkten kon hij in de tijd van
de kroontjespennen niet hebben voorzien.
Hij is gewoon begonnen met iets, dat zich
als een olievlek is gaan uitzaaien. De su
per-service van het zelf kunnen pakken,
van de zelfbediening in de sector voedings
middelen, bleek gewoon een erg goed
idee, dat paste in de tijd waarin het begon.
Welke nieuwe gedachten op het gebied
van service en gemak zullen de nieuwe
wereldburgers van de komende eeuw nog
kunnen gaan aanspreken?
Ja, daar zit ik dan. Ik ben geen Albert
Heijn van toen, maar een 'futuroloog'
van nu. Geen specialist op het gebied van
winkelgewoonten, helemaal geen specia
list gelukkig, maar wel iemand die moet
proberen om wat lijntjes aan elkaar te kno
pen uit het heden, om vervolgens te kijken
in hoeverre deze lijntjes in de toekomst
zullen afknappen of uitbotten. We gaan
dus een paar uitgangspunten proberen vast
te leggen.
Om te beginnen, zal de welvaartstoename,
die het noordelijke deel van deze aarde de
laatste vijftig jaar beleefde zo door kunnen
gaan? Ik denk van wel, maar met sterke
begrenzingen. Dan bedoel ik niet in de
eerste plaats de kans op een alles verwoes
tende wereldoorlog die zeker nog niet ge
heel verdwenen is, maar wel denk ik dat de
sociale onrust, grotendeels veroorzaakt
door het verschil in rijkdom tussen de
noordelijke en zuidelijke helft van deze
wereld, er toe zal gaan leiden, dat binnen
dertig jaar van nu, er een pas op de plaats
moet worden gemaakt door de grote massa
der rijken, ten gunste van de achterblij
vers, die sterker in aantal blijven groeien
dan de geluksvogels. Door de sterke toe
name van de massacommunicatie zal een
grote mentaliteitsverandering gaan optre
den bij de rijken. Het zal wel moeten, om
dat alle ellende van al diegenen die toeval
lig op een verkeerd stukje van de wereld
geboren werden, direct bij hen op het bord
komt. Scherpe verschillen tussen politieke
systemen om hiervoor de oplossingen te
vinden zullen door de stoomwals van de
massacommunicatie worden platgewalst.
De informatiestroom uit de ruimte in de
vorm van communicatiesatellieten is zelfs
voor sterk behoudende communistische of
rechts-dictatoriale systemen op den duur
niet meer tegen te houden. Een grote bij
drage aan het directe contact van mens tot
mens zal de visofoon gaan worden. Een
toestel, niet groter dan een polshorloge,
met daarop een TV-schermpje, fungerend
als zender en ontvanger tussen twee men
sen op aarde, die elkaar via hun visonum-
mer eenvoudig kunnen oproepen wanneer
ze maar willen. Dit apparaat net als nu de
telefoon, maar straks veel goedkoper, kan
straks alle propaganda en reclame gaan
48