Albert Heijnsky ken, ze moeten toch naar ons komen. Dan is binnen een mum van tijd het vuur ge doofd." Wanneer we kijken naar de ontwikkelin gen in Rusland. Kunnen we dan op termijn ook een Ahold-activiteit achter het IJze ren Gordijn tegemoet zien? A. Heijn: 'Toevallig kreeg ik onlangs een rapport van de Opperste Sovjet onder ogen over samenwerkingsverbanden tus sen Russische en Westerse bedrijven. Ik denk dat het 'highly unlikely' is, maar je moet er natuurlijk wel naar kijken en de ogen en oren openhouden." In de jaren vijftig eifzestig vervulde Ame rika de voorbeeldfunctie op het gebied van het grootwinkelbedrijf. Inmiddels lijkt Nederland die achterstand redelijk te zijn ingelopen. Hoe wordt wereldwijd tegen, laten we maar dichtbij huis blijven, een grootwinkelbedrijf zoals Ahold aangeke ken. Waar zijn we beter in? G.J. Heijn: "Mijn ervaring is dat het bui tenland vooral buitengewoon geboeid kan raken door de manier waarop wij via onze Centrale Slagerijen ervoor zorgen dat er vers vlees in de filialen te koop is." A. Heijn: "Dat geldt ook voor de wijze waarop wij onze deli's hebben ingericht en de aanpak van de detailhandelsmarketing. Dat doen de Nederlanders beter dan de Amerikaanse collega's en ik denk dat wij tevens beter zijn in de fysieke distributie." G.J. Heijn: "Ik denk dat Nederland ook beter is op het gebied van winkeloptimali sering. Nederland is klein en Amerika is dat uiteraard niet. Wanneer daar een su permarkt te klein is, kopen ze na verloop van tijd een paar straten verder een nieuw en groter pand of zetten een compleet nieuw gebouw neer. In Nederland kennen we die luxe niet en is het knokken voor een zo optimaal mogelijk gebruik van iedere vierkante centimeter vloeroppervlakte. De klant moeten wij tientallen jaren tus sen diezelfde vier muren tevreden zien te houden ondanks het steeds veranderende koopgedrag. Het is overigens niet zo dat wij in het buitenland op een voetstuk staan waarvan iedereen zegt: dit wordt nergens ter wereld vertoond, maar achter lopen doen we zeker niet." A. Heijn: "Vroeger was het zo dat ieder een naar Amerika ging om te kijken hoe het daar werkte. Tegenwoordig is het twee-richtingsverkeer waarbij we van el kaar leren." 44 Ahold heeft door de jaren heen altijd een voortrekkersrol op het gebied van nieuwe winkeltypen gespeeld. Verwacht u voor de toekomst veel veranderingen. Anders ge zegd; verdwijnt de winkel in zijn huidige vorm en worden er tijdens het 200-jarig bestaan van Ahold slechts boodschappen via het beeldscherm gedaan of gaan we terug naar de eerste winkel zoals die er in Oostzaan uitzag? A. Heijn: "Zoiets is natuurlijk vreselijk moeilijk te beantwoorden. Tien jaar voor uit kijken kan al nauwelijks, laat staan honderd jaar. Ik denk dat er van alles wat zal zijn. Dus allerlei speciaalzaken, maar ook grote supermarkten en mensen die al leen nog maar via hun beeldscherm of de beeldtelefoon boodschappen doen." In het weekblad 'Libelle' zegt A. Heijn verder over dit onderwerp: "Men krijgt steeds meer vrije tijd. Winkelen kan ook een vorm van recreatie zijn. Daarom ge loof ik in het voortbestaan van winkels, al zullen er verschuivingen optreden. En die moet je bijhouden en volgen. Je moet zelfs voorop lopen. Hoe het winkelen er precies zal uitzien in het jaar 2000 weet ik niet. Ik ben geen futuroloog. Jammer genoeg be steden de toekomstdeskundigen weinig of geen aandacht aan winkelen in de toe komst. Dat is zeker te gewoon."

Personeelsbladen | 1987 | | pagina 46