De gebroeders A. en GJ. Heijn op de grens van twee eeuwen grootwinkelbedrijf "De mensen in de winkels zitten aan het front Dan is het logisch dat de generaal ook af en toe zijn neus laat zien" "Ik ben een kruidenier. Zelf gebruik ik het woord 'kruijenier'. Dit tot grote wanhoop van mijn vakbroeders. Maar dat doe ik met opzet, omdat ik mij wil afzetten tegen het begrip 'kruideniersmentaliteit'Ik vind kruijenier een ere-titel. Ik heb me jaren in hotels ingeschreven als kruidenier", aldus A. Heijn tijdens een gesprek met Elseviers Magazine. Zijn broer G.J. Heijn in het NRC Handelsblad: "Persoonlijk had ik in het begin moeite met dat 'Gaat op de kleintjes letten'. Het geeft aan dat je het voorheen niet deed, maar het was een gouden greep. Iedere cabaretier- van vooraanstaand tot vijfderangs - heeft hem wel een keertje gebruikt." Deze twee citaten komen uit een indrukwekkende stapel artikelen waarin de gebroeders Heijn centraal staan. Veel vertegenwoordigers van de vaderlandse pers zijn in het kader van het 100-jarig bestaan van Albert Heijn voor een vraaggesprek naar Zaandam afgereisd. Alleen 'Donald Duck' en 'Tina' schijnen nog geen agendaruimte te hebben gereserveerd, maar wat niet is kan nog komen'Flitsen' waagde ondanks de grote journalistieke belangstelling ook nog een poging en ging op zoek naar de eventuele onontdekte krenten in de pap. Het hemd blijft tenslotte nader dan de rok. A(lbert) Heijn (60) trad in 1949 in dienst van het bedrijf en zijn broer G(errit) J(an) (56) volgde hem in 1954. Zeker in die tijd was het normaal dat er in de voetsporen van vader en grootvader zou worden getreden. "Natuurlijk werd er thuis veel over de zaak gepraat", zegt de oudste van de twee tij dens één van de vele interviews. "Je werd er voortdurend mee geconfronteerd. Toch bleef het redelijk beperkt. Er was geen dwang voor ons om ook in het bedrijf te gaan werken. In hetzelfde vraaggesprek komt in het verlengde hiervan een jeugd herinnering op tafel. "Op de lagere school noemden ze me Bof- fie, naar het gelijknamige AH-koffiemerk. Mijn grootvader had de leiding aan mijn vader en ooms overgedragen en was presi dent-commissaris en ik zat als kwajongen onder opa's stoel tijdens een vergadering met een proppeschieter te spelen. Hij was zo kwaad; hij heeft me door het hele kan toor achterna gezeten." G.J. Heijn neemt het voortouw wanneer wordt gevraagd naar de belangrijkste be- drijfsgebeurtenissen van de afgelopen 100 jaar. "Dat was natuurlijk de opening in 1895 van het eerste filiaal in Purmerend. Zonder dat initiatief waren we anders nooit uitgegroeid tot een grootfiliaalbe drijf en hadden we nog in de winkel in Oostzaan gezeten. Daar zijn wij natuurlijk zelf niet bij geweest, maar ik noem het toch een historisch moment. Datzelfde geldt voor het jaar 1911 toen onze grootvader startte met het vervaardigen van artikelen onder eigen naam." Vele andere mijlpalen passeren de revue zoals de opening van de eerste zelfbe dieningszaak in 1952 in Schiedam en de introductie in 1955 in Rotterdam van de AH-supermart. Initiatieven die voor een ommezwaai in de Nederlandse detailhan del zorgden. G.J. (links) en A. Heijn in de deuropening van de AH-muscuimvinkel in de Zaanse Schans. Deze winkel is een kopie van de zaak die hun grootvader in 1887 startte. a r\

Personeelsbladen | 1987 | | pagina 42