Een peperkoek
voorde moeite
Goeie ouwe
tijd?
en als je geluk had
peperkoek van de cl
Hard en
zakelijk
Bertus Lamberts is inmid
dels zes jaar met pensioen.
Op 18-jarige leeftijd begon
hij als jongste bediende in
het filiaal Bergen op Zoom.
Zijn dienstverband kent een
onderbreking van ruim drie
jaar voor het vervullen van
de militaire dienstplicht in
het voormalig Nederlands
Indië. Zijn eindfunctie was
bedrijfsleider. Goes. Vlis-
singen, Rotterdam, Vlaar-
dingen. Ridderkerk, Rijs
wijk, Hoogvliet en Sas van
Gent waren onder andere
zijn werksteden. Lamberts
omschrijft zich zelf als een
Albert Heijn'er in hart en
nieren. "Wanneer je dat niet
was, dan werd je het wel ge
maakt", zo laat hij ons we
ten. Echt losgekomen van
AH is hij nooit. Nog altijd
voelt hij zich sterk bij het rei
len en zeilen van het bedrijf
betrokken. Het dagje uit met
de gepensioneerden noemt
hij een jaarlijks hoogtepunt.
De 42 jaar werkervaring
heeft hij uit liefhebberij op
papier gezet, maar wel in de
hoop dat het ooit nog eens in
boekvorm zal verschijnen.
Zijn verhaal vertelt hij in een
nauwelijks te stuiten en
thousiasme. Regelmatig
leest hij voor uit eigen werk.
"Ik begon met een salaris
van 2,50 in de week. Wan
neer je bij AH werkte droeg
je een witte jas en dat had in
de jaren '30 een bepaalde
status. Bovendien waren er
carrière-mogelijkheden bij
AH. Het was hard werken.
Zes dagen in de week met af
Vaak was je dan nog de pi
neut, omdat 'De Zaan' juist
op het moment kwam dat je
eindelijk naar huis mocht.
Niks uitbetaalde overuren!
Je bleef, omdat je hoopte dat
je inzet eens zou worden be
loond. De etalages werden
noodgedwongen ook in de
vrije tijd ingericht. Als dank
kreeg je een hand en als je
echt geluk had, gaf de chef
een peperkoek mee voor
thuis."
"Als je destijds ergens ging
werken, dan was dat met
het idee: Ik moet alles in het
werk stellen om hier te kun
nen blijven. Het spookbeeld
van de werkloosheid achter
volgde je. Goeie ouwe tijd?
Ik denk toch van wel, nou ja
je wist ook niet beter. Er
moest worden gewerkt en
verder niet zeuren. Je mocht
blij zijn dat je een baan had
en je was helemaal een ge
luksvogel als AH je werkge
ver was."
Ingrid Smeets: "Dan ben ik
blij dat ik nu leef, want ik
vraag me af of die tijd echt
wel zo goed was. Als ik hoor
welke moeite je moest doen
om bij Albert Heijn te kun
nen blijven werken. Dat lijkt
me echt vreselijk."
Bertus Lamberts: "De tijden
zijn uiteraard niet met el
kaar te vergelijken. Je keek
bijvoorbeeld enorm tegen
de chef op. Hij was de baas:
hij had het voor het zeggen.
Je liet het wel uit je hoofd om
die man tegen te spreken of
iets te vergeten. Dan werd je
onmiddellijk bij hem op het
matje geroepen en dan was
het foute boel."
Ingrid Smeets: "Oké, ik heb
ook best ontzag voor mijn
chef, maar als mij iets niet
zint, dan houd ik dat niet
voor me. Ik sta echt niet met
knikkende knieën als hij
voorbij komt. Ik praat met
hem en de bedrijfsleider
even makkelijk als met mijn
collega's. Ik zou het erg vin
den als ik bang voor het ka
der zou zijn. Dan werk je
toch niet lekker?"
Na verloop van tijd komt het
gesprek terecht op de invul
ling van Ingrids loopbaan.
"Ik weet niet hoe lang ik nog
op zaterdag blijf werken.
Volgend jaar heb ik examen
en ik moet afwachten of wer
ken en leren valt te combi
neren. Als ik op de kappers-
school word toegelaten is
het zeker afgelopen. Dan
krijg ik een stageplaats en
dat is meestal ook op za
terdag."