Hardnekkig gerucht Allerhande Geweldige trouvaille Hclin op 4 december tijdens een vliegende sneeuwstorm in een Fokker F2 om boven 't Gooi 100.000 strooibiljet ten uit te werpen. Niets was de reclamechef te dol om de aandacht van de huisvrou wen op de firma gevestigd te krijgen. Geen zee ging hem te hoog, hoewel hij tij dens zijn werk soms doods angsten uitstond. "Maar", zo meende hij, "je laten ken nen als reclamechef van het grootste en voordeligste kruideniersbedrijf van Ne derland, dat nooit!" Na de sensationele helikop- tervlucht volgde weer een primeur. Voor het eerst in Nederland bracht AH in fe bruari 1955 speciale klan tenobligaties. De klanteno bligaties liepen zo goed dat AH gedwongen was er in 1962 mee te stoppen. Er kwam te veel geld binnen. De balansverhouding werd scheef getrokken. "We wis ten domweg niet wat we al lemaal met dat geld aan moesten", zei Gerrit Heijn. Ervoor in de plaats kwam de al even succesvolle Premie van-de-Maand-Club (PMC), waarover elders in deze Flit sen meer. De reclame-afdeling werkte in die jaren nauw samen met Prad, het reclamebu reau van de legendarische Maurits Aronson. Prad gaf de AH-publiciteit de gewen ste vorm. Tussentijds heeft AH nog enige tijd een ander bureau in de arm genomen. Een hardnekkig gerucht wil dat Aronson, nadat Gerrit Heijn hem had medege deeld dat AH naar een ander ging, op de kamer van baas Gerrit zijn vrouw opbelde met de mededeling dat ze onder geen beding nog lan ger boodschappen bij AH mocht doen. In zijn memoi res 'Een verspild leven' ont kent Aronson dit verhaal. Wel schreef hij baas Gerrit dat het hem speet dat AH naar een ander ging. "Voor de rest troost ik me maar, schreef ik, met Job 1:21. Dat heb ik naar Gerrit Heijn ge stuurd. Ik geloof niet dat Gerrit ooit in de bijbel keek. Die las Job denk ik als job, dacht misschien: is zeker weer zoiets als 7-Up." Na twee jaar keerde Albert Heijn terug bij Prad maar in 1973 kwam er een definitief einde aan de samenwer king. Albert Heijn begon in dat jaar zelf met een recla mekantoor Ahead Adverti sing. Doordat het reclame kantoor officieel erkend werd, kon AH rechtstreeks met de media onderhande len over het plaatsen van advertenties. Een extern bu reau was niet langer nodig. AH stak de gebruikelijke mediakortingen voortaan in eigen zak. In 1954 begon AH met het huisorgaan AllerHande. Het -blad had het formaat van een krant en werd huis-aan- huis verspreid. De oplage bedroeg 2 miljoen. Na ze ventien jaar kwam er een voorlopig einde aan de uit gave van het blad. Door de groei van het aantal filialen werd een steeds hogere op lage noodzakelijk en daar door vond men het uiteinde lijk te duur worden. In sa menwerking met VNU, de grootste tijdschriftenuitge ver in Nederland kwam daarna het blad Idé op de markt. Hierin nam Albert Heijn maandelijks 12 a 14 pagi na's voor zijn rekening. Maar ook deze uitgave bleek niet levensvatbaar. In 1972 verdween Idé. In de daarop volgende jaren bracht AH zo nu en dan in eigen beheer een AllerHande in tijd schrift vorm uit. Nu niet meer als krant, maar als magazi ne. Die speciale edities wa ren wel succesvol. Omdat er steeds meer behoefte ont stond naar een goed eigen medium, werd besloten Al lerHande nogmaals als pe riodiek te lanceren. De nieuwe poging slaagde glansrijk. Vanaf september 1983 verschijnt AllerHande regelmatig en is inmiddels uitgegroeid tot een door de klanten zeer gewaardeerd maandblad. Acties en promoties bleven elkaar in snel tempo opvol gen. De een met meer suc ces dan de ander. In 1961 or ganiseerde AH een kienspel met meer dan 10.000 prijzen, waaronder auto's en was machines. Andere geslaag de initiatieven waren de uit gave van TitaTovenaar-al- bums, de Fabeltjeskrant poppen, de Gouden Hori zonencyclopedie, de serie Volkomen Kookboeken, de miniboekjes van 'Piepklein', de spelsets in het kader van de actie 'Sport en spel', en het AH/KLM-vliegfeest. Stuk voor stuk activiteiten waar over nu nog wordt ge sproken. Een groot succes was ook de 'Appel en Ei'- campagne. Hierbij was het de bedoe ling om figuurtjes uit de kas sabon te knippen en op een formulier te plakken en dat tegelijk met een zelf bedach te mop over een appel en een ei in te sturen. In de jury zat o.a. onze nationale mop pentapper bij uitstek Max Tailleur. In een toelichting op de actie gaf hij zelf het goede voorbeeld: Een appel en een ei komen elkaar te gen in de Kalverstraat. Zegt dat ei: 'Wat zie je bleek', waarop de appel zegt: 'Ik ben net bij mijn baas ge weest. Die had nog een ap peltje met me te schillen. Binnen twee maanden wa ren er 300.000 moppen binnen. In 1966 begon Albert Heijn voor het eerst met reclame spotjes op de televisie. Het effect bleef beneden de ver wachtingen. Het kwaliteits imago werd vooral positief beïnvloed bij mensen die geen klant waren en het ook niet werden, terwijl de kwa liteitsbeleving in de winkels lager bleek dan werd gesug- roW*1 76 Albert 23

Personeelsbladen | 1987 | | pagina 25