I
BONNEN
PLAKKEN
EERSTE ZB
ren gezet om het nog iets te laten lijken,
werden uit de schappen gehaald om te
voorkomen dat de mensen de indruk zou
den krijgen dat er nog enige voorraad was.
De winkels waren volkomen leeg. In het
voorjaar van 1945 begonnen de geallieer
den met het droppen van voedsel. Bij de
verdeling daarvan werden de AH-filialen
ingeschakeld. Toen het land ten slotte be
vrijd werd kon de schade worden opge
maakt. Een-en-twintig filialen waren to
taal verwoest door oorlogshandelingen.
"Ook in deze oorlog zijn de kronen van
koningen en vorsten over de straat gerold.
Ik voorzie echter de terugkeer van een
verguisde en veronachtzaamde vorst. De
klant wordt weer koning", voorspelde pro-
duktiechef P.W. Jedeloo jr. na de bevrij
ding. Hij kreeg gelijk, al duurde het nog
geruime tijd voordat alle artikelen weer
volop verkrijgbaar waren. Langzaam maar
zeker kwam er weer leven in de filialen. De
omzetten begonnen weer te stijgen. De
groei van het bedrijf werd voortgezet.
In 1948 werd AH een open vennootschap
I en kwam met aandelen op de beurs. Ruim
60 jaar was het bedrijf alleen-eigendom
I van de familie Heijn geweest. Door van de
zaak een open NV te maken, opende men
de deuren voor buitenstaanders en voor
nieuw kapitaal. Het gaf Albert Heijn de
mogelijkheid om de vleugels verder uit te
slaan en dat was ook precies wat er ge
beurde.
In de jaren vijftig en zestig stampte Albert
Heijn in sneltreinvaart zelfbedieningsza
ken en supermarkten uit de grond. In 1952
ging de eerste zelfbedieningswinkel open
en in 1955 de eerste supermarkt.
bonnen te plakken", herinnerde hij zich in
een interview met A.C.W. van der Vet uit
1969, "Dat was nogal een geestdodend
karwei: honderden kleine bonnen die op
grote vellen met hokjes moesten worden
geplakt. Er kwam een klant van ons bin
nen. Een pensionhouder uit de buurt, dus
nogal een grote klant die meestal meteen
naar dat kantoortje doorliep. Hij zag me
daar zitten en zei: Da's ook stom werk.
Ach, antwoordde ik, voor iemand met
einddiploma HBS is het nog wel op te
brengen. Verroest, zegt hij, heb jij einddi
ploma HBS? Man smeer hem dan hier en
kom bij mij werken, ik heb wel wat beters
voor je te doen. Ik zei niet veel. Hij het
kantoortje uit. Even later komt-ie terug en
zegt; Heet jij Heijn? Had dat eerder ge
zegd..."
Gerrit Jan Heijn kwam in 1954 bij de zaak.
Net als zijn broer ging hij naar de HBS en
naar Nijenrode. Hij studeerde bovendien
aan de Berkeley University in de Verenig
de Staten. Tot eind 1957 werkte hij bij het
dochterbedrijf Sterovita als directie-assis
tent. Daarna ging hij de filialen in. Gerrit
Jan stond o.a. achter de toonbank in Am
sterdam en Amstelveen. "Daar heb ik ge
leerd een kilozak rijst dicht te vouwen en
geloof me. dat is het moeilijkste dat er is",
bekende hij onlangs in Elseviers Week
blad.
De broers Heijn vertonen, net als vroeger
hun vader en hun oom, opmerkelijke ver
schillen in karakter. "Naar mijn oordeel
sta ik niet bekend als iemand die je onmid
dellijk als een open boek kunt lezen", zei
G.J. in een speciale editie van Flitsen ter
gelegenheid van zijn zilveren zakenjubi-
leum, "Ik ben duidelijk anders dan mijn
broer - die is vlotter."
Albert over Gerrit Jan: "Hij is meer het
type dat de kat uit de boom kijkt. Een
beetje het karakter van mijn vader, die had
dat ook."
nmiddels waren de zoons van Jan Heijn,
Albert en Gerrit Jan toegetreden tot de
zaak. Iedereen vond het vanzelfspre
kend dat de beide broers in het bedrijf
zouden komen, maar vader Jan heeft ze
nimmer in die richting geduwd. "Beter een
goede dokter of marine-officier dan een
slechte kruidenier", meende hij.
Albert wilde bij de marine, maar polio ver
hinderde dat. Hij ging naar de HBS en
naar Nijenrode en trad vervolgens in 1949
in dienst van het bedrijf. Net als z'n vader
en z'n oom Gerrit volgde hij eerst een ge
degen stageprogramma om alle facetten
van de detailhandel te leren kennen. Hij
werkte o.a. als bediende in een filiaal in
Amsterdam. Dat was in de tijd dat veel
artikelen nog op de bon waren.
"Op een middag zat ik in een kantoortje
achter onze zaak in de P.C. Hooftstraat
In 1951 kreeg Albert de verantwoorde
lijkheid voor de ontwikkeling van de
zelfbedieningszaken. In het interview
met Van der Vet zei hij daarover: "De
zelfbedieningszaken fascineerden me in
het buitenland en ik kreeg de stellige over
tuiging dat die ook in Nederland ooit zou
den verschijnen. Ik zag daar ook - juist -
voor ons bedrijf een grote toekomst lig
gen. Alle theorieën van onze specialisten
weerspraken mijn opvattingen. Iedereen
raadde het af. Het Nederlandse publiek
was totaal anders dan bijvoorbeeld het
Amerikaanse. Men zou het hier niet pak
ken enz. Maar ik geloofde in de toekomst
van de zelfbediening en ik heb doorgezet.
Met de eerste ZB in Schiedam ging het in
het begin helemaal niet zo geweldig. Als ik
nog terugdenk aan de cijfers van de eerste
jarenMaar we hebben doorgezet en
het bleek dat het denkbeeld goed was!"
'Goed' is in dit verband nog wat zwak uit
gedrukt. 'Van doorslaggevend belang' zou
hier beter op z'n plaats zijn geweest. Ze
ven jaar na de eerste opende Albert Heijn
in Zeist de honderdste ZB. Dat was in
1959. Vier jaar daarvoor had AH in Rot
terdam zijn eerste supermarkt geopend.
Albert Heijn was overigens niet de eerste
kruidenier in Nederland die met zelfbe
diening begon. De Gebr. van Woerkom
uit Arnhem waren er al twee jaar eerder
mee begonnen. AH was wel het eerste be
drijf dat de nieuwe winkelformule op grote
schaal toepaste en hetfconcept verder uit
werkte tot de supermarktformule. Als een
olievlek verspreidden de ZB's en SM's zich
in de jaren '50, '60 en '70 over Nederland.
De oude bedieningszaken ruimden het
veld. Het marktaandeel van AH verdub
belde. het aantal personeelsleden steeg
van 4.200 in 1955 naar ruim 22.000 in 1978
en de omzet liep op van 85 miljoen in 1950
tot 4.138 miljoen in 1977.
De onstuimige groei van Albert Heijn was
er mede oorzaak van dat concurrenten in
de problemen kwamen. Een deel van de
COOP streek de vaan, Simon de Wit werd
in 1972 door AH overgenomen en het eens
zo machtige De Gruyter verdween van het
grutterstoneel. Hetzelfde De Gruyter had
in 1918 nog een vorstelijk bod uitgebracht
op Albert Heijn. Grondlegger A. Heijn sr.
had er indertijd wel oren naar, maar zijn
financiële adviseur bracht hem uiteindelijk
op andere gedachten. Albert Heijn bleef