BEZETTING ALGEHEEL GEBREK EtiVr/ n de jaren dertig vloog de koopkracht achteruit als gevolg van de economische wereldcrisis. AM verlaagde zijn prijzen waardoor de winstpercentages kleiner, maar de omzet groter werd. Op die manier wisten de filialen het hoofd boven water te houden. Een van de weinige nieuwe activi teiten in de crisisjaren was de bouw van de beschuitfabriek in 1934. In 1940 kocht de firma een melkfabriek je-;.' dat uitgroeide tot het toonaangevende Ste- rovita. Halverwege de jaren zestig ging het bedrijf op in de Nederlandse Melkunie. Er gebeurde meer in 1940. In mei werd Ne derland bezet door de Duitsers. Eerst ge leidelijk, maar later steeds driester werden grondstoffen en produkten door de bezet ter in beslag genomen. De surrogaten kwa men weer op de markt, artikelen gingen op de bon. Met grote inspanningen probeerde AH de omzet op peil te houden, hetgeen in de eerste oorlogsjaren wonderwel lukte. Albert Heijn stuurde zoveel mogelijk voorraden naar de filialen, omdat de kans op inbeslagname in de winkels kleiner was dan in de pakhuizen. In 1944 was het land zo goed als leeg. Alle goederen werden door de Duitsers geblok keerd. Niets mocht meer aan de filialen afgeleverd worden voordat de voorraden waren gecontroleerd. AH had op dat mo ment o.a. nog 134.293 kg kaas in Zaandam liggen. "De directie gaf opdracht om bij de voor- raadopname door de Duitsers te knoeien met stuks en gewicht der kazen", schreef kaasinkoper J. Kok in het jubileumboek van 1947. De kaasafdeling slaagde erin om de bezetter wijs te maken dat er maar 18.000 kg volvet en 12.000 kg 20+ aanwe zig was. Enkele dagen later kreeg AH op dracht de 18.000 kg volvet aan de nazi's te leveren. Kok: "Deze zijn geleverd, maar hoe: ongeveer 6.500 kg was erbij, welke voor consumptie totaal ongeschikt was en hoe slechter ze was, des te groter enthou siasme ontstond onder het personeel van de kaasafdeling." Het westen was volko men afgesneden van aanvoer. Er ontstond grote schaarste aan kaas. Alleen inde win kels van AH werd kaas nog maanden lang in enorme hoeveelheden verkocht. Ook in de fabriek aan de Oostzijde werd de vijand menigmaal om de tuin geleid. "Telkenmale werd de moffen een rad voor de ogen gedraaid, wanneer zij op roofin- spectie door de fabriek gingen", schreef produktiechef P.W. Jedeloo in het boek Drie generaties Heijn aan de oevers van de Zaan. V.l.n.r: Gerrit, Jan, Gerrit Jan en Albert. Op de voorgrond de zonen van Gerrit: Albert (links) en Oscar. 'Albert Heijn 1887-1947'. Toen een school naast de fabriek door het verzet in de brand werd gestoken omdat er zich papie ren in bevonden die moesten verdwijnen, werd de bedrijfsbrandweer van AH inge schakeld. Op verzoek van het verzet werd echter dusdanig geblust dat het gebouw tot op de grond toe afbrandde. Het enige dat goed natgehouden werd was de belenden de fabriek. Na de slag om Arnhem in september '44 kwamen de zaken geheel tot stil stand. De filialen in het bevrijde zuiden waren van het hoofdkantoor afge sneden en moesten zichzelf zien te bevoor raden. In Vught werd een distributiekan toor opgericht dat de voedselvoorziening in de zuidelijke provincies op zich nam. Het noorden werd geteisterd door honger en kou. De schaarste groeide tot nijpend tekort en eindigde in een algeheel gebrek. Lege verpakkingen die in de winkels wa- trouwd met Trijntje, de oudste dochter van Albert Heijn en Neeltje de Ridder. Behalve in koek en beschuit was Johan Mille ook een specialist in kaas en peul vruchten. Samen met Gerrit Heijn beheer de hij de filialen. In 1938 moest hij om gezondheidsredenen afstand doen van zijn post. Tien jaar later overleed hij in Bussum. 11

Personeelsbladen | 1987 | | pagina 13