Twee dagen hard werken voor een spotje van 35 'Samenwerking Nederland Amerika alleen wanneer het echt nuttig is' Flitsen pagina 11 Giant Food Stores-president N. Riso: „Heb je nog op die meeuwen gelet? Heb je m'n trouwring in beeld gezien?" Nu de in oktober ge maakte STER-spot voor Albert Heijn-koffie voor de eerste keer (we schrijven 11 december) op de TV te zien was raken de doorgaans zo nuchtere Geb IJskes en Harm Sijpkes weer enthousiast over hun tweedaagse acteur ervaring. Toch klinkt er ook iets van teleurstelling door: twee dagen kei hard werken voor een spotje van 35 seconden Maar desondanks hadden ze 't voor geen goud willen missen. Geb IJskes (r.) en Harm Sijpkes, koffie- en tbeespecialisten van Ahold. Zes commercials heeft AH nu in de serie die volgens communicatie manager Wim Huinder bedoeld is om „het menselijke, vakkundige as pect in het Albert Heijn-ima- go te benadrukken". Huin der: „Het grote publiek moet weten dat wij weliswaar een miljardenbedrijf zijn maar dat er door vakmensen uiter ste zorg wordt besteed aan onze produkten." Voor deze serie zijn dan ook artikelen gekozen die deze boodschap kunnen 'dragen': ham (met de roker die zijn vingers brandt), kaas, hondevoer, si naasappelen (met de hand stuk voor stuk van de boom geknipt) en sherry (Alber d'Gein). Vooral de laatste heeft zich inmiddels een po pulaire plaats verworven. Of het met nummer zes - de kof fie - ook zo gaat moet nog blijken. In april kregen IJskes en Sijp kes, koffie- en theespecialis ten bij Ahold, het verzoek mee te doen aan de TV-spot. „We hebben daar spontaan 'ja' op gezegd, ook al omdat het de bedoeling was alleen over ons vak te praten. Nou, dat kunnen we wel. Harm zit 15 jaar in de koffie en ik 31 jaar. We hoefden niet te ac teren, maar gewoon ant woord geven op enkele door acteur Ton van Duinhoven gestelde vragen", herinnert Geb IJskes zich. Nou, dat is beide heren toch wat tegengevallen. Nadat in augustus twee verkennende gesprekken met de produ cent - het Amsterdams recla mebureau Van Mierop Bosman - waren geweest, volgden op vrijdag 10 en za terdag 11 oktober de opna men. „En dan weet je echt niet wat je ziet", vertelt Sijp kes. „Er was ons helemaal niets bekend van een soort draaiboek, we moesten dus maar afwachten wat er op ons afkwam, omdat dat de beste mogelijkheden bood voor zo natuurlijk mogelijk gedrag. Maar die hele entou rage, je houdt 't niet voor mogelijk." IJskes: „Die vrijdag begon nen we in de studio in Dui- vendrecht waar onze proef- kamer was nagebouwd. Dat moest wel, want onze afde ling in Zaandam bleek te klein voor alle apparatuur zoals camera's, lampen en microfoons. Van 's morgens 9 tot 's avonds 7 uur zijn we daar vrijwel onafgebroken bezig geweest. Steeds maar weer opnames maken, tek sten doorpraten en opnieuw korter en puntiger zeggen We zijn zeker 25 keer bij- geschminkt." En Sijpkes vult aan: „En dan het proeven. Normaal is voor ons dat we de koffie van de lepel slurpen en ver volgens uitspugen. Toen we dat zo'n keer of twintig had den gedaan vond de regis seur Hans van Reijs dat toch niet zo esthetisch en moes ten we de koffie doorslikken. Dat hebben we toen nog eens zo'n dertig keer moeten doen met als gevolg dat we aan het eind van de dag met zó een buik koffie en lucht zaten." Verrast waren beiden door de trucs die het uit 12 men sen bestaande produktie- team uithaalde om de ge wenste effecten te bereiken. Zo werd door een rookma chine een damp verspreid die de spot zijn goudachtig licht meegaf. De witte jassen van IJskes en Sijpkes moes ten in thee worden gewas sen om ze minder hel te ma ken. De twee meeuwen bo ven de koffieschuit werden gelokt door iemand die op het juiste moment stukjes brood omhoog gooide. „Dat is het probleem bij zo'n op name. Alles moet synchroon lopen. Maar dan weer was de zon weg, dan voer er een boot voorbij, dan waren de meeuwen er net niet. Het was bepaald niet ónze schuld, dat alles zo vaak op nieuw moest worden ge daan", zegt IJskes haast ver ontschuldigend. De opnamen in de koffie branderij van Marvelo zijn op zaterdag gemaakt. Ook nu weer een werkdag van 9 tot 7. Sijpkes: „Ze moesten toen 's avonds nog een paar kleine detailopnamen maken waar bij o.a. alleen mijn hand in beeld zou verschijnen; daar voor hadden ze mijn trouw ring nodig. Die kwamen ze om kwart over elf terugbren gen. Toen waren ze pas klaar." IJskes en Sijpkes hebben na de eerste uitzending vrij veel reacties gehad, vooral van fa milie en buren. Ze verwach ten wel, dat als de spot wat vaker in beeld is geweest, ze er meer over zullen horen. IJskes: „De slurpers van Al- bert Heijn? Nou nee, ik denk dat de reacties wel wat posi tiever zullen zijn. Maar afge zien daarvan: ik vond het hartstikke leuk om te doen. We kregen nog een compli mentje van de regisseur dat we zo taai waren geweest. Echte acteurs houden het blijkbaar veel gauwer voor gezien." je niet omwille van wat je in het buitenland ziet ook di rect gaan toepassen. Vaak heeft dat slechts een ave rechts effect tot gevolg" Toch is Riso van mening dat wc van eikaars kennis en er varing kunnen en moeten le ren. „Ahold heeft een gewel dige naam op de Nederland se detailhandelsmarkt die ook internationaal respect afdwingt. Het valt mij op dat overal waar ik in Nederland kom, ik wel iets van Ahold zie. Op de hoek van de straat is een Albert Heijn-filiaal en even verderop staat dan weer een vestiging van Etos of Alberto. En langs de snel weg kom ik AC Restaurants tegen. Wanneer je dan ziet hoe werkelijk alles, dus van de inkoop tot aan het afreke nen toe, tot in detail perfect is georganiseerd, dan kun nen wij daar in Amerika nog heel wat van leren." Tn de leer Op de vraag of dan tegen de ze achtergrond uitwisseling van medewerkers zinnig zou zijn, antwoordt hij: „Dat ge beurt al, zij het nu nog op beperkte schaal. Ik denk dat het per keer moet worden afgewogen. Op het terrein van de automatisering en bij voorbeeld de Deli-afdeling zijn er al Nederlandse spe cialisten bij ons in Amerika geweest en omgekeerd ook. Hetzelfde geldt voor de managers die bij elkaar let terlijk in de leer zijn ge weest. Samenwerking tussen Nederlandse en Amerikaanse collega's moet je alleen dan doen wanneer het echt nut tig is. Vliegtuigen vol medewer kers over laten vliegen lijkt mij een volstrekt zinloze zaak. Trouwens, dan is er nog een taalprobleem. Dat is voor ons het grootst, want bijna iedere Nederlander spreekt wel Engels. De een iets meer dan de ander, maar onze medewerkers die Ne derlands spreken zijn op de vingers van één hand te tel len. Ik denk overigens wel dat de samenwerking in de toekomst steeds hechter zal worden. De werelddelen ko men door de steeds moder ner wordende technieken steeds dichter bij elkaar. Je kan steeds sneller en een voudiger met elkaar overleg gen zonder dat iemand di rect in een vliegtuig hoeft te stappen.". Niet op de vingers kijken Wat merken uw medewer kers van het feit dat zij on derdeel uitmaken van een Nederlands bedrijf? „In de praktijk niet zo ontzettend veel heb ik het idee. Dat geldt denk ik wel meer voor de staffunctionarissen op het hoofdkantoor. Die hebben regelmatig contact met Ne derland. Dat is het voordeel van onder de Ahold-vlag werken. Iedereen is redelijk vrij in zijn doen en laten. Wij kennen onze verantwoorde lijkheden en worden niet constant op de vingers geke ken. Het blijkt dat zowel hier als in Amerika ruimte is voor eigen initiatief en creativi teit. Dat is volgens mij de kracht van Ahold. Daarom doen wij het wereldwijd ook zo goed." De Amerikaanse werkmaatschappijen BI-LO en Giant Food Stores dragen voor een niet onbelang rijk deel bij in de totaalomzet van Ahold. Deze twee zusterbedrijven hebben een grote mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. De Amerikaanse detailhandelsmarkt zit nu eenmaal op veel terreinen totaal anders in elkaar dan in ons land. Er zijn opmerkelijke verschillen, maar ook overeenkomsten. Kunnen wij van de Ameri kaanse collega's leren en omgekeerd? Wij vroe gen het de heer N(ick) Riso, president van Giant Food Stores, die onlangs voor een bezoek in ons land was. Dat het er aan de andere kant van de Atlantische Oce aan ook in de supermarkten vaak anders aan toegaat, zal niemand echt verbazen. De heer Riso somt een aantal duidelijke verschillen op. Het begint al met de ope ningstijden. Sommige Ameri kaanse supermarkten zijn na melijk 24 uur per dag en ze ven dagen in de week voor het publiek toegankelijk. Het gevolg is dat het minder vaak 'spitsuur' in de winkel is. Daarnaast is een supermarkt er vaak vele malen groter. De beduidend bredere pa den zorgen voor een vlotte doorstroming. Ook het koopgedrag is duidelijk an ders. Niemand gaat in de Verenigde Staten met de fiets, laat staan lopend, even boodschappen doen. Wie zich daar aan waagt, moet de beschikking hebben over de conditie van een getraind at leet. Veel consumenten moeten eerst de nodige kilo meters afleggen eer zij de winkel van hun keuze heb ben bereikt. Het begrip af stand heeft in Amerika een totaal andere betekenis. Nie mand vindt het vreemd om een half uur naar de winkel te rijden. Wel vervelend is het wanneer je bij thuiskomt ontdekt dat je een pak suiker bent vergeten. Kwartaalklanten De Nederlander doet vol gens de laatste gegevens on geveer drie keer in de zeven dagen boodschappen. Het gemiddeld supermarktbe zoek ligt in Amerika op één keer per week. Er zijn zelfs maand- of kwartaalklanten die in één keer voor vele honderden dollars komen besteden. Vrieskisten en gro te koelkasten zijn daarom niet meer weg te denken in veel Amerikaanse woningen. Ook het assortiment wekt bij de winkelende Europeaan de nodige verbazing. De aan schaf van kalkoenen met een gewicht van 10 tot 22 pond en het in het wagentje leg gen van complete hammen of kazen vormen geen uit zondering. Het aantal koffie- merken, om maar even iets te noemen, loopt in een beetje supermarkt tegen de honderd en een groente-af deling bij Giant Food Stores beslaat aan oppervlakte soms een kwart van een groot AH- filiaal. Waar in Nederland kan men overigens in een su permarkt verse haai of zwaardvis kopen? De Ameri kaanse klant vindt het inmid dels de normaalste zaak van de wereld. En over klantge richt denken en handelen weten ze ook mee te praten. Bij iedere kassa staat een me dewerker die desgevraagd alle boodschappen voor de klant netjes inpakt en naar de wagen brengt. Niet te vergelijken Volgens de heer Riso mag je de Nederlandse marktsitua tie dan ook niet met de Ame rikaanse vergelijken. „Ieder land heeft wat dat betreft zijn eigen gewoonten, waar den en kenmerken. Die moet

Personeelsbladen | 1987 | | pagina 11