1205 Oisterwijk
pagina 12
Flitsen
Carnaval
Heel zwaar
Lekker doorwerken
Goede sfeer
Kritische klanten
„Zakelijk gezien mag je
natuurlijk nooit tevreden zijn,
maar bet gaat hier echt goed.
Toch blijven wij constant
zoeken naar de mogelijkheden
waardoor het nog beter kan
gaan.Bedrijfsleider Lambert
van de Water van het Albert
Heijn-filiaal 1205 uit het
Brabantse Oisterwijk kan
nauwelijks redenen vinden tot
klagen. Zijn omzet klinkt
wekelijks als een klok en hel
probleem van kadertekort kent
Tot 1980 bevond het filiaal zich
aan de overkant van de
Dorpsstraat van Oisterwijk. In dat
jaar vond de verhuizing plaats en
in 1985 werd een ingrijpende
verhouwing afgerond. De
winkelvloeroppervlakte
verdubbelde tot 1.325 vierkante
meter. Oisterwijk is een
schilderachtig stadje op enkele
kilometers afstand van Tilburg.
Over de juiste uitspraak van deze
gemeente worden onmiddellijk
alle misverstanden uit de weg
geruimd.Je schrijft Oisterwijk,
maar je zegt Oosterwijk", legt
Lambert van de Water uit. In de
carnavalsperiode komt daar nog
een variant bij. Dan heet het
'Döllekesgat'.
De loopbaan van de heer Van de
Water begint in 1955 bij Albert
Heijn in Waalwijk. Via Eindhoven,
het Brabantse Putte en Katwijk
lijkt hij nu in Oisterwijk zijn stek
te hebben gevonden. „Het is hier
prima werken." De reden wordt
ons snel duidelijk. „Voor een
ondernemer is Oisterwijk een
waar paradijs. Het is namelijk een
bijzonder welvarende gemeente.
Er zitten hier veel doctoren en
advocaten. Die vragen toch sneller
naar andere en meestal duurdere
produkten. De gemiddelde
besteding per klant ligt behoorlijk
boven het landelijk gemiddelde.
Toch laten wij onze aandacht niet
verslappen. Wij willen weten of
dit filiaal nog op het juiste spoor
zit. Daarom gaan wij binnenkort
een uitgebreid klantenonderzoek
houden. Uit de dagelijkse reacties
merken wij dat onze klanten hier
graag komen. Dat is echt niet zo
vanzelfsprekend, want de
concurrentie is enorm.
Supermarkten schieten als
paddestoelen de grond uit. Die
stunten met prijzen. Onze klanten
gaan er wel kijken, maar de
meesten komen toch terug voor
de kwaliteit die ze hier vinden."
We snijden een vrolijk onderwerp
aan. „Carnaval? Zeker ik ben altijd
van de partij", meldt de
hij niet. Bovendien is de
introductie van de nieuwe
organisatievorm Leifo goed
verlopen en de Oisterwijkers
kopen graag bij AH. Niet
onbelangrijk is dat alle
medewerkers van top tot teen
gemotiveerd zijn en zeer
enthousiast over 'hunwinkel
praten. Kortom, een vestiging
om jaloers op te zijn. De
achtergronden van niet
zomaar een filiaal.
zitten volgens hem toch aan de
andere kant van de grens. Na
zessen is hij een overtuigd doe-
het-zelver. Zijn huis en auto
worden regelmatig onder handen
genomen. Samen met zijn vrouw
zit hij op dansles. „Dat is prachtig.
Ik lach me daar kapot", zo Iaat hij
ons weten. De AH-slagerij staat in
Oisterwijk goed aangeschreven.
„De klanten merken dat er
vaklieden achter de toonbank
staan. Wij krijgen veel positieve
reacties. Het is een kritische, maar
wel heel dankbare klantenkring."
beter. Kan je lekker doorwerken."
Wanneer het werk gedaan is, leest
ze graag. Het maakt haar niet uit
wat, als het maar geen
romannetjes zijn. Ook met
legpuzzels kan ze zich uren
vermaken. Voor 3 000 stukjes
draait zij haar hand niet om.
Handwerken is ook een favoriete
tijdspassering. Ze heeft de
gordijntjes in de kantine gehaakt.
Haar mening over de nieuwe
generatie kassa's is duidelijk. „Die
POS-kassa's vind ik
verschrikkelijke dingen. Nee, die
hoeven voor mij hier niet te
komen. Wanneer ze toch geplaatst
worden denk ik dat ik mijn langste
tijd bij Albert Heijn heb gewerkt."
bedrijfsleider. „In het
carnavalsweekeinde zijn wij
altijd open. Er trekken dan n&Z&P-ï-
'dweilorkesten' door de stad. Die
gaan van winkel naar winkel. De
vrouwen en kinderen van de
muzikanten lopen mee. Op een
gegeven moment zien wij dat alle
kinderen bij de kassa worden
achtergelaten. Dus ik naar de
dirigent. Wat is er aan de hand?
„Nou." antwoordde hij: .Albert
Heijn let toch op de kleintjes. Als
je het goed vindt komen wij ze
tegen sluitingstijd weer ophalen."
Wij hebben toen de kinderen in
onze kantine gezet. Daar kregen ze
limonade en werd er verder
carnaval gevierd."
Hij is verkoper II en druk bezig
met de opleiding voor verkoper
III. Ronald Noye 21is na de
MAVO in dit filiaal aan de slag
gegaan. Zijn werkterrein is
groenten, zuivel, diepvries en
banket. Als het even kan zou hij
het liefst afdelingschef worden.
,Ja, van vers. dat heeft mij altijd al
getrokken. Het leeft tenminste. Ik
vind het leuker dan een blik
doperwten waar stof op kan
komen." Een winkel moet er
volgens Ronald altijd piekfijn
uitzien. „De klanten verwachten
dat. Constant loop ik te speuren of
er dingen zijn die niet recht liggen
of moeten worden bijgevuld." Hij
vindt het belangrijk om op de
hoogte te blijven van de
ontwikkelingen op zijn vakgebied.
Distrifood en Flitsen leest hij
Sinds enige tijd heeft Lisette van
Iersel zich gestort op het werk
van de personeelsvereniging. Ze
helpt mee met het organiseren
van fietstochten, een rock and
roll-feest, een moonlight party en
bingo-avonden. Lisette is 20 lentes
jong en vrijgezel. Voor een vaste
vriend zegt ze nu beslist geen tijd
te hebben. „Ik heb het er te druk
voor", lacht ze. Lisette werkt sinds
november vorig jaar in de slagerij
en dat bevalt haar uitstekend.
Voorheen heeft ze drie jaar aan de
kassa gezeten. De huidige
werkzaamheden vindt ze leuker.
„Vooral de verkoopgesprekken
waarbij een klant om advies
vraagt. Wat ik het lekkerste vlees
vind? Kalfsoester!" Toen zij
destijds bij AH begon was ze nog
leerplichtig. Ze kwam bij de
Stichting Opleiding Vorming
Detailhandel terecht. De plicht is
vervallen en heeft plaats gemaakt
voor vrijwilligheid. De examens
voor hoofdverkoopster en
middenstand staan voor de deur.
„Dat is heel zwaar. Er gaat
ontzettend veel tijd in zitten",
geeft ze toe, „maar ik maak het af."
Wat ze met het begeerde papiertje
gaat doen weet ze nog niet. Het
liefst zou ze een boutique starten.
Gebrek aan voldoende
startkapitaal weerhoudt haar daar
nu nog van. In de rest van haar
vrije tijd is Lisette in het zwembad
te vinden. In de weekeinden gaat
ze met vijf vriendinnen op stap
onder het mom: Leve de lol.
[tehtt>aber
In september was zij 12 Vi jaar bij
de zaak. Mevrouw Becx (54) zit
als part-timer op maandagmiddag,
dinsdag en woensdag achter de
kassa. Voorheen heeft ze op vele
andere afdelingen gewerkt. „De
kassa bevalt mij toch het beste. Ik
doe het ook graag. Door de jaren
heen is het contact met de klanten
ook steeds beter geworden. Ze
kennen je van naam en tijd voor
een praatje is er meestal wel."
Mevrouw Becx zegt het liefst te
werken wanneer het razend druk
in de winkel is. „Hoe drukker hoe
Klein, maar heel dapper, is Zsuzsa
Peijnenburg-Termeczky. Zij
zorgt voor het reilen en zeilen in
de kantine en houdt daarnaast de
tijdschriften bij. „Dat heb ik
destijds als voorwaarde gesteld
toen ik de kantine ging runnen",
zegt ze heel beslist. Zeven jaar
geleden kwam zij bij AH in dienst.
Zij zegt vanwege de sfeer voor
geen goud weg te willen uit dit
filiaal. In december wordt Zsuzsa,
die zich de kaas beslist niet van
het brood laat eten, 25 jaar. Haar
ouders zijn geboren en getogen in
Hongarije. In 1956 vluchtten zij
tijdens de toenmalige opstand
naar Nederland. Zsuzsa, die voor
het gemak door iedereen met
Suzzy wordt aangesproken, zegt
zelf nooit in Hongarije te willen
wonen. Vakantie naar dit land slaat
ze daarentegen zelden over. „Het
is een prachtig land. De mensen
zijn er zo ontzettend gastvrij en
het leven is er voor ons beslist niet
duur. Het is meer dan de moeite
waard om er een keer te gaan
kijken. Waar ik altijd naar toe ga?
Wij huren een huisje aan het
Ballatonmeer. Dat is ongeveer 200
kilometer van de Oostenrijkse
grens. Van daaruit bezoeken wij
onze familie. Twee jaar ben ik er
nu niet geweest. Eerst een huis
inrichten en toen trouwen. Dat
kost een hoop centjes. Volgend
jaar ga ik zeker. Daar sta ik op."
Klaus Fehlhaber (33) is chef-
slager en zijn vitrine ziet er uit om
door een ringetje te halen. Zijn
entree voor het vraaggesprek is
wat ongebruikelijk. Hij legt
grinnikend een groot slagersmes
op tafel en zegt met pretlichtjes in
de ogen: „Voor het geval we het
niet eens worden." Klaus is van
Westduitse afkomst en getrouwd
met een Nederlandse vrouw. Hij
woont sinds 1977 in Waalre.
Nederlands sprak hij niet of
nauwelijks, maar daar is inmiddels
heel wat aan veranderd. Hij zegt
de taal in de praktijk te hebben
geleerd. In zijn vaderland werkte
hij ook in een slagerij. Hij vindt
dat de Nederlandse slagers er
goed in zijn om voor ieder deel
van een dier een consument te
vinden. De echte worstmakers
„«HiNoY<=
daarom grondig door op
bruikbare tips. In zijn vrije tijd is
hij vaak bezig met het opnemen
van LP's. Zijn smaak is breed, maar
de discomuziek heeft zijn
voorkeur. Verder gaat hij graag
naar het voetballen kijken. Bij
Willem II en PSV zit hij regelmatig
op de tribune. Het
voetbalvandalisme irriteert hem
mateloos. „Ik blijf altijd uit de
buurt. Het afschaffen van het
betaald voetbal is geen oplossing.
Die reltrappers zoeken dan wel
weer wat anders voor hun
agressie."
vievt°u'