Centrale Slagerij Eindhoven
pagina 12
Flitsen
jg?'
„Mag ik een shaggie van je
draaien?" Henk den Hoed
(46), bedrijfsleider van de
Centrale Slagerij Eindboi 'en
(CSE), is niet bepaald het
prototype van de traditionele
bedrijfsleider die i anuit zijn
ivoren toren de zaak runt.
Een en ander wil niet zeggen
dat de Hagenaar de popu laire
jongen uithangt. „Er moet
geproduceerd worden. De CSE
leiert i oon eipakt i 'lees aan 60
AH filialen in het zuiden van
het land en dat moet iedere
dag kloppen. Niemand hoeft
tegen mij op te kijken. A/s er op
de vloer te weinig wordt
gedaan, valt er niets aan de
klanten aan te bieden en te
verkopen en als er geen orders
zijn hoeft er niet gewerkt te
worden. De mensen op de vloer
zijn netzo belangrijk als ik. We
moeten ons samen
verantwoordelijk voelen voor
de gang van zaken. Ik lig er
niet wakker van als men in ons
bedrijfsvoetbalelftal op mij
moppert omdat ik een bal
verkeerd afspeel. Ik hoor op dat
moment bij het team, net als
iedereen. Dat gevoel van
saamhorigheid begint zich
langzamerhand te
ontwikkelen in het bedrijf en
dat is positief. De mensen zijn
bereid om zich in te zetten voor
de zaak en schuil en
peisoonlijke belangen opzij
omdat ze vanuit ziclozelfde
noodzaak, daarvan inzien. Ik
noem maar iets. Sommige
afdelingen zijn op zaterdag
gaan werken om de veisheid
van het vlees op de maandag te
vergroten. Daar kun je de
werknemers een pluim voor
geven."
Henk den Hoed. al sinds jaar en
dag gelukkig getrouwd met zijn
Mieke en vader van twee zonen en
één dochter, weet zelf ook wat
werken is. Het slagersvak kreeg hij
met de paplepel naar binnen
gegoten.
Na de Slagersvakschool en zijn
marine-dienst verdiende Henk
den Hoed zijn sporen in twee
eigen winkels. Na 10 jaar hard
werken verkocht hij de zaken en
Ahold maakte graag een plaatsje
vrij voor zijn talenten. Henk den
Hoed vervulde functies in de
planning, uitvoering en
coördinatie. Hij bracht het tot
Algemeen Bedrijfsleider van de
Vers Vlees Groep, maar het bloed
kruipt waar het niet gaan kan.
Sinds januari 1985 is Henk den
Hoed bedrijfsleider bij de CSE. „Ik
heb overal met plezier gewerkt,
maar ik kom beter tot mijn recht
als ik iets in een dagelijks
produktieproces kan regelen dan
iets vaags en abstracts op de lange
termijn. Ik miste ook het contact
met de mensen op de werkvloer.
In 1972 heb ik al bij de CSE
gewerkt. Dat bedrijf én Brabant
zijn me goed bevallen. Mieke ook.
Ik heb het gevoel dat ik hier tot
mijn pensioen kan blijven. Ik ben
een beetje tot rust gekomen."
S tephan Termeet
Henk den Hoed
Annie Segers en Mieke Roy
Wil v.d. Akker en Johan Stegers
Dat wil niet zeggen dat Henk den
Hoed het rustig aandoet. Binnen
de CSE staan er de nodige
veranderingen op til, maar daar
draait de ondernemingsgezinde
ex-middenstander zijn hand niet
voor om. „De tonnage vlees dat de
CSE aflevert daalt. De klant heeft
nu een voorkeur voor vers vlees in
bediening. Bovendien wordt er
sowieso minder vlees gekocht.
Het vlees dat de CSE afzet, moet
van uitstekende kwaliteit zijn en
betaalbaar, willen we kunnen
concurreren. De klant koopt niet
voor een tweede keer een pakje
mager rundvlees waar aan de
onderkant een hoop vet zit en we
moeten de produktiecapaciteit
niet onbenut laten. Daarom zijn
we vanaf 21 april efficiënter in
produktiestromen gaan werken.
Eén groep mensen is voortaan
verantwoordelijk voor één
produkt van het begin tot het
einde. Tijdens het ingestelde
werkoverleg kunnen eventuele
plooitjes glad gestreken worden.
Communicatie verhoogt de
samenwerking." Henk den Hoed is
er zich van bewust dat zijn
mensen tijd nodig hebben om aan
de nieuwe werkwijze te wennen,
maar hij betrekt daar ook de
leiding in. „Wij maken ook fouten
en mijn deur staat open voor
iedereen met opbouwende kritiek
en ik hoop van ganser harte dat
die er komt. We moeten er
langzaam aan bouwen dat de
werknemers meedenken."
Om de CSE weer beter in de markt
te krijgen, probeert Henk den
Hoed de afzetmogelijkheden te
vergroten. „Er zit nu voorverpakte
kip in het assortiment en de CSE
onderzoekt of er nog meer
produkten in opgenomen kunnen
worden. Daarnaast trachten we de
klantenkring te vergroten, met de
Toko's bijvoorbeeld. Binnen
Albert Heijn zijn we bezig om een
samenwerking op touw te zetten
met de geïntegreerde en
bedieningsslagerijen." Henk den
Hoed kijkt vol optimisme naar de
toekomst, onder het motto „De CS
is er ook voor u". „De CS'en
hebben de grondstoffen, de
mensen om het vlees snel en
kwalitatief goed te verwerken én
het distributiesysteem. Let op
mijn woorden: voorverpakt vlees
komt weer helemaal terug."
Eén van de werkneemsters die
daar haar steentje aan bijdraagt is
Mieke Roy. Ze werkt al ruim zeven
jaar op de inpakalüeling en dat
bevalt haar goed. „Tja, anders
werkte ik hier niet meer. Annie en
Catherien zijn fijne collega's en
daarom is de sfeer goed. Ik werk
22 uur, alleen de ochtenden. Na
de middagpauze ga ik naar huis
om het huishouden te doen. Met
twee zonen thuis is dat voor
Mieke, die vorig jaar een kwart
eeuw getrouwd was, geen
overbodige luxe. In de
avonduurtjes leest ze het liefst,
vooral streekromans. Verder doet
ze aan yoga. „Ik leid een druk
leven en je moet een manier
hebben om tot rust te komen. Dat
is voor mij op het einde van de
dag even een uurtje plat op de
grond liggen. Heerlijk."
Ria Werts, een gezellige Brabantse
van 56, staat eveneens op de
inpakafdeling, al 15 jaar. Op de
gehaktlijn maakt ze per ochtend
zo'n 3-200 tot 5.000 pakjes, maar
bij het laatste aantal moet wel alles
meezitten. Ria, die als hobby's
heeft breien en op vakantie gaan,
is er zichtbaar trots op en terecht.
De Eindhovense is gaan werken
omdat ze tijd over had toen haar
zoon en dochter het huis uit
waren. „Stil zitten is niets voor
mij. Als ik gezond blijf, wil ik best
tot mijn 65ste bij de CSE werken.
Ik kan met iedereen goed
opschieten, ook met mijn chef en
suggesties over mijn werk zijn
welkom bij hem. Dat is toch
prima."
De 28-jarige Wil van den Akker,
die op de vlies- en snij-afdeling
staat, bevalt het werk ook
„hartstikke goed". „Van huis uit
ben ik eigenlijk graficus. Overal
waar ik solliciteerde vroegen ze
om ervaring. Nou, die heb je toch
niet als je pas van school komt.
Tijdens mijn opleiding verdiende
ik bij de CSE op zaterdag een
centje bij. Het was gezellig werk
en daarom heb ik me laten
omscholen tot slager. Ik werk er
nu al weer 10 jaar en daar ben ik
blij om. De hele dag thuis zitten is
niets voor mij." Wil, wiens vrouw
eind september, begin oktober de
eerste kleine verwacht, stond
aanvankelijk een beetje sceptisch
tegenover de veranderingen
binnen het bedrijf. „Volgens mij
liep alles goed. Ik krijg nu een
andere chef en er komen vrouwen
in de groep. Dat zal wel even
wennen zijn. Ik kijk de kat uit de
boom. Bij problemen kan ik altijd
bij de baas terecht. Er wordt
tegenwoordig veel meer naar je
geluisterd dan voorheen en dat is
prettig. Bovendien kan ik altijd
mijn zegje doen in het
werkoverleg", aldus Wil, een
natuurliefhebber die zojuist met
een nieuwe hobby is begonnen:
kanaries. „Een mooie bezigheid,
beter dan op vakantie in Spanje."
Zijn collega Steef Termeer, een
sympathieke 30-jarige bink van
een kerel, is juist een overtuigde
Spanje-ganger. Hij is acht jaar
geleden getrouwd en werkt sinds
1982 bij de CSE. „Mijn vader had
een slagerij, maar die wilde ik niet
overnemen. Ik heb altijd
meegewerkt met veel plezier,
maar voor mezelf bijna dag en
nacht werken, ook in het
weekend, vond ik teveel van het
goede. AI die zorgen! Nee. dan ben
ik liever 40 uur bij de CSE, dan
ben ik tenminste vrij als ik thuis
ben. Lekker fietsen en bezig zijn in
de tuin. Bovendien vind ik het
werk hier fijn. Ik sta op de vlies- en
snij-afdeling maar als eerste
vervanger mag ik regelmatig aan
de zaagmachine staan. Dat breekt
de week. Laat mij hier maar mijn
gang gaan."