„Ik droom
nog vaak van Ahold"
„Tekenen is
een stukje
van mezelf'
vrfjl0
AH -zaalvoetbaltoernooi
met 800 deelnemers
Flitsen
pagina 9
E. Gijtenbeek na vier jaar pensioen:
In de Groenoordhallen in Leiden
.Laatbloeier" L. H. Geertse:
Knutselaar
De Groenoordhallen in
Leiden stonden zondag
10 november jl. in het te
ken van het tweede Albert
Heijn-zaalvoetbaltoer-
nooi. Ruim 800 spelers
waren van heinde en ver
re gekomen om deel te
nemen, zelfs filiaal 1185
uit Den Burg op Texel was
van de partij. Ze werden
begeleid door 4.000 sup
porters. De spelers moes
ten vroeg uit de veren
omdat de eerste van de
250 wedstrijden 's och
tends al om 8.00 uur aan
vingen. 48 heren- en 40
damesteams speelden op
zes velden om de hoogste
eer. Er werd fel maar
sportief gevoetbald om de
hoogste eer, die bleek
weggelegd voor de heren
van filiaal 1214 uit Zeist
en filiaal 1129 uit De Bilt
voor de dames. Zij legden
beslag op een grote beker
en de wisseltrofee. Op de
tweede plaats eindigde
het damesteam van filiaal
1178 uit Nijmegen, terwijl
bij de heren filiaal 1250
uit Eindhoven beslag leg
den op deze plaats.
Dit keer waren er ook bekers
te winnen voor de teams die
de halve finale haalden. Voor
de dames waren dat filiaal
8723 uit Oudenbosch en fi
liaal 1141 uit Epe. De heren
die de halve finale bereikten
waren filiaal 1180 uit Alphen
aan den Rijn en filiaal 1056
uit Huizen. De dames van fi
liaal 1349 uit Hilversum
wonnen de Fair Play-cup.
De prijsuitreiking, die muzi
kaal werd onderstreept door
de carnavalsband „De Bie-
rauwers", verrichtte de heer
Van Berkel, areamanager
West-Nederland.
De toernooidag werd beslo
ten met een geweldige feest
avond die in het teken stond
van het naderende carnaval
en werd opgeluisterd door
de carnavalskrakers „De
Twee Pinten".
Gijtenbeek besteedt, vooral
het afgelopen jaar, veel aan
dacht aan zijn eigen huis. Hij
zaagt en schaaft alsof zijn le
ven ervan afhangt. „Merk
waardig is dat het meer dan
een halve eeuw geleden is
dat ik een hamer of een
schaaf heb vastgehouden. .Als
jongetje heb ik. voordat ik
naar de HBS ging, nog een
aantal jaren intern op een
ambachtsschool gezeten.
Daar heb ik de kennis van
het timmeren van overge
houden. Maar ik stond van
mijzelf verbaasd dat het me
na zo lange tijd nog zo vlot
afging. Wat ik op dit ogen
blik ook doe is een model
spoorbaan bouwen van het
systeem Marklin HO. Als het
klaar is zullen mijn kleinkin
deren er wel mee spelen.
Maar wat zijn die spullen ra
zend duur. Ik denk dat alle
gepensioneerden daar wel
mee tobben, want de belas
tingdruk op de pensioenen is
wel erg hoog. In het kort
komt het hierop neer dat ik
van mijn vakantiegeld öf op
vakantie ga öf het besteed
aan mijn hobby. Beide doen
is uitgesloten. Mijn vrouw
staat erop dat ik mijn hobby
voor laat gaan." Zo gaat dat
in huize Gijtenbeek, Wie
toevallig op de rommelzol
der nog een paar stukken
rails heeft liggen of een wis
sel of een wagonnetje van
Marklin HO weet nu een
goed adres.
Er waren nogal wat colle
ga's bij Miro verrast toen
ze in het personeelsres-
taurant enkele tientallen
tekeningen zagen hangen
van hun „eigen" Geertse.
Niet alleen doordat ze een
dergelijke kunstzinnige
inslag niet bij hem had
den vermoed, maar ook
vanwege de duidelijke
kwaliteit van zijn werk.
De heer Geertse blijft er
zelf nuchter onder: „Het
is leuk dat andere men
sen 't aardig vinden maar
ook als dat niet zo was
ging ik rustig door. Het
tekenen is een stukje van
mezelf en dat moet 't ook
blijven."
Je zou de heer L. H. Geertse
in zijn hobby een laatbloeier
kunnen noemen. Pas drie
jaar terug begon hij thuis
met tekenen en eigenlijk het
meest tot zijn eigen verba
zing bleek hij zijn oude vak
nog niet te hebben verleerd.
Zijn vak? Inderdaad, toen
Geertse in 1945 van de HBS
kwam lukte het niet een
plaatsje op de MTS te krijgen
en belandde hij tenslotte op
de ambachtsschool waar hij
een opleiding tot decoratie
schilder kreeg. Met die baga
ge kon hij aan de slag bij een
groothandel waar hij adver
tenties, prijskaartjes, etc.
mocht tekenen. Na zijn
diensttijd, die hij voorname
lijk in het toenmalige Indië
doorbracht, greep hij de
hem geboden kans om over
te stappen naar de commer
cie. Van de volgende dertig
jaar bracht hij de laatste helft
door bij Simon en later Miro,
waar hij nu medewerker op
de worpafdeling is.
„Al die tijd heb ik geen te-
kenstift meer in m'n vingers
gehad. Dat gebeurde pas drie
jaar terug weer toen ik bij
een reorganisatie bij Miro
winkelindelingen ging schet
sen. Ik ontdekte vervolgens
hoe aardig het was ook din
gen van jezelf op papier te
zetten. Thuis ging ik aan de
slag en daarvan heb ik geen
spijt gehad."
Uit het werk van Geertse
blijkt overduidelijk zijn ver
bondenheid met zijn militai
re tijd. Tekeningen van sol
daten in de rimboe, een mili
taire begrafenis, dessatafe-
reeltjes... „Ik heb ontdekt,
dat het tekenen me de kans
biedt minder prettige herin
neringen van me af te
„schrijven". Ik heb een pe
riode gehad waarin ijselijke
beelden me door het hoofd
spookten en daar raak ik nu -
via het tekenen - aardig af."
De heer Geertse werkt nog
uitsluitend met zwart en wit.
„Ik heb nog even gepro
beerd ook kleur te gebrui
ken, maar dat ligt me niet.
Hard realisme bereik ik het
best met potlood, viltstift en
houtskool."
Half december maakte hij
gebruik van de VUT-rege-
ling. Gaat hij zich dan ook
bijvoorbeeld via een cursus -
verder in zijn hobby bekwa
men? „Ik pieker er niet over.
Leraren weten je precies te
vertellen wat je allemaal fout
doet en hoe ouderwets je
wel bezig bent. Nee, daar
ben ik te eigenwijs voor."
het knusse huis aan de Slo-
terweg, vlak naast de katho
lieke kerk. heerst een sfeer
waar je je als vreemde direct
thuis voelt. Het is bij de fami
lie Gijtenbeek de „zoete in
val", wat niet zo verwonder
lijk is met een zoon van bijna
21 jaar thuis die regelmatig
vrienden meebrengt en vijf
getrouwde kinderen die te
pas en te onpas bij pa en ma
aanwippen met één van de
zes kleinkinderen.
Bijna vanzelfsprekend wordt
het gesprek toch weef ver
legd naar Ahold. Over het
bureau Kantoordiensten,
waar hij na zijn ziekte nog
een aantal jaren halve dagen
heeft gewerkt en over de OR
Concerndiensten waar hij 12
jaar deel van uit heeft ge
maakt. De heer Gijtenbeek
denkt nog vaak terug aan zijn
„ambtsperiode". „Ik mis dat
toch wel", bekent hij. „Ik
droom vaak van Ahold. Een
verklaring heb ik daar niet
voor. Maar het is een zo be
langrijk deel van mijn leven
geweest. Ik zat natuurlijk
wel op een centrale plaats en
kende bijna iedereen. Zo
doende kwam men nog wel-
éens een praatje maken en
voor een aantal mensen fun
geerde ik als klankbord. Men
wist van mij dat ik goed kon
luisteren en zwijgen. Daar
om spijt het me wel dat ik zo
weinig mensen van Ahold
meer zie. Begrijp me goed, ik
zie niet om in wrok. Ik be
grijp best dat iedereen zijn
eigen besognes heeft, maar
die band die ik toch met veel
mensen had laat mij niet los.
Ik vind het jammer dat de
binding met oud-collega's
verloren gaat, al zullen alle
mensen, die niet meer aan
het arbeidsproces deelne
men, wel dezelfde ervaring
hebben."
Het is alweer vier jaar geleden dat de heer E. Gij
tenbeek afzwaaide wegens het bereiken van de
pensioengerechtigde leeftijd. De man die twintig
jaar lang - zowel aan de Westzijde als aan het An-
kersmidplein - aan de receptie de bezoekers ont
ving, werd door een groot aantal mensen uitge
wuifd. Hoe zou het hem vergaan na vier jaar? Flit
sen zocht hem op.
Mevrouw Gijtenbeek be
aamt de uitspraken van haar
man. Ze zegt: „We hebben
het fijn. Iedere dag is een
feestdag, zelfs als er eens een
paar uur niets wordt gezegd.
De wetenschap samen te zijn
stemt ons erg gelukkig", en
vrolijk schenkt zij nog een
kop koffie in en trakteert op
een heerlijk stuk zelfgebak
ken cake.
„Dat is mijn vrouw d'r hob
by", zegt Gijtenbeek. „Aller-
Hande" .spelt ze, steeds weer
op zoek naar nieuwe recep
ten. Ik moet voorzichtig zijn
anders word ik veel te
zwaar", terwijl hij intussen
met graagte aan zijn cake
knabbelt. Ook de door haar
zelf ontworpen tuin wordt
met liefde bijgehouden. In
Om maar met de deur in
huis te vallen: met Evert Gij
tenbeek gaat het uitstekend.
Hij blaakt van gezondheid en
is altijd actief. „Bij het krie
ken van de dag heb ik geen
probleem", zegt hij met na
druk. „Ik heb altijd wel wat
te doen, al heb ik dit jaar
voor het eerst eens wat gas
teruggenomen. Direct na
mijn pensionering ben ik
deel gaan uitmaken van de
werkgroep „Publiciteit" van
de dorpsraad Sloten-Oud Os
dorp. Ik verzeker je dat daar
een berg werk aan vast zat.
Daarvoor deed ik van 1972
tot 1981 - secretariaatswerk
voor het kerkbestuur. Ik heb
weinig tijd gehad mij te rea
liseren dat ik met pensioen
was."