Video voor bijscholing in filialen Wandelen onder extreme omstandigheden J® Flitsen pagina 9 Opleidingen Albert Heijn: „Het gaat goed... maar het kan beter" Jos Houten en Sjef Wanders uit filiaal 1153: Samen Training Fascinerend „Albert Heijn uit zich naar de klanten toe als 's Lands Grootste Kruidenier die op de kleintjes let. Die opstelling werd door de consument voor al ervaren in prijzen en assortiment. De afgelo pen jaren heeft die benaderingswijze goede re sultaten afgeworpen, dus... Het gaat goed... maar het kan beter! Uit verschillende klantenonder- zoeken blijkt dat het qua prijs en assortiment wel goed zit bij Albert Heijn. Onze klanten echter, én vele toekomstige klanten, stellen prijs op een stuk aandacht, service en betrokkenheid bij dat gene wat wij verkopen. In het Lange Termijn Plan van AH staat dat ook duidelijk geformuleerd. Wij trachten dat te vertalen in opleidingen." Dat zegt Gerard Tigchelaar, hoofd Opleidingen Albert Heijn. Het programma dat zijn afdeling voor de komen de jaren heeft ontwikkeld, sluit aan bij het streven van Albert Heijn meer nadruk te leggen op het commerciële traject. „We willen de punt jes op de i zetten. Accent leggen op het commerciële traject roept vaak het beeld op dat filialen lokaal hun gang kunnen gaan. Voor je het weet zit je dan in een eindeloze discussie over wat wel en wat niet haalbaar is. Aandacht geven aan het commerciële traject kan echter ook op een andere wijze worden uitgelegd. Wat kun je nü al doen om de ser vice en de aandacht voor de klant te verbeteren? Je kunt er bijvoorbeeld voor zorgen dat je eigen afdeling er tip top uitziet. „Is alles écht vers? Is het volledige assorti ment wel in huis? Deugt de presentatie wel? Staat er een zoekende klant op onze afde ling, of staat er bij de bedie ningsafdeling een klant die zich afvraagt wanneer hij nu eens geholpen wordt. „Dat is namelijk ook commercie en niet van de minste soort ook!" Om gezamenlijk eens te bekijken hoe commer cieel wij zijn in ons dagelijks werk is nu een programma ontwikkeld dat het gesprek hierover van area tot afde ling op gang moet brengen. Het moet echter niet alleen bij een gesprek blijven, er moeten samen afspraken ge maakt worden over datgene wat nog beter kan." Gerard Tigchelaar daar verder over: „Belangrijk is daarbij dat je elkaar ook aanspreekt op die afspraken en wel zodanig dat men niet belandt in een ein deloze reeks excuses, maar dat steeds wordt terugge keerd naar de vraag „Wat heb je er aan gedaan?" Om, van hoog tot laag, een derge lijk gesprek op gang te bren gen is het een en ander no dig. Uit Leifo-ervaringen we ten wij dat zo'n landelijke aanpak het nodige vergt aan energie en inventiviteit. Er wordt niet alleen gepraat over het maken van zakelijke afspraken over werkzaamhe den die anders of beter gere geld moeten worden, maar er wordt ook gepraat over de wijze van samenwerken, over wie wat doet, en wat voor elkaar gedaan kan wor den. En dat alles met als uit gangspunt dat het op colle giaal niveau, maar ook op het niveau van medewerkers en leidinggevenden nog wel wat beter kan." Op area- en zoneniveau zijn de eerste stappen al gezet op weg naar een organisatie met een hoger serviceni veau. Begin 1986 zal er ook in de 430 filialen van Albert Heijn aandacht aan worden besteed. Dagelijkse gebeurtenissen Voor de bijscholing zal Al- bert Heijn voor het eerst vi deo gebruiken, er is inmid dels een filmpje opgenomen over AGF (aardappelen, groente en fruit). De film, die circa 10 minuten duurt, geeft een beeld van de dage lijkse gebeurtenissen op de groente-afdeling. Vergelijk bare films over de deli-afde- ling en de kassagroep zijn in produktie. De heer Tigche laar sluit niet uit dat voor an dere afdelingen ook video films worden gemaakt. „Die film is een hulpmiddel, be doeld om een gesprek op gang te krijgen tussen be drijfsleiding, filiaalkader en medewerkers", legt het hoofd Opleidingen uit. „Elke film of clip is opgebouwd rond thema's als klantenbe handeling, presentatie en ar tikelkennis. Naar aanleiding van de getoonde scènes krijg je vragen: „Herken je dat probleem?, of Wat kun je er aan doen om het op te los sen?". Als zo'n gesprek in het filiaal wordt gevoerd, kom je te weten waar je aan moet gaan werken. Je moet die bij scholing niet zien als een soort kant-en-klare oplei ding", verduidelijkt de heer Tigchelaar. „We willen dis cussiestof aanreiken. Het is niet de bedoeling uniform gedrag te gaan voorschrij ven. Doel is mensen te laten nadenken over hun werk; wat er goed gaat en beter kan. Als je naar aanleiding daarvan kunt vaststellen dat je bepaalde technische za ken niet goed onder de knie hebt, dan kan je afspraken maken over je opleiding." Tekort aan kader De heer Tigchelaar en de vijftien andere medewerkers van Albert Heijn's afdeling Opleidingen concentreren zich de komende jaren na tuurlijk niet alleen op bij scholing. Het standaardpak ket opleidingen - voor verko pers, hoofd-Jcaissières, chefslagers, bedrijfsleiders, hoofdkantoor (HK-)midden- kader en hoger kader - kent een geweldige groei in deel nemers. Het gesignaleerde tekort aan kader bij Albert Heijn doet het aantal cursus groepen filiaalkader in 1986 groeien tot 29. Een jaar eer der ging het nog om twintig groepen. Andere groepen groeien ook in deelnemers tal, zij het meer geleidelijk. Feit is dat de produktie van opleidingshulpmiddelen gi gantisch gegroeid is. Mede werkers van de afdeling Op leidingen zijn een groot ge deelte van hun tijd bezig met het plannen en organiseren van de activiteiten. „De ontwikkeling van ande re activiteiten komt door al dat plannen en organiseren soms wat in de knel", geeft Gerard Tigchelaar toe. „Wat dat betreft is het wachten op automatisering. Automatise ring. Nóg een van de bezig heden waar de afdeling Op leidingen bijzondere aan dacht aan besteedt. Zowel in- als extern. De heer Tig chelaar daarover: „Naar bui ten toe gaat het om de filia len; die krijgen de komende jaren heel wat met automati sering te maken. In tegen stelling tot area en zone is er in de filialen nog nauwelijks iemand voor opgeleid. Daar bestaat dan begrijpelijk ook nog een zekere angst voor de computer. Wij willen de drempel verlagen door over automatisering te praten. Kijk, uit onbekendheid be staat vaak een bepaalde drempelvrees voor het toet senbord en de daaraan ge koppelde beeldschermen. Vaak is men bang voor dat bord, omdat men denkt dat één gemaakte fout het gehe le systeem in de war stuurt. Door er met elkaar over be zig te zijn en er over te pra ten zal die angst doorbroken moeten worden. Tenslotte is het ondenkbaar dat onze sa menleving, maar ook Albert Heijn het in de toekomst zonder computers kan stel len. Ook binnen zijn afdeling be gint de automatisering zicht baar te worden. Onlangs werd een stafmedewerker in dienst genomen die zich nu bezighoudt met de ontwik keling van computer-onder steunend onderwijs. „Tussen nu en vijf jaar gaan wij een omwenteling zien in de be drijfsopleidingen", voorspelt de heer Tigchelaar, „Dat wij nu met video in de filialen beginnen, heeft al te maken met het koppelen van infor matie aan beeld. Zodra over al een beeldscherm staat, kun je een aantal cursussen via de computer gaan ver zorgen. Een computer heeft als groot voordeel dat je rekening kunt houden met een indivi dueel leertempo en dat je heel exact leerresultaten kan meten. Als je de effectiviteit van een opleidingsprogram ma kan meten, weet je waar verbeteringen nodig zijn. En dat is ook weer prettig voor het bedrijf. Als je bedenkt dat het snel gegroeide oplei dingsbudget van Albert Heijn eigenlijk de kwaliteit investeringsbegroting ten aanzien van medewerkers is, dan is het belangrijk ook zo goed mogelijk aan te tonen wat de opbrengst is. Dat doe je door een kwalitatief en bij-de-tijdsprodukt te leve ren en daar spelen veel men sen een rol in, maar binnen kort ook de computer", al dus de heer Tigchelaar. Jos Houten en Sjef Wanders hebben deze zomer een vakantietrip gemaakt in Oostenrijk. Alhoewel het woord vakantietrip wellicht geen juiste benaming is voor de huttentrek- tocht die de assistent bedrijfsleider en de verkoper van AH-filiaal 1153 aan de Maastricht se Schamerweg maak ten. Zelf zien ze het wel degelijk als een plezierige onderne ming. „Onze hobby kun je her best omschrijven als wandelen onder extreme omstandigheden", legt de 36-jarige Jos Houten uit. „Het is niet het wandelen op goed begaanbare wegen. Vaak zijn het trektochten door erg moeilijk terrein, waar je geen mens ziet. Het enige wat we niet doen is het echte bergbeklimmen. Maar we moeten ook vaak klauteren om een bergtop te bereiken. Daarom hebben we ook altijd 25 meter touw bij ons en hangen we aan een borstgordel. Zou je in de bergen een misstap maken, dan val je hooguit twee tot drie meter. Maar dat is ons nog nooit gebeurd", haast hij eraan toe te Voegen. De assistent-bedrijfsleider loopt al enige jaren samen met collega Sjef Wanders. Jos Houten: „Een paar jaar geleden wilde ik een hutten- trektocht maken in Oosten rijk. Met een paar mensen is dat gezelliger dan alleen. Toen we daarover zaten te praten, zei Sjef dat hij graag mee wilde. Sindsdien lopen we regelmatig samen." „Voor mij is de grote drijf veer de combinatie van na tuur en sport", vertelt de 25- jarige verkoper. „Ik ben in mijn vrije tijd natuurgids van het Instituut voor Natuurbe schermingseducatie. De na tuur spreekt me erg aan en het is heerlijk om daar uren lang in rond te lopen." „Samen op pad is niet alleen gezelliger, maar ook leer zaam", gaat Jos Houten ver der. „Laatst liepen we door de Eifel toen ik plotseling een waterspreeuw zag. Dat is een vogel die nog maar heel zelden voorkomt en dan al leen in gebieden met abso luut zuiver water. Even later ontdekte Sjef een zeldzame buizerd. Zo maak je elkaar attent op groei en bloei in de natuur." „Zonder een goede voorbe reiding gaat het niet", aldus Sjef Wanders. „We onderne men bijna iedere maand een tocht van een paar dagen als voorbereiding op de hutten- trektocht door Oostenrijk. De Ardennen en de Eifel zijn beide niet ver van Maas tricht. Ideale gebieden voor ons." Jos Houten vertelt glimla chend en met pretogen: „Het wordt pas echt leuk als de omstandigheden bar en boos zijn. Eind januari zijn we drie dagen in de Arden nen geweest. Je moet dan vechten tegen de elementen. Sneeuw, regen, vorst, wind, venen, omgevallen bomen en de wind spelen een grote Sjef Wanders (links) en Jos Houten.- Samen zingen in, de berghut. rol. We moesten elkaar her haaldelijk uit het moeras trekken." Je moet een goede conditie hebben. Dat betekent zeker per week twee keer twaalf kilometer hardlopen. Die af stand moet je in vijftig minu ten kunnen afleggen als je verantwoord in de bergen wilt gaan lopen." Sjef Wanders: „We hebben ook bijvoorbeeld meegelo pen bij de Geulvallei-mara- thon. Niet zo zeer om een snelle tijd te lopen, maar toch om te kijken hoe het met onze conditie is ge steld." Een rugzak met proviand, kleding en touw behoort tot de standaarduitrusting. Dat betekent dat er ruim tien ki lo meegedragen moet wor den. „Het ligt eraan hoeveel je per dag loopt. Tussen de 35 en 40 kilometer leggen we per dag wel af. Maar soms heb je in de Alpen een uur nodig voor een afstand van driehonderd meter. De af stand die we eind juni in Oostenrijk hebben gelopen was ongeveer 170 kilometer in vijf dagen", zegt Jos Hou ten. „Het is fascinerend in de na tuur te lopen en geen mens tegen te komen. Het is vaak erg eenzaam en doodstil. Als ik na een dergelijke tocht weer in een dorp of stad kom, moet ik echt even wen nen aan de drukte om me heen", vervolgt hij. „Wat me verder aanspreekt is de vriendschap tussen mensen. Als je in eén berghut komt is geen moeite te veel voor de gastheer en gastvrouw om het je naar de zin te maken. En er heerst ouderwetse dis cipline. Tien uur 's avonds gaat het licht uit. Dan moet iedereen in bed liggen. Eén van de leukste belevenissen vind ik het samen zingen. In zo'n berghut ligt vaak een liedboek en dan met z'n al len zingen. Of je het nu kunt of niet, maakt niets uit. Het klinkt wel eens vals, maar de sfeer van kameraadschap die daarvan uitgaat, vind ik echt één van de allermooiste er varingen." Wanneer twee collega's da genlang uren achtereen sa men door de eenzame na- - tuur lopen, is het dagelijkse werk dan geen geliefd on derwerp van gesprek? Sjef Wanders: „Er is zoveel te zien en te genieten dat je bij na niet over je werk praat. Soms natuurlijk weer wel. Als we met vrienden in de bergen wandelen en we toe vallig samen een stuk voor uit lopen, zeg ik wel eens: „De Albert Heijn-jongens lo pen toch altijd weer voor op." Jos Houten besluit: „Het is een hele inspannende hob by. Maar juist die inspanning betekent voor mij een enor me ontspanning. Echt, we hebben er weer een jaar naar toe geleefd. Je tanden poet sen uit een kraan waar bij wijze van spreken twee druppels water uitkomen. Kijk, dat is prachtig!"

Personeelsbladen | 1985 | | pagina 9